Was heißt »Minute« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Minute« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- minuut
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Wenn ich nur 5 Minuten deine Stimme höre, bin ich anschließend 23 Stunden und 55 Minuten glücklich.
Als ik jouw stem voor maar 5 minuten hoor, ben ik daarna 23 uur en 55 minuten gelukkig.
Wir mussten laufen, um unseren Anschluss zu erreichen. Zwei Minuten vor halb drei kamen wir auf Gleis eins an, und eine Minute nach halb sollte unser Zug von Gleis achtzehn abfahren.
We moesten rennen om onze overstap te halen. Om twee voor half drie kwamen we aan op spoor één, en om één over half zou onze trein vertrekken van spoor achttien.
Ich kann in 10 Minuten zur Schule gehen.
Ik kan over 10 minuten op school zijn.
Ik kan de school in 10 minuten bereiken.
Eine Minute entspricht sechzig Sekunden.
Een minuut is zestig seconden.
Alle zehn Minuten fährt ein Bus.
Iedere tien minuten gaat er een bus.
Nur fünfzehn Minuten.
Slechts een kwartier.
Slechts vijftien minuten.
Lassen Sie die Champignons ungefähr 3 Minuten kochen und geben Sie am Ende die gewaschene und fein geschnittene Petersilie hinzu.
Laat de champignons ongeveer drie minuten koken en voeg er dan op het einde de gewassen en fijn gesneden peterselie bij.
Ohne Luft kann man nicht einmal 10 Minuten überleben.
Zonder lucht kan men zelfs geen 10 minuten blijven leven.
Es ist 20 Minuten nach 10.
Het is tien voor half elf.
Schmecken Sie es mit Salz und Pfeffer ab und lassen Sie es unter gelegentlichem Umrühren circa 10 Minuten kochen.
Breng op smaak met zout en peper en laat ongeveer 10 minuten koken, af en toe roeren.
Ich kann 50 Wörter pro Minute tippen.
Ik kan 50 woorden per minuut typen.
Meine Schule liegt ungefähr zehn Minuten vom Bahnhof entfernt.
Mijn school ligt op ongeveer tien minuten van het station.
Vater kam vor ungefähr zehn Minuten nach Hause.
Vader is ongeveer tien minuten geleden thuisgekomen.
Nein, sie geht pro Tag zehn Minuten vor.
Neen, het loopt per dag tien minuten voor.
Er kommt in zehn Minuten.
Hij komt over tien minuten.
Er wird in zehn Minuten da sein.
Hij zal er over tien minuten zijn.
Ich gehe alle dreißig Minuten zur Toilette.
Ik ga alle dertig minuten naar de wc.
Der Bus kam zehn Minuten zu spät.
De bus kwam tien minuten te laat.
Bitte warten Sie dreißig Minuten.
Gelieve alstublieft dertig minuten te wachten.
Lassen Sie den Tee zehn Minuten lang ziehen.
Laat de thee tien minuten trekken.
Wir mussten zehn Minuten auf ihn warten.
We moesten tien minuten op hem wachten.
Der Bus kam zwei Minuten zu früh.
De bus kwam twee minuten te vroeg.
Wenn du in drei Minuten deinen Teller nicht aufgegessen hast, bekommst du keinen Nachtisch.
Als je binnen drie minuten je bord niet leeg hebt, krijg je geen toetje.
Nur eine Minute.
Eén minuutje.
Der Wecker geht zehn Minuten vor.
De wekker loopt tien minuten voor.
Ein Hund sprang auf den Sessel und blieb während fünf Minuten bewegungslos sitzen.
Een hond sprong in de stoel en bleef daar vijf minuten onbeweeglijk zitten.
Die Uhr geht zehn Minuten nach.
De klok loopt tien minuten achter.
Der Bus fährt alle fünfzehn Minuten.
De bus rijdt iedere vijftien minuten.
Ab und zu ein paar Minuten der Meditation helfen wirklich meinem Wohlbefinden.
Af en toe een meditatie van enkele minuten per etmaal helpt echt mijn welbevinden.
Der Zug fährt in fünf Minuten ab.
De trein vertrekt over vijf minuten.
Der Bus fährt in fünf Minuten ab.
De bus vertrekt over vijf minuten.
Meine Uhr geht fünf Minuten vor.
Mijn klok loopt vijf minuten voor.
Kann ich dich in den nächsten zwanzig Minuten zurückrufen?
Kan ik je over twintig minuten terugbellen?
Kan ik je binnen twintig minuten terugbellen?
Er wird in zehn Minuten zurückkommen.
Hij zal over tien minuten terug zijn.
Meine Uhr geht fünf Minuten nach.
Mijn horloge loopt vijf minuten achter.
Die Uhr geht eine Minute vor.
Die klok loopt één minuut voor.
Diese Maschine macht hundert Kopien in der Minute.
Deze machine maakt 100 kopieën in een minuut.
Er kommt in zehn Minuten zurück.
Hij is over tien minuten terug.
Noch fünfzehn Minuten.
Nog vijftien minuten.
Nach zehn Minuten war alles wieder in Ordnung.
Na tien minuten was alles terug in orde.
Na tien minuten was alles weer in orde.
Dieses Gerät kann 60 Seiten pro Minute drucken.
Dit toestel kan 60 pagina's per minuut printen.
Er redete zehn Minuten lang ohne Unterbrechung.
Hij sprak tien minuten zonder onderbreking.
Ich habe bis zur letzten Minute gewartet.
Ik heb tot de laatste minuut gewacht.
Im Esperanto gibt es nur eine einzige Deklination. Diese kann man in weniger als 15 Minuten lernen.
In Esperanto is er maar één enkele verbuiging. Die kan men leren in minder dan vijftien minuten.
Innerhalb einer Minute wird er bei uns sein.
Binnen een minuut is hij bij ons.
Mein Haus ist nur fünf Minuten zu Fuß vom Bahnhof.
Mijn huis ligt op slechts vijf minuten lopen van het station.
Ich verpasste den Zug um zwei Minuten.
Ik heb de trein gemist op twee minuten na.
Ik miste de trein op twee minuten.
Die Bushaltestelle ist zu Fuß fünf Minuten von hier entfernt.
De bushalte is op vijf minuten lopen van hier.
Ich werde in einer Minute da sein.
Ik ben er binnen een minuut.
Meine Uhr geht täglich zwei Minuten nach.
Mijn horloge loopt iedere dag twee minuten achter.
Meine Uhr geht täglich eine Minute vor.
Mijn horloge loopt een minuut per dag voor.
Wie oft zwinkert ein Mensch durchschnittlich pro Minute mit den Augen?
Hoe vaak knippert een mens gemiddeld per minuut met zijn ogen?
Ich bin in ein paar Minuten wieder da.
Ik kom over enkele minuten terug.
Ich bin gerade aufgestanden. Gib mir ein paar Minuten, damit ich mich fertig machen kann.
Ik ben net opgestaan. Geef me alsjeblieft een paar minuten om me klaar te maken.
Wenn ich heute sterbe, werde ich dich jede Minute deines Lebens heimsuchen.
Als ik vandaag sterf, zal ik je elke minuut van je leven achtervolgen.
Der Zug hatte zehn Minuten Verspätung.
De trein had tien minuten vertraging.
Ich arbeite hier schon seit ein paar Minuten.
Ik werk hier al een paar minuten.
Ich wartete zehn Minuten.
Ik heb tien minuten lang gewacht.
Könntest du mir zehn Minuten behilflich sein?
Kan je me tien minuten helpen?
Zou je me tien minuten kunnen helpen?
Meine Mutter ist vor zehn Minuten fortgegangen.
Mijn moeder is 10 minuten geleden weggegaan.
Ich brauche etwa eine Minute.
Ik heb ongeveer een minuut nodig.
Warum schaust du alle fünf Minuten auf die Uhr?
Waarom kijk je om de vijf minuten op je horloge?
Ich muss meine Uhr zwei Minuten vorstellen.
Ik moet mijn horloge twee minuten vooruit zetten.
Brauchen Sie eine Minute?
Heb je een minuut nodig?
Das Verteilen der Stimmzettel dauerte zehn Minuten.
De verdeling van de stembiljetten duurde tien minuten.
Er ist seit ungefähr zehn Minuten weg.
Hij vertrok ongeveer tien minuten geleden.
Mindestens eine volle Minute lang kamen Bravorufe aus dem Publikum.
Het publiek schreeuwde "Bravo!" gedurende minstens één hele minuut.
Eine Minute.
Een minuut.
Zwischen ihnen bestand ein Abstand von einer Minute.
Er was een verschil van één minuut tussen hen.
Ich zähle die Minuten, bis ich dich wiedersehe.
Ik tel de minuten tot wanneer ik je weerzie.
„Wie viel Uhr ist es?“ „Es ist zwanzig Minuten nach drei.“
"Hoe laat is het?" "Het is twintig over drie."
Ich empfehle Ihnen aber, mit dem JR-Narita-Express zu fahren (ein Zug fährt alle 30 - 60 Minuten vom Flughafen ab), um die lästige Umsteigerei zu vermeiden.
Ik raad je echter aan om de JR Narita Express te nemen (een trein vertrekt elke 30-60 minuten vanaf de luchthaven), om te voorkomen dat je moet overstappen.
Sie steht gewöhnlich fünf Minuten nach dem Aufwachen auf.
Meestal staat ze vijf minuten nadat ze wakker wordt op.
Der Zug fährt in zwei Minuten. Es wird höchste Zeit einzusteigen.
De trein vertrekt over twee minuten. Het is hoog tijd om in te stappen.
Der Reiseplan wurde auf die Minute genau ausgearbeitet.
De reisplanning werd tot op de laatste minuut uitgewerkt.
Gib mir eine Minute, darüber nachzudenken.
Geef me een minuut om erover na te denken.
Neue Patienten werden gebeten, einen klinischen Fragebogen auszufüllen und sich zu diesem Zweck freundlicherweise zehn Minuten vor dem vereinbarten Termin im Krankenhaus einzufinden.
We vragen nieuwe patiënten een medische vragenlijst in te vullen, dus gelieve tien minuten voor de afgesproken tijd in het ziekenhuis aanwezig te zijn.
Ich brauche dreißig Minuten.
Ik heb 30 minuten nodig.
Geben Sie uns drei Minuten.
Geeft u ons drie minuten.
Gebt uns drei Minuten.
Geef ons drie minuten.
Wir haben drei Minuten.
We hebben drie minuten.
Tom wartet immer bis zur letzten Minute.
Tom wacht altijd tot de laatste minuut.
Kann ich dein Buch für eine Minute ausleihen?
Mag ik je boek voor een minuut lenen?
Jede Minute Verzögerung kostet Leben.
Iedere minuut vertraging kost levens.
Übergeordnete Begriffe
- Zeiteinheit:
- tijdseenheid