Was heißt »tot« auf Niederländisch?

Das Adjektiv »tot« (ver­altet: todt) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • dood

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Seine Eltern sind beide tot.

Zijn beide ouders zijn dood.

Der Hund war tot.

De hond was dood.

Fällt der Bauer tot vom Traktor, steht am Waldrand ein Reaktor.

Valt de boer dood van de tractor, staat aan de bosrand een reactor.

Weißt du nicht, dass er seit zwei Jahren tot ist?

Weet je niet dat hij al twee jaar dood is?

Sie ist tot.

Zij is dood.

Ze is dood.

Noch einen Schritt und du bist tot.

Nog één stap en je bent dood.

Ist die Schlange tot oder lebendig?

Is die slang dood of levend?

Sowohl sein Vater als auch seine Mutter sind tot.

Zowel zijn vader als moeder zijn gestorven.

Er sah schlafend aus, er war aber tatsächlich tot.

Hij zag eruit alsof hij sliep, maar eigenlijk was hij dood.

Treffen sich zwei Jäger: Beide tot.

Ontmoeting tussen twee jagers: allebei dood.

Der Hund meines Nachbarn ist tot.

De hond van mijn buurman is dood.

Die Ärzte hielten ihn für tot, aber heute ist er immer noch lebendig und gesund und hat Arbeit und eine Familie.

De dokters dachten dat hij dood was, maar vandaag is hij gezond en wel en hij heeft werk en een familie.

Glaubt ihr, dass er tot ist?

Denken jullie dat hij dood is?

Meine Eltern sind beide tot.

Mijn ouders zijn allebei dood.

Mijn beide ouders zijn dood.

Das Säugetier ist tot.

Het zoogdier is dood.

Dieser Mann ist tot.

Deze man is dood.

Der Hund ist tot.

De hond is dood.

Ich konnte mich nicht damit abfinden, dass meine Frau tatsächlich tot war.

Ik kon niet accepteren dat mijn vrouw echt dood was.

Seine beiden Großväter sind tot.

Zijn beide grootvaders zijn dood.

Speck und Brot schlägt den Hunger tot.

Spek en brood slaat de honger dood.

Meine Eltern sind tot.

Mijn ouders zijn dood.

Bist du tot?

Ben je dood?

Der Papagei ist tot.

De papegaai is dood.

Alle meine Freunde und Verwandten sind tot.

Al mijn vrienden en familie zijn dood.

Spiel nicht tot.

Speel niet dood.

Er lag tot in der Badewanne.

Hij lag dood in de badkuip.

Ohne deinen Mut wären wir jetzt tot.

Zonder uw moed, waren we nu dood geweest.

Sein Vater und seine Mutter sind beide tot.

Zijn vader en moeder zijn beiden dood.

Unsere Götter sind tot.

Onze goden zijn dood.

Er muss tot sein.

Hij moet dood zijn.

Sie müssen tot sein.

Zij moeten dood zijn.

Seine Großeltern sind beide tot.

Zijn beide grootouders zijn dood.

Tom ist tot.

Tom is dood.

Tom ist nicht tot.

Tom is niet dood.

Sie wollen dich tot sehen.

Ze willen je dood.

Sie waren tot.

Ze waren dood.

Ist sie tot?

Is ze dood?

„Lieber tot als rot“ lautete eine weitverbreitete Redensart während des „Kalten Krieges“.

''Beter dood dan rood'' luidde een bekende uitdrukking tijdens de ''Koude Oorlog''.

Ein Staatsmann ist ein Politiker, der seit zehn oder fünfzehn Jahren tot ist.

Een staatsman is een politicus die al tien of vijftien jaar dood is.

Lieber tot als rot.

Liever dood dan rood.

Sie sind beide tot.

Ze zijn beiden dood.

Die Spinne ist tot.

De spin is dood.

Da lache ich mich tot!

Ik lach me dood om dit!

Ich dachte, Tom wäre tot.

Ik dacht dat Tom dood was.

Du bist tot!

Jij bent dood!

Sie sind wahrscheinlich schon tot.

Zij zijn waarschijnlijk al dood.

Ist er tot?

Is hij dood?

Ich weiß nicht, ob er tot ist oder lebt.

Ik weet niet of hij dood is of leeft.

Der Schmetterling ist tot.

De vlinder is dood.

Am Morgen wurde auch er tot aufgefunden.

's Morgens werd ook hij dood aangetroffen.

Er wurde von einem Auto angefahren und war auf der Stelle tot.

Hij werd geraakt door een auto en was op slag dood.

Plötzlich war er tot.

Plots was hij dood.

Sie befürchten, dass er tot ist.

Ze vrezen dat hij dood is.

Maria wurde aus dem Beruf, den sie zwanzig Jahre lang ausgeübt hatte, entlassen. Zwei Stunden später lief sie vor ein fahrendes Auto und war tot.

Maria werd ontslagen uit het beroep dat ze twintig jaar had beoefend. Twee uur later rende ze voor een rijdende auto en was dood.

Alle glauben, ich wäre tot.

Iedereen denkt dat ik dood ben.

Tom stellte sich tot.

Tom hield zich dood.

Wer hat dir gesagt, dass er tot sei?

Wie heeft tegen jou gezegd dat hij dood is?

Wenn ein Mensch tot ist, muss er bestattet werden.

Als een mens dood is, moet hij worden begraven.

Vielleicht ist Tom tot.

Misschien is Tom dood.

Beide Elternteile von Tom sind tot.

Toms ouders zijn allebei dood.

Er ist wahrscheinlich tot.

Hij is waarschijnlijk dood.

Bin ich tot?

Ben ik dood?

Mein Opa ist tot.

Mijn opa is dood.

Hoffen wir, dass Tom nicht tot ist!

Laten we hopen dat Tom niet dood is.

Synonyme

ge­fal­len:
bevallen
leb­los:
levenloos
ontzield
mau­se­tot:
morsdood
se­lig:
zalig
ver­schie­den:
ongelijk
verschillend

Antonyme

le­bend:
levend

Niederländische Beispielsätze

  • De dood van één persoon is een tragedie; de dood van miljoenen is statistiek.

  • Uw dood is mijn leven.

  • Omdat hij al drie jaar aan kanker leed kon zijn vrouw zijn dood zien aankomen.

  • Geloof jij dat er leven na de dood bestaat?

  • We associëren zwart vaak met de dood.

  • Hij stierf een natuurlijke dood.

  • We kwamen gevaarlijk dicht bij de dood door bevriezing.

  • De oorlog bracht dood en vernieling in de stad.

  • De liefde is sterker dan de dood.

  • Niemand kan de dood vermijden.

  • Ik ben het levende bewijs dat de dood overwonnen worden kan.

  • Hij trok zelfs geen wenkbrauw op bij het nieuws van de dood van zijn vrouw.

  • Mijn moeders religie heeft haar geholpen bij het verwerken van de dood van mijn vader.

  • Mensen maken zich veel meer zorgen over de eeuwigheid na hun dood dan over de eeuwigheid die zich voor hun geboorte heeft afgespeeld. Het is echter dezelfde hoeveelheid eeuwigheid, die zich uitrolt in alle richtingen vanaf het punt waar wij staan.

  • Ze zijn niet bang van de dood.

  • De filosoof Socrates sprak in de gevangenis met zijn makkers over de dood.

  • We zijn niet bang voor de dood.

  • Ik heb een verdenking in verband met zijn dood.

  • Niemand kan de dood ontsnappen.

  • De beschuldigde werd ter dood veroordeeld.

Untergeordnete Begriffe

mau­se­tot:
morsdood
mund­tot:
monddood

Tot übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: tot. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: tot. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 361947, 413613, 414337, 421852, 430923, 448355, 448414, 458889, 535038, 622218, 632578, 636758, 637399, 675654, 747272, 772492, 782204, 879983, 1044006, 1097174, 1106693, 1139097, 1141969, 1365303, 1493535, 1540587, 1541776, 1607505, 1681407, 1777633, 1777635, 1875794, 1997579, 1997693, 2142846, 2244501, 2261016, 2265271, 2357038, 2446541, 2474113, 2975429, 3016478, 3034455, 3282641, 3742392, 3805379, 6036573, 6046961, 6206019, 6313883, 6457138, 6731771, 6734061, 6784767, 6864336, 7352379, 7990470, 8081094, 8238169, 8242423, 8317355, 8465262, 9963360, 2088932, 2149837, 2187425, 1557024, 1539688, 1475718, 1401670, 1257164, 1148969, 1112093, 2932069, 2969096, 3042809, 3081193, 846805, 3163978, 822050, 821348, 796095 & 740167. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR