Was heißt »Zahn« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Zahn« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- tand
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Auge um Auge, Zahn um Zahn.
Oog om oog, tand om tand.
Auge um Auge und Zahn um Zahn.
Oog om oog en tand om tand.
Ich putze mir zweimal am Tag die Zähne.
Ik poets mijn tanden tweemaal per dag.
Putzt eure Zähne.
Poets je tanden.
Meine Zähne sind kälteempfindlich.
Mijn tanden zijn gevoelig voor de koude.
Putz deine Zähne, bevor du ins Bett gehst.
Poets je tanden voordat je naar bed gaat.
Ich muss mir die Zähne putzen.
Ik moet mijn tanden poetsen.
Man muss sich mindestens zweimal am Tag die Zähne putzen.
Je moet minstens twee keer per dag je tanden poetsen.
Wer heute den Kopf in den Sand steckt, knirscht morgen mit den Zähnen.
Wie vandaag zijn kop in het zand steekt, knarst morgen met zijn tanden.
Ich putze mir nach dem Essen die Zähne.
Ik poets mijn tanden na de maaltijden.
Ich putze meine Zähne mit einer Zahnbürste.
Ik poets mijn tanden met een tandenborstel.
Putz deine Zähne gut.
Poets je tanden goed.
Wenn ich zubeiße, tut dieser Zahn weh.
Wanneer ik bijt, doet deze tand pijn.
Ich putze mir mal kurz die Zähne.
Ik poets even mijn tanden.
Der Zahnarzt zog ihr ihren schlechten Zahn.
De tandarts trok haar slechte kies.
Putz dir nach jeder Mahlzeit die Zähne.
Poets je tanden na iedere maaltijd.
Seine Zähne sind durch das viele Rauchen gelb geworden.
Zijn tanden zijn geel van te veel roken.
Als er lächelte, sahen die Kinder seine langen, grauen Zähne.
Als hij glimlachte, zagen de kinderen zijn lange grijze tanden.
Haben Schildkröten Zähne?
Hebben schildpadden tanden?
Mein Zahn tut weh.
Mijn tand doet pijn.
Krokodile haben scharfe Zähne.
Krokodillen hebben scherpe tanden.
Er putzt sich die Zähne.
Hij poetst zijn tanden.
Ich werde mir die Zähne putzen.
Ik ga mijn tanden poetsen.
Welcher Zahn tut weh?
Welke tand doet pijn?
Er brach sich den Kiefer und verlor ein paar Zähne.
Hij brak zijn kaak en verloor een paar tanden.
Tom putzt sich die Zähne.
Tom poetst zijn tanden.
Ich muss ihm einmal auf den Zahn fühlen.
Ik moet hem eens aan de tand voelen.
Er ist bis an die Zähne bewaffnet.
Hij is tot de tanden gewapend.
Die verdammten Mäuse haben meine ganzen Socken angeknabbert mit ihren scharfen Zähnen.
Die verdomde muizen hebben aan al mijn sokken geknaagd met hun scherpe tanden.
Sie hat weiße Zähne.
Ze heeft witte tanden.
Geh dir die Zähne putzen!
Ga je tanden poetsen.
Einen Zahn kann man durch ein Implantat ersetzen.
Een tand kan worden vervangen door een implantaat.
Sie sagt, sie putzt sich jeden Morgen die Zähne.
Ze zegt dat ze iedere morgen haar tanden poetst.
Das Tier hat keine Zähne.
Het dier heeft geen tanden.
Vergiss nicht, dir nach jedem Essen und vor dem Schlafengehen die Zähne zu putzen.
Vergeet niet uw tanden te poetsen na elke maaltijd, en voor het slapengaan.
Von der Seite aus gesehen zeigen die Zähne außerdem nach vorne.
Bekeken van de zijkant, steken de tanden bovendien naar voren.
Schildkröten haben keine Zähne.
Schildpadden hebben geen tanden.
Tom wurde gestern ein Zahn gezogen.
Tom heeft gisteren een tand laten trekken.
Meine Zähne sind weiß.
Mijn tanden zijn wit.
Der Mann putzt seine Zähne.
De man poetst zijn tanden.
Wir legen besser einen Zahn zu, sonst verspäten wir uns.
We kunnen beter een tandje bijzetten, anders zijn we te laat.
We kunnen beter wat opschieten, anders zijn we te laat.
Zahnärzte untersuchen mit Röntgenstrahlen Zähne.
Tandartsen onderzoeken tanden met röntgenstralen.
Meeresschildkröten haben keine Zähne.
Zeeschildpadden hebben geen tanden.
Zeig mir den Zahn!
Laat mij de tand zien.
Mein Urgroßvater hat drei Zähne.
Mijn overgrootvader heeft drie tanden.
Ich habe weiße Zähne.
Ik heb witte tanden.
Sie sind bis an die Zähne bewaffnet.
Ze zijn tot de tanden bewapend.
Synonyme
Niederländische Beispielsätze
Mijn tand doet geweldig veel pijn.
Übergeordnete Begriffe
Untergeordnete Begriffe
- Backenzahn:
- maaltand
- Eckzahn:
- hoektand
- Giftzahn:
- giftand
- Krone:
- kroon
- Schneidezahn:
- snijtand
- Stoßzahn:
- slagtand
- Weisheitszahn:
- verstandskies