Was heißt »drei« auf Niederländisch?
Die Numerale »drei« (veraltet: drey) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- drie
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Entschuldigung, erlauben Sie mir, auf drei Fehler in dem obigen Artikel hinzuweisen.
Excuseer, staat u me toe drie fouten in het bovenstaande artikel te vermelden.
Excuseer me, graag wil ik de aandacht vestigen op drie fouten in het bovenvermelde artikel.
Eins, zwei, drei, vier, fünf, sechs, sieben, acht, neun, zehn.
Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.
Die Summe von zwei plus drei plus vier ist neun.
De som van twee plus drie plus vier is negen.
Meine Tante hat drei Kinder.
Mijn tante heeft drie kinderen.
Er hat drei Brüder.
Hij heeft drie broers.
Er ist Vater von drei Kindern.
Hij is de vader van drie kinderen.
Sie hat drei Brüder.
Zij heeft drie broers.
Er wurde zu drei Jahren Gefängnis verurteilt.
Hij werd veroordeeld tot drie jaar celstraf.
Ich habe seit heute Morgen drei Bücher gelesen.
Sinds vanochtend heb ik drie boeken gelezen.
Sinds vanmorgen heb ik drie boeken gelezen.
Er hatte drei Söhne.
Hij had drie zoons.
Du hast drei Autos.
Jij hebt drie auto's.
Lucy hat mich vor drei Tagen besucht.
Lucy heeft me drie dagen geleden bezocht.
Das stimmt. Du warst damals drei Monate alt.
Klopt. Je was toen drie maanden oud.
Er hat drei große Schwestern.
Hij heeft drie oudere zussen.
Nachdem er drei Wochen lang nach einem Job gesucht hatte, fand er eine gut bezahlte Stelle.
Na drie weken op zoek te zijn geweest naar een baan, vond hij een goedbetaalde betrekking.
Mein Onkel hat drei Kinder.
Mijn oom heeft drie kinderen.
Er hat drei Töchter.
Hij heeft drie dochters.
Wir sind drei Monate lang dort geblieben.
We zijn daar drie maanden gebleven.
Es ist schwierig, drei Sprachen zu sprechen.
Het is moeilijk om drie talen te spreken.
Ich habe gestern Abend drei Briefe geschrieben.
Gisteravond heb ik drie brieven geschreven.
Er hat drei Söhne.
Hij heeft drie zonen.
Mein Bruder ist zwei Jahre älter als ich, aber er ist drei Zentimeter kleiner.
Mijn broer is twee jaar ouder dan ik, maar hij is drie centimeter kleiner.
Mijn broer is twee jaar ouder dan ik, maar is drie centimeter korter.
Die alte Frau verleiht Geld zu einem Zinssatz von drei Prozent.
De oude vrouw leent geld tegen een rentetarief van drie procent.
Er ist seit drei Jahren in Japan.
Hij is al drie jaar in Japan.
Eins plus zwei ist gleich drei.
Eén plus twee is gelijk aan drie.
Eén en twee is drie.
Eén plus twee is drie.
Du hast drei Tassen Kaffee getrunken.
Je hebt drie koppen koffie gedronken.
Ihr habt drei Katzen.
Jullie hebben drie katten.
Es fehlen noch drei Personen.
Er ontbreken nog drie personen.
Ich habe drei Hunde.
Ik heb drie honden.
Ich habe die letzten drei Tage lang nichts gegessen.
Ik heb niets gegeten de laatste drie dagen.
Mein Vater fing gestern drei Fische.
Mijn vader heeft gisteren drie vissen gevangen.
Das macht drei Euro.
Dat is dan samen drie euro.
Der Postbote kommt alle drei Tage vorbei.
De postbode komt om de drie dagen langs.
Es gibt drei Arten von Leuten auf der Welt: die, die zählen können, und die, die es nicht können.
Er zijn drie verschillende soorten mensen op de wereld: zij die kunnen tellen en zij die dat niet kunnen.
Er hat drei falsche Antworten gegeben.
Hij gaf drie foute antwoorden.
Ich würde gern drei Plätze reservieren.
Ik zou graag drie plaatsen willen reserveren.
Wenn du in drei Minuten deinen Teller nicht aufgegessen hast, bekommst du keinen Nachtisch.
Als je binnen drie minuten je bord niet leeg hebt, krijg je geen toetje.
Er hat drei Jahre in Kobe gewohnt.
Hij heeft drie jaar in Kobe gewoond.
Gestern sind drei Männer aus dem Gefängnis geflohen.
Gisteren zijn drie mannen uit de gevangenis ontsnapt.
In Bezug auf diese Frage gibt es drei Probleme.
Met betrekking tot deze vraag zijn er drie problemen.
Er hatte drei Söhne, die Ärzte wurden.
Hij had drie zonen die dokter werden.
Die Besprechung endete um drei Uhr nachmittags.
De vergadering eindigde om drie uur na de middag.
Rubén ist Vater von drei Kindern.
Rubén is vader van drie kinderen.
Ich habe ihn vor drei Jahren kennengelernt.
Ik leerde hem drie jaar geleden kennen.
Er ist höchstens zwei bis drei Jahre jünger als ich.
Hij is hoogstens 2 of 3 jaar jonger dan ik.
Er hat drei Kinder.
Hij heeft drie kinderen.
Du sagtest ihr, dass du die Arbeit vor drei Tagen beendet hast.
Ge hebt haar gezegd dat gij het werk al drie dagen geleden gedaan hadt.
Meine Schwester ist drei Jahre alt.
Mijn zuster is drie jaar oud.
Mijn zus is drie jaar oud.
Er ist drei Jahre älter als ich.
Hij is drie jaar ouder dan ik.
Die japanische Schrift ist sehr kompliziert, sie hat drei Alphabete mit über zweitausend Zeichen.
Het Japans schrift is heel ingewikkeld. Het heeft drie alfabetten met meer dan tweeduizend tekens.
Sie haben vor drei Monaten geheiratet.
Ze zijn drie maanden geleden getrouwd.
Sie geht alle drei Tage in den Supermarkt.
Ze gaat om de drie dagen naar de supermarkt.
Diese Fahrkarte ist drei Tage gültig.
Dit kaartje is geldig voor drie dagen.
"Aber drei Millionen ist alles, was ich habe", sagte Dima. "Nicht mehr und nicht weniger."
"Maar drie miljoen is alles wat ik heb," zei Dima. "Niet meer en niet minder."
Die meisten Schweizer sprechen zwei oder drei Sprachen.
De meeste Zwitsers spreken twee of drie talen.
Er ist vor drei Jahren gestorben.
Hij is drie jaar geleden overleden.
Noch drei Personen stiegen in den Bus ein.
Er zijn nog drie personen in de bus gestapt.
Drei Haare in der Suppe sind relativ viel, drei Haare auf dem Kopf relativ wenig.
Drie haren in de soep is relatief veel, drie haren op het hoofd is relatief weinig.
Seitdem sind drei Jahre vergangen.
Sindsdien zijn er drie jaar voorbijgegaan.
Ich habe drei Tage nichts mehr gegessen.
Ik heb in drie dagen niks meer gegeten.
Vergangenes Jahr verbrachte er drei Monate auf See.
Hij heeft vorig jaar drie maanden op zee doorgebracht.
Meine Tante hatte drei Kinder.
Mijn tante had drie kinderen.
Wir haben drei Flugzeuge.
We hebben drie vliegtuigen.
Fünf plus drei ist acht.
Vijf plus drie is acht.
Fünf und drei macht acht.
Vijf plus drie is gelijk aan acht.
Dieser Roman besteht aus drei Teilen.
Deze roman bestaat uit drie delen.
Sie hat drei Jahre eingesessen.
Zij heeft drie jaar in de gevangenis gezeten.
Er war drei Jahre im Gefängnis.
Hij zat drie jaar in de gevangenis.
Diese Mahlzeit ist genug für drei Personen.
Deze maaltijd is genoeg voor drie personen.
Sie ist Mutter von drei Töchtern.
Ze is de moeder van drie dochters.
Ich bestellte zwei Tee und drei Kaffee.
Ik heb twee thees en drie koffies besteld.
Ik heb twee thee en drie koffie besteld.
Ich habe nur drei Dollar ausgegeben.
Ik heb maar drie dollar uitgegeven.
Er ist drei Jahre jünger als Papa.
Hij is drie jaar jonger dan papa.
Ich habe drei Geschwister.
Ik heb drie broers en zussen.
Das ist vor drei Tagen passiert.
Dat is drie dagen geleden gebeurd.
Schon nach drei Tagen war der Fernseher wieder kaputt.
Al na drie dagen was de televisie opnieuw defect.
Mein Großvater ist vor drei Jahren gestorben.
Mijn grootvader is drie jaar geleden overleden.
Es regnet schon seit drei Tagen.
Het regent al drie dagen.
Drei hoch drei ist siebenundzwanzig.
Drie tot de derde macht is zevenentwintig.
Vier mal drei ist gleich zwölf.
Vier keer drie is twaalf.
Vier maal drie is twaalf.
Sie hat ihn vor drei Jahren getroffen.
Ze ontmoette hem drie jaar geleden.
Ze heeft hem drie jaar geleden ontmoet.
Ich habe gestern drei Fische gefangen.
Ik heb drie vissen gevangen gisteren.
Ik heb gisteren drie vissen gevangen.
Alle drei hassten einander.
Alle drie haatten ze elkaar.
Ich habe nur drei Ziele im Leben: lernen, lernen und nochmals lernen.
Ik heb slechts drie doelen in het leven: leren, leren en leren.
Tom hat drei Onkel.
Tom heeft drie ooms.
Als Kind ging er drei Mal nach Paris.
Als kind ging hij drie keer naar Parijs.
Wo wart ihr zwischen ein und drei Uhr?
Waar waren jullie tussen één en drie uur?
Es ist dreiviertel drei.
Het is kwart voor drie.
Ich habe drei Hunde. Einer ist ein Männchen und die anderen beiden sind Weibchen.
Ik heb drie honden. Eentje is mannelijk en de andere twee zijn vrouwelijk.
Er ist drei Tage später gestorben.
Hij stierf 3 dagen daarna.
Tom hat drei Kameras.
Tom heeft drie camera's.
Er ist drei Jahre älter als sie.
Hij is drie jaar ouder dan zij.
Nach drei Kriegsjahren kam der Frieden zurück.
De vrede kwam terug na drie jaar oorlog.
De vrede keerde weer, na drie jaar oorlog.
Teile den Kuchen unter euch drei!
Verdeel de cake tussen jullie drieën.
Ich gab ihm drei Bücher im Austausch für seine Hilfe.
Ik gaf hem drie boeken in ruil voor z'n hulp.
Ich habe drei Töchter zu verheiraten.
Ik heb drie dochters uit te huwelijken.
Herr Suzuki hat drei Töchter.
Meneer Suzuki heeft drie dochters.
Mijnheer Suzuki heeft drie dochters.
Ich zähle bis drei, dann schieße ich.
Ik tel tot drie, en dan vuur ik!
Drei mal drei gibt neun.
Drie maal drie is negen.
Nach der Überschwemmung wurden drei Menschen vermisst.
Drie mensen worden vermist na de overstroming.
Niederländische Beispielsätze
Zes maal drie is gelijk aan achttien.
Zes maal drie is achttien.
Zes keer drie is achttien.
Ik heb drie broers.
Ik zag hem drie weken geleden.
Tom verdient drie keer zo veel als ik.
Tom heeft drie auto's in zijn garage.
Tom heeft al drie kopjes koffie gedronken.
De dokter raadde Tom aan om ten minste drie alcoholvrije dagen per week te voorzien.
Tom heeft drie jaar voor mij gewerkt.
Ze zijn drie maanden later getrouwd.
Tom is nu drie jaar.
Ik heb drie kippen.
Ik blijf hier drie maanden.
Tom en ik hebben elkaar al drie jaar niet gesproken.
Ik heb drie zoons.
Voeg drie eetlepels witte wijn toe.
Tom is drie inch korter dan Mary.
Tom heeft drie honden.
De laagste temperatuur bedroeg vandaag drie graden Celsius.