Was heißt »Zim­mer« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Zim­mer« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • kamer

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Das Zimmer von Herrn Johnson war ein großes Zimmer.

De kamer van mijnheer Johnson was een grote.

Ich habe für einen Monat ein Zimmer in Paris gemietet.

In Parijs heb ik voor een maand een kamer gehuurd.

Ist das dein Zimmer?

Is dat jouw kamer?

Ich folgte ihm in sein Zimmer.

Ik volgde hem naar zijn kamer.

Sie vermietet ein Zimmer an einen Studenten.

Ze verhuurt een kamer aan een student.

Er spielt in seinem Zimmer.

Hij is in zijn kamer aan het spelen.

Er musste sein Zimmer aufräumen.

Hij moest zijn kamer opruimen.

Ich will ein eigenes Zimmer.

Ik wil een eigen kamer.

Zimmer zu vermieten.

Kamer te huur.

Ich schlafe in meinem Zimmer.

Ik slaap in mijn kamer.

In seinem Zimmer sind viele Möbel.

In zijn kamer staan veel meubels.

Ich möchte dass du das Zimmer schnell in Ordnung bringst.

Ik wens dat ge de kamer vlug in orde brengt.

Bitte warten Sie vor Zimmer 213.

Gelieve te wachten voor kamer 213.

Wacht alstublieft voor kamer 213.

Dieses Zimmer hat einen schönen Ausblick auf den Berg.

Deze kamer heeft een mooi zicht op de berg.

Er ging im Zimmer auf und ab.

Hij ging de kamer op en neer.

Sie zeigte mir ihr Zimmer.

Ze toonde mij haar kamer.

Normalerweise schlafen wir in diesem Zimmer.

We slapen gewoonlijk in deze kamer.

Er betrat das Zimmer.

Hij kwam de kamer binnen.

Mein Zimmer ist im vierten Stock.

Mijn kamer is op de vierde verdieping.

Das einzige freie Zimmer ist ein Doppelzimmer.

De enige vrije kamer is een dubbele kamer.

Hast du ein eigenes Zimmer?

Heb je een eigen kamer?

Hebt ge een eigen kamer?

Ich sollte das Zimmer sauber machen.

Ik zou die kamer moeten schoonmaken.

Der Duft von Rosen erfüllte das Zimmer.

De geur van rozen vulde de kamer.

Sie kam aus dem Zimmer.

Zij kwam uit de kamer.

Ich fühle mich wohl in diesem Zimmer.

Ik voel me op mijn gemak in deze kamer.

Ich brachte ihn dazu, mein Zimmer sauber zu machen.

Ik heb hem ertoe gebracht mijn kamer te kuisen.

Ik heb hem ertoe gebracht mijn kamer schoon te maken.

Er hat das Zimmer betreten.

Hij ging de kamer binnen.

Mein Zimmer ist sehr klein.

Mijn kamer is erg klein.

Wortlos rannte mein Bruder aus dem Zimmer.

Mijn broer rende uit de kamer zonder iets te zeggen.

Ich hätte gern ein eigenes Zimmer.

Ik heb graag een eigen kamer.

Ik zou graag mijn eigen kamer hebben.

Hat das Zimmer ein Bad?

Is de kamer voorzien van een bad?

In meinem Zimmer ist ein Radio.

Er is een radio in mijn kamer.

Reinige das Zimmer.

Maak de kamer schoon.

Du musst dein Zimmer sauber halten.

Je moet je kamer schoon houden.

Sie müssen Ihr Zimmer sauber halten.

U moet uw kamer schoon houden.

Ich habe mit ihm ein Zimmer geteilt.

Ik deelde een kamer met hem.

Sie sind beide im Zimmer.

Ze zijn beiden in de kamer.

Ze zijn allebei in de kamer.

Ich war dran, das Zimmer zu säubern.

Het was mijn beurt om de kamer schoon te maken.

Es ist niemand im Zimmer.

Er is niemand in de kamer.

Ich habe ihr mein Zimmer gezeigt.

Ik heb haar mijn kamer getoond.

Ik heb haar mijn kamer laten zien.

In meinem Zimmer wimmelt es vor Gefahren.

Mij kamer is vol gevaren.

In seinem Zimmer hängt ein Stillleben eines niederländischen Malers.

Een stilleven van een Nederlandse schilder hangt in zijn kamer.

Er hangt een stilleven van een Nederlandse schilder in zijn kamer.

In zijn kamer hangt een stilleven van een Nederlandse schilder.

Mein Zimmer geht nach Osten.

Mijn kamer kijkt uit op het oosten.

In meinem Zimmer gibt es keine Uhren.

In mijn kamer zijn er geen klokken.

Ich mag es, mein Zimmer mit Blumen zu schmücken.

Ik versier graag mijn kamer met bloemen.

Das Dienstmädchen war schon dabei, im Zimmer sauberzumachen, als Carol hereinkam.

De meid was de kamer al aan het kuisen toen Carol binnenkwam.

Er betrat mein Zimmer ohne Erlaubnis.

Hij is zonder toelating mijn kamer binnengegaan.

Hast du dein Zimmer geputzt?

Heb je je kamer schoongemaakt?

Du darfst in diesem Zimmer nicht rauchen.

Je mag in deze kamer niet roken.

Ist das Zimmer groß genug?

Is de kamer groot genoeg?

Ich werde deinen Koffer in dein Zimmer tragen.

Ik zal je koffer naar je kamer brengen.

Ich werde Ihren Koffer in Ihr Zimmer tragen.

Ik zal uw koffer naar uw kamer brengen.

Jedes Zimmer ist mit einem großen Schreibtisch ausgestattet.

Iedere kamer is met een groot bureau uitgerust.

Dieses Zimmer eignet sich nicht zum Schlafen.

Deze kamer is niet geschikt om in te slapen.

Ich würde laut schreien, wenn ich einen Skorpion in meinem Zimmer fände.

Ik zou hard schreeuwen als ik een schorpioen in mijn kamer zou vinden.

Das Zimmer war warm.

De kamer was warm.

Er war in seinem Zimmer und hörte Musik.

Hij luisterde naar muziek op zijn kamer.

Er liest ein Buch in seinem Zimmer.

Hij leest een boek in zijn kamer.

Haben Sie billigere Zimmer?

Heeft u goedkopere kamers?

In meinem Zimmer gibt es nicht viele Möbel.

Er staan niet veel meubels in mijn kamer.

Ich habe gerade mein Zimmer geputzt.

Ik heb net mijn kamer schoongemaakt.

Das Zimmer stank nach Tabak.

De kamer rook naar tabak.

De kamer stonk naar tabak.

In de kamer stonk het naar tabak.

Es gibt einen Fernseher im Zimmer.

Er staat een televisie in de kamer.

In diesem Zimmer gibt es einen Fernseher.

Er is een televisie in deze kamer.

Lasst uns unser Zimmer putzen.

Laten we onze kamer kuisen.

Da ist ein Fernseher in meinem Zimmer.

Er staat een televisie in mijn kamer.

Sie hat ein großes Zimmer für sich allein.

Ze heeft een grote kamer voor haar alleen.

Dieses Zimmer ist nicht so groß.

Deze kamer is niet zo groot.

Die kamer is niet zo groot.

Ich habe ein Telefon in meinem Zimmer.

Ik heb een telefoon op mijn kamer.

Wir saßen mitten im Zimmer.

We zaten in het midden van de kamer.

Maria hat sich in ihr Zimmer eingeschlossen und alle Fenster zugemacht.

Mary sloot zichzelf op in haar kamer en deed alle ramen dicht.

Würden Sie mir bitte ein Zimmer in der Nähe des internationalen Flughafens von Toronto reservieren?

Wilt u alstublieft een kamer in de buurt van de internationale luchthaven in Toronto reserveren?

Das Zimmer hat zwei Fenster.

De kamer heeft twee vensters.

De kamer heeft twee ramen.

Wo ist dein Zimmer?

Waar is je kamer?

Putzt euer Zimmer.

Maak je kamer schoon.

Haben Sie noch Zimmer frei?

Heeft u nog kamers vrij?

Es gibt viele Bücher in meinem Zimmer.

Er zijn veel boeken in mijn kamer.

Mayuko kam aus dem Zimmer.

Mayuko kwam de kamer uit.

Er verließ das Zimmer.

Hij verliet de kamer.

Du musst lediglich das Zimmer aufräumen.

Je hoeft alleen maar je kamer schoon te maken.

Sie hat ein großes Zimmer ganz für sich allein.

Ze heeft een grote kamer voor zich alleen.

Ich brauche ein Zimmer für zwei Personen.

Ik heb een tweepersoonskamer nodig.

Dieses Zimmer ist saukalt.

Deze kamer is ijskoud.

Wie viel kostet ein Zimmer?

Hoeveel kost een kamer?

Wo ist euer Zimmer?

Waar is jullie kamer?

Kommt ins Zimmer.

Kom in de kamer.

In diesem Hause gibt es sechs Zimmer.

Dit huis heeft zes kamers.

Ihr Zimmer hat rote Wände.

Haar kamer heeft rode muren.

Ich fand meinen Vater weder in seinem Zimmer noch im Garten.

Ik vond mijn vader noch op zijn kamer, noch in de tuin.

Ich kann mein Zimmer nicht aufräumen. Ich habe keine Zeit.

Ik kan mijn kamer niet opruimen. Ik heb geen tijd.

Wir sahen Herrn Satō das Zimmer verlassen.

We zagen meneer Sato de kamer verlaten.

Ich werde in meinem Zimmer schlafen.

Ik zal in mijn kamer slapen.

Ich schulde noch zwei Monatsmieten für mein Zimmer.

Ik moet nog twee maanden huur betalen voor mijn kamer.

Gibt es ein Zimmer für mich?

Is er een kamer voor mij?

Hast du ein Zimmer reserviert im Hotel?

Heb je een kamer in het hotel gereserveerd?

Wir schliefen im selben Zimmer.

We sliepen in dezelfde kamer.

Egal wie kalt es draußen ist, die Zimmer sind angenehm beheizt.

Hoe koud het buiten ook is, de kamers worden comfortabel verwarmd.

Welche Gegenstände sind in dem Zimmer?

Welke voorwerpen zijn er in de kamer?

Jedes seiner Kinder hat sein eigenes Zimmer.

Elk van zijn kinderen heeft een eigen kamer.

Seine Tür war ein wenig geöffnet, und ich konnte in sein Zimmer schauen.

Zijn deur stond een weinig open en ik kon in zijn kamer kijken.

Synonyme

Loch:
gat
krot

Niederländische Beispielsätze

  • In de kamer waren veel mensen.

  • Er is bijna geen zuurstof in de kamer.

  • Hij doorzocht de kamer naar de verloren sleutel.

  • Doe alsjeblieft het licht uit als je de kamer uitgaat.

  • Ik wil mijn eigen kamer.

  • Ik wil graag een kamer met uitzicht op de tuin.

  • De klant is juist aangekomen en wacht in de kamer hiernaast.

  • Dit is het uitzicht vanuit zijn kamer.

  • Bij het binnengaan van de kamer bemerkte hij dat er een kaars brandde op tafel. Hij herinnerde zich, dat die kaars daar tevoren niet was.

  • Wilt u een kamer met een bad of een douche?

  • Hij ging de kamer in met zijn hoed af.

  • Ik wil een kamer alleen met ontbijt.

  • Het nummer van mijn kamer is 5.

  • Mayuko kwam de kamer binnen.

  • De kamer stond helemaal vol meubels.

  • Een vogel vloog in de kamer.

  • De kaarsen verlichtten de kamer.

  • Hij ging uit de kamer.

  • Ze durft de kamer niet uit te gaan uit schrik van een kou te vatten.

  • Tom was de enige man in de kamer.

Untergeordnete Begriffe

Dop­pel­zim­mer:
twee-persoons-kamer
tweepersoonskamer
Kin­der­zim­mer:
kinderkamer
Mu­sik­zim­mer:
muziekkamer
Rau­cher­zim­mer:
rookhok
rookkamer
rookruimte
Schlaf­zim­mer:
slaapkamer
Sprech­zim­mer:
spreekkamer
Stu­dier­zim­mer:
stud
studeerkamer
Wohn­zim­mer:
woonkamer

Zimmer übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Zimmer. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Zimmer. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 929313, 6073, 341391, 342986, 344698, 353306, 353314, 354431, 357788, 359023, 360598, 362292, 365010, 365865, 369896, 370516, 382162, 398896, 399164, 407627, 412273, 432609, 444948, 446159, 451362, 466465, 466612, 472134, 478954, 552232, 562590, 575327, 579187, 591038, 591040, 591932, 604431, 605804, 611253, 612190, 615360, 626041, 629247, 635602, 637313, 642200, 642915, 660456, 675408, 688315, 698864, 698865, 710656, 719818, 739305, 741246, 744020, 752410, 778717, 788476, 800103, 801620, 802251, 802252, 836182, 852553, 863105, 871931, 908110, 916054, 921250, 929662, 933612, 966160, 971125, 1004957, 1048841, 1070784, 1085722, 1109527, 1119198, 1196642, 1217114, 1284407, 1315444, 1341976, 1605528, 1683559, 1707348, 1729460, 1775264, 1807134, 1821965, 1839348, 1862230, 1985801, 2051041, 2060013, 2112230, 2154770, 1621067, 2176251, 1554541, 1497358, 1497255, 1473218, 1470456, 2685603, 2687130, 2794327, 826480, 794616, 772701, 771686, 769911, 743412, 723890, 721857, 704907 & 3029805. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR