Was heißt »vor­sich­tig« auf Niederländisch?

Das Adjektiv »vor­sich­tig« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • voorzichtig

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Du solltest vorsichtiger sein.

Je moet voorzichtiger zijn.

Fahr bitte vorsichtig.

Rij alsjeblieft voorzichtig.

Fahren Sie vorsichtig.

Rijdt u voorzichtig.

Der Alte ging vorsichtig über die Straße.

De oude man stak voorzichtig de straat over.

Vor allem sei vorsichtig, was du isst und trinkst.

Wees vooral voorzichtig met wat je eet en drinkt.

Bitte fahr vorsichtig.

Rij voorzichtig, alsjeblieft.

Bitte fahrt vorsichtig.

Gelieve voorzichtig te rijden.

Fahren Sie vorsichtig!

Rij voorzichtig!

Sie machte das vorsichtig.

Zij deed het voorzichtig.

Fahre vorsichtig.

Rijd voorzichtig.

Rij voorzichtig.

Wenn du vorsichtig fährst, kannst du Unfälle vermeiden.

Als je voorzichtig rijdt, kun je ongelukken voorkomen.

Tom ist ein sehr vorsichtiger Fahrer.

Tom is een heel voorzichtige chauffeur.

Mit Schießpulver muss man überaus vorsichtig umgehen.

Buskruit moet met zorg behandeld worden.

Fahre bitte vorsichtig!

Rij voorzichtig, alsjeblieft!

Du musst vorsichtig sein.

Je moet voorzichtig zijn.

Nie ist man zu vorsichtig.

Men is nooit te voorzichtig.

Ich muss vorsichtiger sein.

Ik moet beter oppassen.

Geh von jetzt an vorsichtiger mit deinem Gelde um!

Ga van nu af aan voorzichtiger met je geld om.

Ihr solltet vorsichtiger sein!

Jullie zouden best voorzichtiger zijn.

Sei vorsichtig! Das ist kein Spielzeug!

Voorzichtig. Dit is geen speelgoed.

Sei vorsichtig! Das ist hochentzündlich!

Doe voorzichtig. Het is erg brandbaar.

Sei aber bitte vorsichtig!

Maar wees alstublieft voorzichtig!

Sei vorsichtig! Der Boden ist glatt.

Wees voorzichtig. De vloer is glad.

Tom fährt vorsichtig.

Tom rijdt voorzichtig.

Versuch wenigstens, vorsichtig zu sein.

Probeer tenminste voorzichtig te zijn.

Tom muss vorsichtiger sein.

Tom moet voorzichtiger zijn.

Tom sollte vorsichtiger sein.

Tom zou voorzichtiger moeten zijn.

Seien Sie vorsichtig.

Kijk uit.

Let op!

Wees voorzichtig!

Voorzichtig.

Pas op!

Nun da ich es weiß, werde ich vorsichtiger sein.

Nu ik dat weet, zal ik voorzichtiger zijn.

Es tut mir leid. Ich hätte vorsichtiger sein sollen.

Het spijt me. Ik had voorzichtiger moeten zijn.

Sei nächstes Mal vorsichtig.

Wees voorzichtig de volgende keer.

Sei auf dem Weg nach Hause vorsichtig!

Wees voorzichtig op de weg naar huis.

Ich muss vorsichtig sein.

Ik moet voorzichtig zijn.

Wir alle müssen vorsichtig sein.

We moeten allemaal voorzichtig zijn.

Sie schaute vorsichtig nach dem Vogel im Nest.

Ze keek voorzichtig naar de vogel in het nest.

Synonyme

lei­se:
fijn
flauw
gering
stil
stilletjes
zacht
zachtjes
zwak
zwakjes
sorg­fäl­tig:
zorgvuldig
ver­hal­ten:
ingehouden
wach­sam:
waakzaam

Niederländische Beispielsätze

  • Hij raadde aan om voorzichtig te zijn.

  • Wees voorzichtig, de man heeft een pistool.

  • Wees alsjeblieft voorzichtig.

  • Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn.

  • Wees voorzichtig met wie je vertrouwt!

  • Wees voorzichtig. Het is glad.

Vorsichtig übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: vorsichtig. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: vorsichtig. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 396561, 448988, 556077, 621466, 673999, 824600, 824601, 869176, 900520, 1302591, 1440298, 1445010, 1731418, 1735254, 1791478, 1895049, 2228427, 2535085, 2717323, 2722180, 2722191, 3047017, 3168549, 3220337, 4163809, 4696157, 4696172, 6164903, 6546745, 6736307, 7268383, 8135934, 8200582, 10747596, 11163816, 9429322, 11522456, 8972740, 8959478, 8685916 & 7830231. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR