Was heißt »dürfen« auf Niederländisch?
Das Verb »dürfen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- mogen
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
"Mama, darf ich einen Keks essen?" "Nein, darfst du nicht. Man sollte nicht zwischen den Mahlzeiten essen."
"Mama, mag ik een koekje eten?" "Nee, dat mag je niet. Je hoort niet tussen de maaltijden te eten."
Man darf nicht darauf warten, dass die anderen für einen denken!
Verwacht niet dat anderen voor jou denken.
Man darf nicht Homomorphismen mit Homöomorphismen verwechseln.
Men moet homomorfisme niet verwarren met homeomorfisme.
Du darfst nicht zu viel Eis und Spaghetti essen.
Je mag niet te veel ijs en spaghetti eten.
Die zweite Sprache darf frei gewählt werden.
De tweede taal mag vrij gekozen worden.
Du darfst nicht zu viel essen.
Je mag niet te veel eten.
Du darfst jetzt nach Hause gehen.
Ge moogt naar huis gaan nu.
Je kunt nu naar huis gaan.
In einem Fahrstuhl dürfen Sie nicht rauchen.
In een lift moogt ge niet roken.
Sie dürfen gehen.
U mag gaan.
Du darfst nicht reinkommen.
Je mag er niet in.
Je mag niet binnenkomen.
Du darfst keine Angst haben, Fehler zu machen, wenn du eine Sprache lernst.
Heb geen schrik om fouten te maken, als ge een taal leert.
Personen unter achtzehn Jahren dürfen nicht heiraten.
Personen onder de achttien jaar mogen niet trouwen.
Man darf unter Alkoholeinfluss nicht fahren.
Je moet niet rijden onder invloed van drank.
Du darfst meinen neuen Wagen benutzen.
Je mag mijn nieuwe auto gebruiken.
Du darfst in diesem Zimmer nicht rauchen.
Je mag in deze kamer niet roken.
Du darfst das Auto nicht in dieser Straße parken.
Ge moogt de auto niet parkeren in deze straat.
Je mag de auto niet in deze straat parkeren.
Du darfst es nicht berühren, weil es sehr zerbrechlich ist.
Je mag het niet aanraken, want het is breekbaar.
Sie dürfen hier nicht parken.
U mag hier niet parkeren.
Man darf nicht auf dem Seitenstreifen anhalten, um seine Notdurft zu verrichten.
Het is verboden op de pechstrook te stoppen om aan je natuurlijke behoefte te voldoen.
Du darfst hier in jeder beliebigen Sprache schreiben. Auf Tatoeba sind alle Sprachen gleichwertig.
Je mag schrijven in de taal die je verkiest. In Tatoeba zijn alle talen gelijkwaardig.
Man darf nicht auf dem Gehsteig parken.
Je mag niet op de stoep parkeren.
Man darf seine Haut nicht zu lange der Sonne aussetzen.
Je mag je huid niet te lang blootstellen aan de zon.
Dreimal darfst du raten!
Je mag driemaal raden!
Je mag drie keer raden!
Sie dürfen alles sagen, was Sie denken... wenn Sie denken wie ich.
U heeft het recht om alles te zeggen wat u denkt ... zolang u denkt als ik.
Das darf sich nicht wiederholen!
Het mag niet nog eens gebeuren!
Du darfst hier parken.
Je kan hier parkeren.
Sie dürfen hier parken.
U kunt hier parkeren.
Entschuldigung, darf ich das Fenster aufmachen?
Excuseer, mag ik het venster opendoen?
Ich hätte Sie gerne kurz gesprochen, wenn ich darf.
Ik zou je graag eventjes spreken als het mag.
Niemand darf ohne Erlaubnis gehen.
Niemand mag vertrekken zonder toestemming.
Du darfst maximal 100 Dollar ausgeben.
Je mag een maximum van 100 dollar besteden.
Du darfst einen Brief nicht mit dem Bleistift schreiben.
Gebruik geen potlood om een brief te schrijven.
Seine Versprechen darf man nicht brechen.
Je moet je beloftes niet breken.
Wie darf ich Ihnen helfen?
Waarmee kan ik u van dienst zijn?
Frauen dürfen in Saudi-Arabien nicht Auto fahren.
Vrouwen mogen in Saoedi-Arabië niet autorijden.
Du darfst jetzt nicht aufgeben – nicht nach all der Mühe, die du da hineingesteckt hast.
Je mag nu niet opgeven, niet na alle moeite die je hiervoor hebt gedaan.
Man wird doch wohl noch seine Meinung sagen dürfen!
Je zult toch nog wel je eigen mening mogen zeggen!
Liebe kann man lernen. Und niemand lernt besser als Kinder. Wenn Kinder ohne Liebe aufwachsen, darf man sich nicht wundern, wenn sie selber lieblos werden.
Liefde kan je aanleren. En niemand leert beter dan kinderen. Als kinderen opgroeien zonder liefde, kun je niet verbaasd zijn als ze zelf liefdeloos worden.
Ich darf Sie bitten, meine Damen und Herren, sich zur Urteilsverkündung zu erheben!
Dames en heren, staat u alstublieft op voor de voorlezing van het vonnis!
Dames en heren, gelieve op te staan voor de uitspraak van het vonnis!
Ich werde Ihre Meinung bis an mein Lebensende bekämpfen, aber ich werde mich mit allen Kräften dafür einsetzen, dass Sie sie haben und aussprechen dürfen.
Ik zal mijn leven lang uw mening bestrijden, maar ik zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat u die mag hebben en uiten.
Du darfst dir aussuchen, was immer du willst.
Je kunt kiezen welke je wil.
Du darfst schwimmen.
Je mag zwemmen.
Man darf ein Kleinkind nicht der Sonne aussetzen.
Je mag een peuter niet blootstellen aan de zon.
Ich darf in mein Tagebuch schreiben, was ich will.
Ik mag in mijn dagboek schrijven wat ik wil.
Du darfst einladen, wen du willst.
Je mag iedereen uitnodigen die je wenst.
Wer das Glück findet, der darf es aufheben.
Die het geluk vindt die mag het oprapen.
Selbst eine Katze darf den König anschauen.
Zelfs een kat mag naar de koning kijken.
Die Schüler dürfen diese Rechner benutzen.
De leerlingen mogen deze computers gebruiken.
Wir dürfen nicht die Hoffnung verlieren.
We moeten de hoop niet verliezen.
Wie heißt die Dame, die nicht genannt werden darf?
Hoe heet die dame waarvan men de naam niet mag zeggen?
Du darfst mein Wörterbuch immer benutzen.
Je mag altijd mijn woordenboek gebruiken.
Was Jupiter erlaubt ist, das darf das Rindvieh noch lange nicht!
Wat Jupiter is toegestaan, is het rund nog niet toegestaan.
Sie dürfen nicht alles glauben, was Sie in den Zeitungen lesen.
U moet niet alles geloven wat u in de kranten leest.
Er darf kein Fahrzeug führen.
Hij mag geen voertuig besturen.
Papa, darf ich mir den Wagen leihen?
Papa, mag ik je auto lenen?
Niemand darf da hinein.
Niemand mag daar binnen.
Du darfst nach Hause gehen.
Ge moogt naar huis gaan.
Natürlich darfst du.
Natuurlijk, ga je gang.
Du darfst jetzt reinkommen.
Je mag nu binnenkomen.
Ich finde, dass ich diese Gelegenheit nicht vorübergehen lassen darf.
Ik vind dat ik die gelegenheid niet mag laten voorbijgaan.
Tom darf vieles bei seinen Eltern, was meine mir nicht erlauben.
Tom mag van zijn ouders heel veel dingen die ik niet mag.
Meine Kinder dürfen nicht fernsehen.
Mijn kinderen mogen geen televisie kijken.
Hier dürfen Sie nicht parken, das ist eine Ausfahrt!
U mag hier niet parkeren, het is een uitgang!
Wir denken, dass keine Kriege mehr sein dürfen.
We denken dat er geen oorlogen meer mogen zijn.
Du darfst nicht aufgeben.
Je moet niet opgeven.
Wir dürfen das nicht tun.
We mogen dat niet doen.
Wij mogen dat niet doen.
Du darfst hier rauchen.
Je mag hier roken.
Hier kan je roken.
Sie dürfen hier rauchen.
U mag hier roken.
Das darf ich ja nicht vergessen!
Dat mag ik beslist niet vergeten!
Niemand darf das Gesetz missachten.
Niemand mag de wet minachten.
Das dürfte genug sein.
Dat zou genoeg moeten zijn.
Man darf da nicht parken.
Je mag daar niet parkeren.
Warum machst du das hier, wenn ich fragen darf?
Als ik zo vrij mag zijn, waarom doe je dit?
Waarom doe je dit als ik vragen mag?
Sie dürfen schwimmen.
U mag zwemmen.
Die deutsche Regierung darf denen nicht helfen.
De Duitse regering mag hen niet helpen.
Natürlich darfst du das.
Natuurlijk mag je dat.
Du darfst auch gerne kommen, wenn du willst.
Je mag ook komen als je wilt.
Dreimal darfst du raten, wo ich gestern war!
Drie keer raden waar ik gisteren ben geweest!
Der Patient darf aus dem Bett.
De patiënt mocht uit bed.
Sie dürfen die Braut küssen.
U mag nu de bruid kussen.
Warum darf Tom das, ich aber nicht?
Waarom mag Tom dat wel doen, maar ik niet?
Synonyme
Niederländische Beispielsätze
We mogen elkaar.
Zou ik u een vraag mogen stellen?
Namen mogen weggelaten worden.
Jullie mogen me geloven.
Jullie mogen alles eten wat je wilt.
Ze mogen me niet.
Als je iets op de wereld zou mogen veranderen, wat zou dat zijn?
Ze mogen gaan.
Vrijheid bestaat erin alles te mogen doen wat niet hinderlijk is voor anderen.
Bij oranje zou je niet meer door het stoplicht mogen rijden.
Bij geel zou je niet door het verkeerslicht mogen rijden.
Jullie mogen hier roken.
Tom had Maria's geld niet mogen stelen.
Waarom mogen ze me niet?
Zou ik de rekening mogen hebben, alstublieft?