Was heißt »einsam« auf Niederländisch?

Das Adjektiv »einsam« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Es ist einsam im Sattel, seit das Pferd gestorben ist.: Het is eenzaam in het zadel sinds het paard is overleden.
Ich bin einsam ohne dich.: Ik ben eenzaam zonder jou.
Ich bin einsam.: Ik ben eenzaam.
Das Mädchen ist einsam.: Het meisje is eenzaam.
Sie fühlte sich einsam, als ihre Freunde alle nach Hause gegangen waren.: Ze voelde zich eenzaam toen al haar vrienden naar huis waren gegaan.
Er ist nicht mehr einsam.: Hij voelt zich niet langer alleen.
Sind Sie einsam?: Bent u eenzaam?
Tom fühlte sich sehr einsam.: Tom voelde zich erg eenzaam.
Sie sieht einsam aus.: Ze ziet er eenzaam uit.; Ze lijkt eenzaam.
Ohne dich wird es wirklich einsam sein.: Zonder jou wordt het echt eenzaam.
Ich fühle mich so einsam.: Ik voel me zo alleen.
Wer täglich Knoblauch isst, kann sehr alt werden – und sehr einsam.: Iemand die iedere dag knoflook eet, kan heel oud worden - en zeer eenzaam.
Tom fühlte sich einsam.: Tom voelde zich eenzaam.
Wenn man kein Hobby hat, kann das Leben einsam sein.: Als men geen hobby heeft, kan het leven eenzaam zijn.
Viele Menschen sind nur deshalb einsam, weil sie Dämme bauen statt Brücken.: Veel mensen zijn alleen daarom eenzaam, omdat zij dammen bouwen in plaats van bruggen.
Ich bin sehr einsam.: Ik ben erg eenzaam.
Tom ist einsam.: Tom is eenzaam.
Ich war nicht einsam.: Ik was niet eenzaam.
Ich fühlte mich sehr einsam.: Ik voelde me heel eenzaam.

Ik voel me zo eenzaam dat ik graag iemand zou hebben om mee te praten.
Mijn tante woont in een eenzaam huis op de buiten.
Begin maart viel de dooi in en lag het meer al gauw vol ijsschotsen, en op één daarvan zat een klein, eenzaam poesje.