Was heißt »Meer« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Meer« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • zee

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Wenn der Gletscher das Meer erreicht, dann bricht unter großem, dumpfem Getöse ein gewaltiger Klotz Schnee ab, fällt ins Meer und wird so zu einem Eisberg.

Wanneer de gletsjer de zee bereikt, dan breekt er met een grote doffe donderslag een gigantische sneeuwblok af, valt in zee, en creëert zo een ijsberg.

Fische leben im Meer.

Vissen leven in de zee.

Nach dem Sturm wurde das Meer wieder ruhig.

Na de storm werd de zee terug kalm.

Der Wal ist ein sehr großes Säugetier, das im Meer lebt.

De walvis is een reusachtig zoogdier dat in de zee leeft.

Es ist noch zu kalt, um ans Meer zu fahren.

Het is nog te koud om naar de zee te gaan.

Er wollte ans Meer fahren.

Hij wou naar de zee rijden.

Wale sind riesige Säugetiere, die im Meer leben.

Walvissen zijn reusachtige zoogdieren die in de zee leven.

Im September gibt es im Meer viele Quallen.

In september zijn er veel kwallen in de zee.

Ich ging im Meer schwimmen.

Ik ging in de zee zwemmen.

Auf Hawaii kann man das ganze Jahr im Meer baden.

Op Hawaï kan men het hele jaar door in de zee baden.

Sie hat ein Haus am Meer.

Ze heeft een huis aan de zee.

Mein Haus liegt am Meer.

Mijn huis ligt aan zee.

Große Teile des Meers sind verunreinigt.

Grote delen van de oceaan zijn vervuild.

Ich möchte gern mit euch ans Meer fahren.

Ik zou graag met jullie naar zee rijden.

Die Erde besteht aus Meer und Land.

De aarde bestaat uit zee en land.

Viele Männer starben auf dem Meer.

Vele mannen stierven op zee.

Zwischen Europa und Asien liegt kein Meer.

Tussen Europa en Azië ligt geen zee.

Zu verkaufen: frei stehende Wohnung mit Garage und 1.200-m²-Grundstück an einem schönen Ort am Meer.

Te koop: vrijstaande woning met garage en 1200 m² grond op een mooie locatie aan zee.

Er fürchtet sich vor dem Meer.

Hij is bang voor de zee.

Hij is bang van de zee.

Das Meer erstreckte sich bis zum Horizont - ein Symbol für Ewigkeit und Grenzenlosigkeit.

De zee strekte zich uit tot aan de horizon - een symbool voor eeuwigheid en grenzeloosheid.

Ein kalter Wind weht vom Meer.

Er blaast een koude zeewind.

Der See dort sieht wie ein Meer aus.

Dat meer ziet eruit als een zee.

Das Meer rauscht.

De zee bruist.

Was gefällt dir besser, das Meer oder die Berge?

Wat vind je leuker, de zee of de bergen?

Die Tugenden verlieren sich im Eigennutz, wie die Ströme sich im Meer verlieren.

De deugden verliezen zichzelf in het eigenbelang, net zoals stromen in de oceanen.

Vom Hügel aus haben wir eine herrliche Aussicht über das Meer.

Vanaf de heuvel kunnen we een prachtig uitzicht over de zee krijgen.

Ich bin im Meer schwimmen gegangen.

Ik ben in de zee gaan zwemmen.

Im Meer sind Inseln.

Er zijn eilanden in de zee.

Wir wohnen gleich am Meer.

Wij wonen dicht bij de zee.

Ihr Haus ist gleich am Meer.

Haar huis is dicht bij de zee.

Das Meer war spiegelglatt.

De zee was spiegelglad.

Wenn ich viel Geld hätte, würde ich mir ein Haus am Meer kaufen.

Als ik veel geld had, zou ik een huis bij de zee kopen.

Eigentlich habe ich es schon immer anstrengend gefunden, am Meer zu sitzen und nichts zu tun.

Feitelijk heb ik het altijd al vervelend gevonden, aan de zee te zitten en niets te doen.

Eine schöne Möwe fliegt über das Meer.

Een mooie meeuw vliegt over de zee.

Die Vögel überflogen das Meer.

De vogels staken de zee over.

Ich liebe das Meer.

Ik hou van de zee.

Das Meer ist sehr breit.

De zee is heel breed.

Welche Farbe hat das Schwarze Meer?

Welke kleur heeft de Zwarte Zee?

Synonyme

Flut:
hoog tij
vloed
See:
meer

Niederländische Beispielsätze

  • Deze zomer zullen we naar de bergen gaan en naar zee.

  • Deze zomer gaan we naar de bergen en naar zee.

  • Later, toen ze weg waren gegaan, was er geen levende ziel meer te bekennen op de kade, de stad met zijn cipressen leek totaal uitgestorven, maar de zee bruiste nog en sloeg tegen de kust.

  • Ze hebben de hoogste bergen beklommen en op de bodem van de zee gelopen.

  • Hij heeft vorig jaar drie maanden op zee doorgebracht.

  • "De oude man en de zee" is een roman van Hemingway.

  • Ik hou van het ruisen van de zee.

  • De zee is groen.

  • De zee is heel diep.

  • Na de storm was de zee kalm.

Untergeordnete Begriffe

Bucht:
baai
bocht
Flam­men­meer:
vlammenzee
Golf:
golf
Meer­en­ge:
zee-engte
zeestraat
Mit­tel­meer:
Middellandse Zee
Nord­po­lar­meer:
Arctische Oceaan

Meer übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Meer. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Meer. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 5604584, 359034, 383220, 407789, 423844, 442439, 465401, 596354, 674022, 724260, 751158, 766064, 766066, 823385, 1144515, 1280243, 1286532, 1299878, 1552229, 1611046, 1661643, 1748597, 2020577, 2037556, 2569650, 3477063, 3618445, 3663856, 4791864, 4791877, 5304677, 6085218, 6093403, 6161844, 6670607, 7813993, 10995295, 11537458, 412130, 412128, 378750, 857856, 1923499, 2095980, 4186038, 7489100, 8080054 & 8952022. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR