Was heißt »Krank­heit« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Krank­heit« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • ziekte (weiblich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Das Leben ist eine tödliche, sexuell übertragbare Krankheit.

Het leven is een seksueel overdraagbare dodelijke ziekte.

Het leven is een dodelijke seksueel overdraagbare ziekte.

Der Patient wird sich bald von seiner Krankheit erholen.

De patiënt zal vlug herstellen van zijn ziekte.

Mit ärztlicher Hilfe hat sie ihre Krankheit überwunden.

Met de hulp van dokters is ze genezen.

Unsauberkeit verursacht Krankheiten.

Onzuiverheid veroorzaakt ziekten.

Goorheid leidt tot ziekten.

Der Patient überwand schließlich seine Krankheit.

De patiënt overwon eindelijk zijn ziekte.

Der Junge kämpfte gegen eine schwere Krankheit.

De jongen vocht tegen een zware ziekte.

Verunreinigtes Trinkwasser kann Krankheiten verursachen.

Vervuild water kan tot ziekten leiden.

Was für eine Krankheit habe ich?

Wat voor ziekte heb ik?

Diese Krankheit wird von Bakterien verursacht.

Die ziekte wordt door bacteriën veroorzaakt.

Woher weißt du, dass der Patient die Krankheit nicht simuliert?

Hoe weet je dat de patiënt de ziekte niet veinst?

Hohes Fieber ist ein typisches Symptom dieser Krankheit.

Hoge koorts is een typisch symptoom van deze ziekte.

Die Krankheit ist noch in der Anfangsphase.

De ziekte is nog altijd in de eerste fase.

Hab keine Angst, diese Krankheit ist nicht ansteckend.

Heb geen angst. Die ziekte is niet besmettelijk.

Wees niet bang. Die ziekte is niet besmettelijk.

Er war abwesend wegen Krankheit.

Hij was afwezig wegens ziekte.

Er hielt eine Rede über die Alzheimersche Krankheit.

Hij gaf een toespraak over alzheimer.

Er zog sich die Krankheit vor vielen Jahren zu.

Hij liep de ziekte lang geleden op.

Nach dem Lesen des Wahlprogramms der Sozialdemokratischen Partei Deutschlands hat sich Tom, der aufgrund einer angeborenen Krankheit kein Langzeitgedächtnis besitzt, dazu entschlossen, dieser Partei in diesem Jahr seine Stimme zu geben.

Na het lezen van het verkiezingsprogramma van de Sociaal-Democratische Partij van Duitsland besloot Tom, die als gevolg van een aangeboren ziekte geen langetermijngeheugen heeft, dit jaar op deze partij te stemmen.

Er sprach über ihre Krankheit.

Hij praatte over haar ziekte.

Eine plötzliche Krankheit zwang sie, den Termin abzusagen.

Door plotselinge ziekte moest ze haar afspraak afzeggen.

Ein Vorteil automatischer Türen ist sicher, dass Menschen ihre ansteckenden Krankheiten nicht durch das Anfassen von Türklinken weiter verbreiten können.

Een voordeel van automatische deuren is zeker dat mensen hun besmettelijke ziektes niet kunnen verder verspreiden door het aanraken van deurklinken.

Tollwut ist die tödlichste Krankheit auf der Erde.

Hondsdolheid is de dodelijkste ziekte op aarde.

Rabiës is de dodelijkste ziekte op aarde.

Die Krankheit nimmt ihren Lauf.

De ziekte neemt zijn loop.

Krankheit vorzutäuschen ist zwecklos.

Het heeft geen zin om te doen alsof je ziek bent.

Bei Verkehr ohne Kondom kann man sich leicht eine Krankheit holen.

Als je vrijt zonder condoom kan je gemakkelijk een ziekte oplopen.

Armut ist schlimmer als Krankheit.

Armoede is erger dan ziekte.

Ein Wunder ist geschehen! Tom ist völlig gesund, keine Spur mehr von der Krankheit!

Er is een wonder gebeurd! Tom is volledig gezond en er is geen spoor meer van de ziekte.

Er wird schnell wieder von seiner Krankheit genesen.

Hij zal snel weer herstellen van zijn ziekte.

Es ist eine unheilbare Krankheit.

Het is een ongeneeslijke ziekte.

Sie zog sich eine unheilbare Krankheit zu.

Ze kreeg een ongeneeslijke ziekte.

Fieber deutet auf Krankheit hin.

Koorts wijst op ziekte.

Synonyme

Antonyme

Ge­sund­heit:
gezondheid

Niederländische Beispielsätze

  • Mijn zoon heeft een erfelijke ziekte.

  • Ze is afwezig wegens ziekte.

  • Ze kon niet komen vanwege ziekte.

  • Zijn ziekte is het gevolg van slecht weer.

  • Ze kan de lessen niet bijwonen vanwege ziekte.

  • Hij liep een ongeneeslijke ziekte op.

Untergeordnete Begriffe

Au­to­im­mun­krank­heit:
auto-immuun aandoening
Irr­sinn:
gekte
waanzin
Neu­ro­se:
neurose
Pein:
pijn
Schlag:
hok
Übel­keit:
misselijkheid
Un­wohl­sein:
indispositie
ongesteldheid

Krankheit übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Krankheit. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Krankheit. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 683, 360662, 364463, 381652, 405654, 689483, 748807, 820175, 930933, 957560, 1115291, 1229019, 1291195, 1331179, 2261288, 2309263, 2350815, 2420827, 2699495, 3003055, 3476423, 3581214, 4305165, 4957236, 5109745, 5323419, 5469620, 7747938, 8036088, 8861712, 2780362, 4522112, 4640517, 6615695, 424931 & 8810798. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR