Was heißt »prak­tisch« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Das Gegenteil von unpraktisch ist praktisch.

Het tegenovergestelde van onpraktisch is praktisch.

Wir sind praktisch wie Brüder.

We zijn praktisch broers.

Lineale sind praktisch, um gerade Linien zu ziehen.

Linealen zijn praktisch om rechte lijnen te trekken.

Linialen zijn praktisch om rechte lijnen te tekenen.

Es ist praktisch, so nah am Bahnhof zu wohnen.

Het is handig om zo dicht bij het station te wonen.

Tom ist ein sehr praktischer, bodenständiger Mensch.

Tom is een erg praktisch, nuchter mens.

Tom hat mich praktisch unter seine Fittiche genommen.

Tom heeft me als het ware onder zijn hoede genomen.

Tom ist praktisch.

Tom is praktisch.

Tom macht das praktisch niemals.

Tom doet dat vrijwel nooit.

Sie sprechen praktisch niemals Französisch.

Ze spreken vrijwel nooit Frans.

Tom beklagt sich praktisch niemals über etwas.

Tom klaagt bijna nergens over.

Tom isst praktisch niemals mehr Fleisch.

Tom eet praktisch geen vlees meer.

Tom macht das praktisch niemals mehr.

Tom doet dat vrijwel niet meer.

Tom geht praktisch niemals in die Kirche.

Tom gaat vrijwel nooit naar de kerk.

Mein Bruder geht praktisch niemals in die Kirche.

Mijn broer gaat vrijwel nooit naar de kerk.

Sie verlässt nach Einbruch der Dunkelheit praktisch niemals das Haus.

Ze verlaat praktisch nooit het huis als het donker is.

Ze verlaat bijna nooit het huis na het invallen van het duister.

Er geht praktisch niemals ins Kino.

Hij gaat praktisch nooit naar de bioscoop.

Das Mittelmeer ist praktisch eine Grenze zwischen zwei Welten, dem christlichen Norden und dem islamischen Süden.

De Middellandse Zee is als het ware een grens tussen twee werelden, de christelijke in het noorden en de islamitische in het zuiden.

Es ist praktisch, ein Laptop zu besitzen.

Het is handig om een laptop te hebben.

Das ist nicht praktisch.

Dat is niet praktisch.

Synonyme

de fac­to:

de facto

in feite

durch­aus:

volstrekt

eher:

eerder

ei­gent­lich:

eigenlijk

ein­fach:

eenvoudig

emp­feh­lens­wert:

aanbevelenswaardig

fast:

bijna

haast

frei­lich:

weliswaar

ge­ra­de:

recht

gleich­sam:

als het ware

qua­si:

in feite

vrijwel

schlecht­hin:

bij uitstek

gewoon

gewoonweg

tat­säch­lich:

inderdaad

wei­test­ge­hend:

vergaand

zweck­mä­ßig:

doelmatig

Antonyme

the­o­re­tisch:

theoretisch

Niederländische Beispielsätze

• We zijn praktisch gezien familie.

• Je zult deze kaart erg handig vinden.

• De Titanic werd beschouwd als praktisch onzinkbaar.

• De oorlog is praktisch voorbij.

• We zijn praktisch familie.

• Deze website is erg handig.