Was heißt »Takt« auf Niederländisch?

Synonyme

Ge­schwin­dig­keit:

snelheid

vaart

Rhyth­mus:

ritme

Tem­po:

tempo

Zahn:

tand

Niederländische Beispielsätze

• Bedankt, maat!

• Alles goed, maat?

• Heeft u een grotere maat?

• Ik kan veel hebben maar ooit is de maat vol.

• Wat een gaaf verhaal, maat.

• Het pak is op maat gemaakt.

• Deze jas heeft de ideale maat voor mij.

• Ik weet niet zeker welke maat ze heeft.

• Welke maat zijn deze schoenen?

• Heeft u dat in mijn maat?

• Deze schoen is een maat groter.

• "De maat is vol!" zei de waard boos terwijl hij mijn glas nog een laatste keer vol schonk.

• Ik zoek een jas in mijn maat.

• Weet u welke maat u hebt?

• Weet u uw maat?