Das Substantiv »Fenster« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
raam
venster
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Wir konnten den Sonnenuntergang vom Fenster aus sehen.
We konden de zonsondergang door het raam zien.
Er ist aus dem Fenster gesprungen.
Hij sprong het raam uit.
Wer hat dieses Fenster kaputt gemacht?
Wie heeft dit venster gebroken?
Öffnet das Fenster nicht.
Doe het raam niet open!
Muss ich das Fenster öffnen?
Moet ik het venster opendoen?
Er hat das Fenster absichtlich zerbrochen.
Hij heeft expres het raam gebroken.
Ein Baseball kam durch das Fenster geflogen.
Een honkbal kwam door het raam gevlogen.
Der Regen peitschte gegen die Fenster.
De regen sloeg tegen de ramen.
Können Sie das Fenster öffnen?
Kunt u het venster openen?
Lass das Fenster nicht offen.
Laat het raam niet openstaan.
Lieber mit dem Kopf durch die Wand als gar kein Fenster!
Liever met je hoofd door de muur dan helemaal geen raam!
Wir haben alle aus dem Fenster geschaut.
We keken allemaal uit het raam.
Fenster oder Gang?
Raamplaats of gangplaats?
Sie öffnet das Fenster.
Zij doet het raam open.
Wir sahen alle aus dem Fenster.
We keken allemaal door het raam.
Mir ist kalt. Darf ich das Fenster zumachen?
Mag ik het raam sluiten? Ik heb kou.
Halte das Fenster geschlossen.
Hou het raam dicht.
Würden Sie bitte das Fenster aufmachen?
Wilt ge zo goed zijn het venster open te doen?
Putz das Fenster mit einem feuchten Lappen.
Maak het raam schoon met een vochtige doek.
Bitte öffne die Fenster nicht.
Doe alsjeblieft de ramen niet open.
Ich habe die sechs Fenster geschlossen.
Ik heb alle zes de vensters gesloten.
Mach bitte das Fenster auf!
Doe het raam open, alstublieft.
Ich bat Tom das Fenster zu öffnen.
Ik vroeg Tom het raam te openen.
Hast du das Fenster offengelassen?
Hebt ge het venster opengelaten?
Es sieht nach Regen aus, wir sollten besser die Fenster schließen.
Het ziet ernaar uit dat het gaat regenen. We kunnen het raam beter dichtdoen.
Er macht das Fenster auf.
Hij doet het venster open.
Hij zet het raam open.
Sie bat mich, das Fenster zu öffnen.
Ze vroeg mij het venster te openen.
Maria hat sich in ihr Zimmer eingeschlossen und alle Fenster zugemacht.
Mary sloot zichzelf op in haar kamer en deed alle ramen dicht.
Das Zimmer hat zwei Fenster.
De kamer heeft twee vensters.
De kamer heeft twee ramen.
Kannst du das Fenster öffnen?
Kun je het raam opendoen?
Er schaute durch das Fenster.
Hij keek uit het raam.
Kennst du das Mädchen, das am Fenster steht?
Ken je het meisje dat aan het raam staat?
Zwei verwirrte Spatzen flogen durch die Tür herein und durch das Fenster heraus.
Twee verwarde mussen vlogen binnen langs de deur en buiten langs het raam.
Sie steckte ihren Kopf aus dem Fenster.
Ze stak haar hoofd uit het raam.
Entschuldigung, darf ich das Fenster aufmachen?
Excuseer, mag ik het venster opendoen?
Das Fenster ist auf Kipp.
Het raam staat in kipstand.
Darf ich das Fenster öffnen?
Mag ik het raam opendoen?
Schweigend sah sie aus dem Fenster.
Zwijgend keek ze uit het raam.
Durch das geöffnete Fenster blies der Meereswind frische, salzige Luft herein.
Door het geopende raam blies de zeewind frisse, zoutige lucht binnen.
Wir konnten den Sonnenuntergang durch unser Fenster sehen.
We konden de zonsondergang vanuit ons raam zien.
Ich ließ das Fenster über Nacht offen.
Ik heb de hele nacht het raam opengelaten.
Die Fenster stehen offen.
De ramen zijn open.
De ramen staan open.
Eine Mücke flog gegen das Fenster.
Een mug vloog tegen het raam.
Er hat alle Fenster offengelassen.
Hij liet alle vensters openstaan.
Mir ist es kalt! Bitte schließe das Fenster.
Ik heb het koud. Sluit het venster alstublieft.
Das Fenster ist zu.
Het venster is gesloten.
Er zerschlug absichtlich ein Fenster.
Hij sloeg met opzet een venster kapot.
Hij sloeg expres een raam kapot.
Das Fenster ist offen.
Het raam is open.
Schließe alle Fenster.
Sluit alle ramen.
Er steckte seinen Kopf zum Fenster hinaus.
Hij stak zijn hoofd door het venster.
Dieses Zimmer hat drei Fenster.
Deze kamer heeft drie ramen.
Tom saß am Fenster.
Tom zat bij het raam.
Tom öffnete ein Fenster.
Tom opende een raam.
Der Junge öffnete das Fenster, obwohl seine Mutter es ihm verboten hatte.
De jongen opende het venster, hoewel zijn moeder het hem verboden had.
Bestrafe ihn nicht, weil er das Fenster zerbrochen hat. Er kann nichts dafür.
Straf hem niet omdat hij het raam gebroken heeft. Het is niet zijn fout.
Ich will das Fenster nicht öffnen.
Ik wil het venster niet openen.
Tom hat das Fenster absichtlich zerbrochen.
Tom heeft het venster opzettelijk gebroken.
Lass das Fenster im Schlafzimmer nicht auf!
Laat het raam in de slaapkamer niet open.
Schau nicht aus dem Fenster. Konzentrier dich auf deine Arbeit.
Kijk niet uit het raam. Concentreer je op je werk.
Dieses Fenster hier ist schusssicher.
Dit venster is kogelbestendig.
Wir schauten aus dem Fenster, sahen aber nichts.
We keken uit het raam, maar zagen niks.
Ich habe nicht nur vergessen, das Fenster zu schließen, ich habe auch nicht gekehrt.
Ik ben niet alleen vergeten het raam dicht te doen maar ik heb ook niet geveegd.
Sie lehnten sich aus dem Fenster, um die Parade anzuschauen.
Ze leunden uit het venster om de parade te bekijken.
Nachts stelle ich meine Paprikapflänzchen vor das offene Fenster, damit sie ein bisschen verhärten können, bevor ich sie draußen pflanze, weil sie jetzt noch solche dünnen Stiele haben.
's Nachts zet ik mijn paprikaplantjes bij het open raam, zodat ze een beetje kunnen harden voor ik ze buiten poot, want ze hebben nu nog zulke dunne steeltjes.
Maria warf eine Kartoffel aus dem Fenster.
Maria gooide een aardappel uit het raam.
Tom öffnete das Fenster und ließ frische Luft herein.
Tom zette het raam open en liet frisse lucht binnen.
Die Fenster müssen geschlossen bleiben.
De ramen moeten dicht blijven.
Tom kam durch das Fenster herein.
Tom kwam door het raam naar binnen.
Öffne das Fenster.
Open het raam!
Mach dein Fenster auf.
Open jouw raam.
Mach das Fenster sauber.
Maak het raam schoon.
Mach die Fenster sauber.
Maak de ramen schoon.
Ich habe das Fenster geöffnet.
Ik heb het raam geopend.
Das Fenster ging auf.
Het raam ging open.
Im Sommer schlafe ich immer bei geöffnetem Fenster.
In de zomer slaap ik altijd met het venster open.
Sind die Fenster offen?
Zijn de ramen open?
Große U-Boote haben kleine Fenster.
Grote onderzeeërs hebben kleine ramen.
Wie können Menschen in einer Wohnung ohne Fenster leben?
Hoe kunnen mensen in een appartement zonder ramen wonen?