Was heißt »Mauer« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Mauer« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- muur
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Das Auto fuhr gegen die Mauer.
De auto reed tegen de muur.
De auto botste tegen de muur.
Ein Mann ist auf dem Mond gelandet. Eine Mauer wurde in Berlin niedergerissen. Eine Welt wurde verbunden durch unsere eigene Wissenschaft und Vorstellungskraft.
Een man landde op de maan. Een muur viel in Berlijn. Een wereld werd aaneengesloten door onze wetenschap en verbeelding.
Herr Gorbatschow, reißen Sie diese Mauer nieder!
Meneer Gorbatsjov, haal deze muur neer!
Wir sind uns der gravierenden Bedeutung des heutigen Tages bewusst, denn heute innerhalb der gastfreundlichen Mauern von Boulogne-sur-Mer treffen sich nicht Franzosen mit Engländern, nicht Russen mit Polen, sondern Menschen mit Menschen.
Laten we ons wel bewust zijn van het belang van deze dag, want vandaag kwamen binnen de gastvrije muren van Boulogne-sur-Mer geen Fransen samen met Engelsen, geen Russen met Polen, maar mensen met mensen.
Die dicken Mauern dämpfen den Lärm von außen.
De dikke muren dempen het geluid van buitenaf.
Die Mauer ist zwei Meter dick.
De muur is twee meter dik.
Die Mauer ist voll von Graffiti.
De muur staat vol met graffiti.
Da steht einer hinter der Mauer.
Er staat iemand achter de muur.
Von der Großen Chinesischen Mauer haben viele Menschen schon gehört oder gelesen, einige haben sie sogar schon besichtigt, doch wenige wissen, dass man dieses Bauwerk vom Mond aus sehen kann.
Van de Grote Chinese Muur hebben vele mensen al gehoord of gelezen, sommigen hebben hem zelfs al bezichtigd, maar echter weinigen weten dat men dit bouwwerk vanaf de maan kan zien.
Die Große Chinesische Mauer gehört zu den Weltwundern.
De Grote Chinese Muur behoort tot de wereldwonderen.
Der Bau der großen Mauer begann im fünften Jahrhundert vor unserer Zeitrechnung.
De bouw van de Grote Muur begon in de vijfde eeuw voor Christus.
Papa malte die Mauern weiß an.
Papa schilderde de muren wit.
Die Berliner Mauer wurde errichtet, um zu verhindern, dass Ostdeutsche in den Westen fliehen.
De Berlijnse Muur werd gebouwd om te voorkomen dat Oost-Duitsers naar het Westen zouden vluchten.
Tom kletterte über die Mauer.
Tom klauterde over de muur.
Ich habe einen erwachsenen Mann gesehen, der auf allen Vieren oben auf einer Mauer entlangkroch. Entweder war er betrunken, oder er wollte einfach wieder einmal jung sein.
Ik heb een volwassen man gezien die op handen en voeten boven op een muur kroop. Ofwel was hij dronken, ofwel wou hij weer eens jong zijn.
Die beiden Grundstücke sind durch eine Mauer getrennt.
De twee velden zijn gescheiden door een muur.
Er nutzte das schöne Wetter, um die Mauer anzustreichen.
Hij maakte gebruik van het mooie weer om de muur te schilderen.
Die Mauer war hellbraun gestrichen.
De muren waren lichtbruin geverfd.
Die Mauer ist einen Meter hoch.
De muur is een meter hoog.
Die Berliner Mauer teilte Berlin in zwei Teile.
De Berlijnse Muur splitste Berlijn in tweeën.
Niederländische Beispielsätze
Die muur is koud.
Ik hoor doorheen de muur wat zij zeggen.
Praten met Eliana is als praten met een muur.
De kaart hangt aan de muur.
Men heeft de muur geel geschilderd.
Het beeld hangt aan de muur.
We staan met de rug tegen de muur.
Er hing een busdienstregeling op de muur.
Tom merkte de kogelgaten in de muur niet.
Tom drukte zijn oor tegen de muur.
Hij drukte zijn oor tegen de muur.
Aan de muur hangt een kaart.
Ik haat de kleur van deze muur.
Ze hing de kalender aan de muur.
De nagel ging door de muur.
We staan met onze rug tegen de muur.
Zelfs de muur heeft oren.
Ze verfde de muur rood.
Het portret van mijn grootvader hangt aan de muur.
Ze heeft de muur wit geverfd.
Übergeordnete Begriffe
- Grenze:
- grens