Was heißt »freu­en« auf Niederländisch?

Das Verb »freu­en« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • verheugen

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich freue mich darauf, Ihre Gedanken zu diesem Thema zu hören.

Ik wacht met ongeduld op uw ideeën over dat thema.

Ich freue mich auf meinen Geburtstag.

Ik verheug me op mijn verjaardag.

Es freut mich, dich kennenzulernen, Ken.

Blij je te leren kennen, Ken.

Ich freue mich darauf, Sie im April zu treffen.

Ik kijk ernaar uit je in april te zien.

Ich freue mich, dich wiederzusehen.

Het verheugt me je terug te zien.

Ik ben blij om je weer te zien.

Ik ben blij je weer te ontmoeten.

Er freut sich darauf.

Hij verheugt zich erop.

Ich freue mich auf die Sommerferien.

Ik kijk uit naar de zomervakantie.

Unsere blaue Bettwäsche ist bügelfrei und sehr kuschelig, da freut man sich abends schon immer aufs Bett!

Ons blauwe beddengoed hoeft niet gestreken te worden en is heel lekker zacht; je verheugt je er 's avonds altijd al op om naar bed te gaan!

Es freut mich sehr, Sie kennenzulernen!

Prettig met u kennis te maken.

Er wird sich freuen, dich zu sehen.

Hij zal blij zijn u te zien.

Hij zal blij zijn je te zien.

Ich freue mich darauf, dich zu Weihnachten zu sehen.

Ik kijk ernaar uit om je met Kerstmis te zien.

Ich würde mich freuen, wenn du zu meiner Party kämest.

Ik zou het leuk vinden als je naar mijn feestje kwam.

Es freut mich zu hören, dass du dich trotz der Kälte nicht erkältest hast.

Ik ben blij te horen dat je ondanks de kou niet verkouden bent geworden.

Die Sterne, die begehrt man nicht, man freut sich ihrer Pracht.

De sterren begeert men niet, men verheugt zich in hun pracht.

Es freut mich, Ihre Bekanntschaft zu machen.

Prettig met u kennis te maken!

Es hat mich gefreut, dich hier zu treffen!

Ik vond het leuk, je hier te ontmoeten.

Ich freue mich, dass ich Ihnen letzte Woche helfen konnte.

Ik ben blij dat ik u de vorige week kon helpen.

Ich freue mich dich zu sehen, aber es gibt hier nichts, was du tun könntest.

Ik ben blij u te zien, maar hier is voor u niets te doen.

Ich freue mich ja so, dich wiederzusehen!

Ik ben zo blij je weer te zien.

Ich freue mich, das zu hören!

Ik ben blij dat te horen!

Wenn zwei sich streiten, freut sich der dritte.

Als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen.

Ich freue mich, dass ich Ihnen helfen konnte.

Het doet me plezier dat ik u heb kunnen helpen.

Es freut mich, dass wir uns hier treffen.

Het doet me plezier dat we elkaar hier ontmoeten.

Ich freue mich wirklich darauf, Tom kennenzulernen.

Ik kijk er echt naar uit om Tom te leren kennen.

„Du siehst müde aus, Marie.“ - „Ja, ich hatte mich so auf heute gefreut, dass ich nicht schlafen konnte, aber es geht schon.“

"Wat zie jij er moe uit, Maria." "Ja, ik keek zo uit naar vandaag dat ik niet goed heb kunnen slapen. Maar het gaat wel."

Es freut mich sehr, dass ich dir helfen konnte.

Ik ben heel blij dat ik u kon helpen.

Ich freue mich, dass ich dir helfen konnte.

Het doet me plezier dat ik je heb kunnen helpen.

Ich freue mich, dass ich euch helfen konnte.

Het doet me plezier dat ik jullie heb kunnen helpen.

Es freut mich, dich kennenzulernen, Tom!

Fijn om u te ontmoeten, Tom.

Ich freue mich darauf.

Ik kijk ernaar uit.

Es freut mich, von deinem Erfolg zu hören.

Ik ben blij over je succes te horen.

Ich freue mich wirklich, dass du hier bist.

Ik ben echt blij dat je hier bent.

Es freut mich, dass ich helfen konnte.

Ik ben blij dat ik kon helpen.

Chef freute sich auch über die Anwesenheit Schneewittchens, weil er nun mit jemandem über Psychoanalyse sprechen konnte.

Doc was ook blij met de aanwezigheid van Sneeuwwitje, omdat hij nu met iemand over psychoanalyse kon praten.

Ich freue mich, dass du mich um Rat gefragt hast.

Ik ben blij dat je mij om advies hebt gevraagd.

Ich freue mich, dich endlich persönlich kennenzulernen.

Ik ben blij je eindelijk in levenden lijve te ontmoeten.

Das freut mich!

Dat maakt me blij.

Wenn du stirbst, werde ich mich freuen.

Als je sterft, zal ik blij zijn.

Das freut uns sehr.

We vinden het erg leuk!

Sie schien sich zu freuen, mich zu sehen.

Ze leek blij te zijn om mij te zien.

Ich freue mich so, dich wiederzusehen!

Het is heel prettig om je weer te zien.

Es freut mich, euch wiederzusehen.

Ik ben blij jullie weer te zien.

Ik ben blij om jullie weer te zien.

Ich freue mich schon so richtig auf zu Hause!

Ik verheug me zo om thuis te zijn!

Es freut mich, dich wiederzusehen!

Ik ben blij je weer te zien.

Het doet me plezier je weer te zien.

Ich freue mich darauf, dich besser kennenzulernen.

Ik kijk ernaar uit je beter te leren kennen.

Synonyme

be­kom­men:
krijgen
er­hal­ten:
ontvangen

Sinnverwandte Wörter

ge­nie­ßen:
genieten

Antonyme

fürch­ten:
bang zijn
duchten
opzien
vrezen
sor­gen:
verzorgen
zorgen
trau­ern:
rouwen

Niederländische Beispielsätze

  • Wanneer u doodgaat, zal ik me verheugen.

  • Door zich voor Esperanto te interesseren zou de zoon zijn vader verheugen.

Untergeordnete Begriffe

er­freu­en:
zich verheugen

Freuen übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: freuen. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: freuen. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 897, 364449, 396258, 401086, 444109, 592766, 602721, 618033, 651512, 700863, 801183, 927139, 1414435, 1664907, 1935711, 2201833, 2250695, 2355731, 2671998, 2854471, 2948936, 2967698, 2977935, 3064224, 3274388, 3319688, 3403003, 3403004, 3412060, 3610744, 3640238, 3667747, 3786029, 3979178, 4141237, 5070105, 6039143, 6606722, 6645638, 7850597, 7856104, 7924932, 8078278, 8296579, 8662416, 6606716 & 527988. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR