Was heißt »Au­to« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Au­to« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • auto (männlich)
  • autootje (sächlich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Das Auto fuhr gegen die Mauer.

De auto reed tegen de muur.

De auto botste tegen de muur.

Was... du kannst immer noch nicht Auto fahren?

Wat? Kunt ge nog altijd niet autorijden?

Wat? Kun je nog steeds niet autorijden?

Kann Ihr Bruder Auto fahren?

Kan uw broer autorijden?

Er will ein neues Auto.

Hij wil een nieuwe auto.

Das ist mein Auto.

Dat is mijn auto.

Er ist reich genug, zwei Autos zu kaufen.

Hij is rijk genoeg om twee auto's te kopen.

Ich fragte ihn, wo ich mein Auto parken könne.

Ik vroeg hem waar ik mijn auto kon parkeren.

Ich habe vor, mir ein neues Auto zu kaufen.

Ik ben van plan om een nieuwe auto te kopen.

Soweit ich weiß, kommt er mit dem Auto.

Voor zover ik weet komt hij met de auto.

Sein Auto ist ein Ford.

Zijn auto is een Ford.

Wisst ihr, wem dieses Auto gehört?

Weten jullie van wie deze auto is?

Ich habe ein Auto.

Ik heb een auto.

Hast du ein Auto?

Heb je een auto?

Ich habe ein Problem mit meinem Auto.

Ik heb een probleem met mijn auto.

Kann deine Mutter Auto fahren?

Kan je moeder autorijden?

Du hast drei Autos.

Jij hebt drie auto's.

Kommst du morgen ohne das Auto zurecht? Ich brauche es.

Kunt ge morgen uw zaken afhandelen zonder de auto? Ik heb hem nodig.

Das Auto verunglückte, weil der Fahrer unvorsichtig war.

De auto is verongelukt omdat de bestuurder onvoorzichtig was.

Er hat ein Auto.

Hij heeft een auto.

Etwas scheint mit diesem Auto nicht zu stimmen.

Er lijkt iets niet in de haak met deze auto.

Mir wurde gestern Abend mein Auto gestohlen.

Mijn auto is gisteravond gestolen.

Eine Katze kam unter dem Auto hervor.

Een kat kwam van onder de auto tevoorschijn.

Ich habe zwei Autos.

Ik heb twee auto's.

Ich habe kein Auto.

Ik heb geen auto.

Können Sie Auto fahren?

Kunt u autorijden?

Wessen Auto ist das?

Wiens auto is dat?

Darf ich euer Auto ausleihen?

Mag ik jullie auto uitlenen?

Wenn du Auto fährst, trinke nicht!

Als je autorijdt, moet je niet drinken.

Wo ist mein Auto?

Waar is mijn auto?

Er liebt Autos, wohingegen sein Bruder sie hasst.

Hij houdt van auto's, terwijl zijn broer ze haat.

Wir stiegen alle ins Auto.

We stapten allemaal in de auto.

Ich werde dich mit dem Auto nach Hause bringen.

Ik breng je met de auto naar huis.

Mein Vater hat ein neues Auto gekauft.

Mijn vader heeft een nieuwe auto gekocht.

Was für eine Marke und Farbe hat das Auto des Direktors?

Welk merk en kleur heeft de auto van de directeur?

Es wäre schön, wenn ich ein Auto hätte.

Het zou fijn zijn als ik een auto had.

Ist das dein Auto?

Is dat jouw auto?

Papa ist stolz auf sein Auto.

Pappa is trots op zijn auto.

Gehen wir zu Fuß oder fahren wir mit dem Auto?

Zullen we lopen of met de auto gaan?

Mein Auto ist mit einem CD-Spieler ausgestattet.

Mijn auto is uitgerust met een cd-speler.

Er hat nicht das Geld für ein neues Auto.

Hij heeft geen geld voor een nieuwe auto.

Wie viel kostet das teuerste Auto?

Hoeveel kost de duurste auto?

Mein Auto ist hier in der Nähe geparkt.

Mijn auto is in de buurt geparkeerd.

Sie hat ihren Sohn allein im Auto gelassen.

Zij heeft haar zoon alleen in de auto achtergelaten.

Das Auto fährt schnell.

De auto loopt snel.

De auto rijdt snel.

Ich möchte, dass das Auto so schnell wie möglich repariert wird.

Ik zou willen dat de auto zo vlug mogelijk hersteld geraakt.

Sie zeigte mir ihr neues Auto.

Ze liet me haar nieuwe auto zien.

Fahr nicht unter Alkoholeinfluss Auto.

Bestuur geen auto onder invloed van alcohol.

Mein Auto ist ein Ford, genau wie Ihres.

Mijn auto is een Ford, net als de uwe.

Mein Vater fährt ein sehr altes Auto.

Mijn vader rijdt met een heel oude auto.

Er beschloss, sein Auto zu verkaufen.

Hij heeft besloten zijn auto te verkopen.

Ich werde das Auto nur kaufen, wenn sie vorher die Bremsen reparieren.

Ik zal de auto maar kopen als ze eerst de remmen herstellen.

Dies ist mein Auto.

Dit is mijn auto.

Der Name von Marcos Auto ist "Thunder Giant".

De naam van Marco's auto is "Thunder Giant".

Das Auto war kaputt, also mussten sie laufen.

De auto was kapot, dus moesten ze lopen.

Wir gaben dem Auto einen Stoß.

We gaven de auto een duwtje.

Du kannst mein Auto benutzen, wenn du möchtest.

Je mag mijn auto gebruiken, als je wil.

Der Lastwagen stieß in ein Auto.

De vrachtwagen botste tegen een auto.

Ich kaufe das Auto nur, wenn sie vorher die Bremsen reparieren.

Ik zal de auto alleen kopen als ze eerst de remmen herstellen.

Ich werde dir mein neues Auto zeigen.

Ik zal u mijn nieuwe auto tonen.

Einige Menschen haben zwei Autos.

Enkele mensen hebben twee auto's.

Das ist sein Auto.

Dat is zijn auto.

Ein Klavier ist teuer, aber ein Auto ist noch teurer.

Een piano is duur, maar een auto is duurder.

Ich reise gern mit meinem Auto.

Ik reis graag met mijn auto.

Ich fahre mit dem Auto zur Kirche.

Ik ga naar de kerk met de auto.

Sie sind mit dem Auto nach Chicago gefahren.

Ze zijn met de auto naar Chicago gegaan.

Ich habe gestern ein rotes Auto gekauft.

Ik heb gisteren een rode auto gekocht.

Ich kann mir kein Auto leisten.

Ik kan mij geen auto veroorloven.

Sie fuhren mit dem Auto zum Bahnhof.

Ze reden naar het station per auto.

Das Auto meines Vaters ist neu.

De auto van mijn vader is nieuw.

Ich kann das Auto nicht starten.

Ik kan de auto niet starten.

Wenn die Zahl der Autos steigt, nimmt auch der Verkehr zu.

Als het aantal auto's toeneemt, neemt ook het verkeer toe.

Ein weiser Mann sagte einmal: „Wenn Esperanto eine künstliche Sprache ist, dann ist mein Auto ein künstliches Pferd.“

Een wijze heeft eens gezegd "Als Esperanto een kunstmatige taal is, dan is mijn auto een kunstmatig paard".

Sein Auto wurde vom Parkplatz gestohlen.

Zijn auto werd bij die parkeerplaats gestolen.

Diese Firma stellt zweihundert Autos am Tag her.

Dit bedrijf produceert tweehonderd auto's per dag.

In Amerika fahren die Autos rechts.

Op het Amerikaanse continent rijden de auto's rechts.

In ein paar Tagen werden Sie in der Lage sein, ein Auto zu fahren.

Over een paar dagen zul je in staat zijn auto te rijden.

Dies ist das größte Auto der Welt.

Dit is de grootste auto ter wereld.

Ich habe ein neues Auto gekauft.

Ik kocht een nieuwe auto.

Sie hat nicht das Geld für ein neues Auto.

Ze heeft geen geld voor een nieuwe auto.

Hast du schon Winterreifen an deinem Auto?

Heb je al winterbanden op je auto?

Mein Auto ist kaputt.

Mijn auto is kapot.

Mijn auto is stuk.

Mijn auto is defect.

Der alte Mann wurde von einem Auto überfahren.

De oude man werd door een auto overreden.

Ich kann es mir nicht leisten, ein gebrauchtes Auto zu kaufen.

Ik kan me niet veroorloven een tweedehands auto te kopen.

Ik kan me niet permitteren een tweedehandsauto te kopen.

Du darfst das Auto nicht in dieser Straße parken.

Ge moogt de auto niet parkeren in deze straat.

Je mag de auto niet in deze straat parkeren.

Bill hat einen Teilzeitjob, um ein Auto kaufen zu können.

Bill heeft een parttime job om een auto te kunnen kopen.

Der Dieb benutzte einen Schraubenzieher, um das Auto aufzubrechen.

De dief gebruikte een schroevendraaier om in de auto in te breken.

Ich habe genug Geld, um ein Auto zu kaufen.

Ik heb genoeg geld om een auto te kopen.

Ich habe ihm ein neues Auto gekauft.

Ik heb hem een nieuwe auto gekocht.

Ik heb een nieuwe auto voor hem gekocht.

Ich bin im Auto.

Ik ben in de auto.

Ik zit in de auto.

Wir werden nächste Woche ein neues Auto kaufen.

Wij gaan volgende week een nieuwe auto kopen.

Mein älterer Bruder kann Auto fahren.

Mijn grote broer kan rijden.

Mijn oudere broer kan autorijden.

Du kannst nicht aufmerksam genug sein, wenn du Auto fährst.

Ge kunt niet te oplettend zijn bij het besturen van een auto.

Das Auto meines Onkels ist schneller als meins.

De auto van mijn oom is sneller dan de mijne.

Ein fremdes Auto parkte vor meinem Haus.

Een vreemde auto parkeerde voor mijn huis.

Mit dem Geld konnte er ein neues Auto kaufen.

Met het geld kon hij een nieuwe auto kopen.

Diese Autos sind groß.

Deze auto's zijn groot.

Das ist der Mann, dessen Autos gestohlen wurden.

Dat is de man wiens auto's gestolen zijn.

Das ist die Frau, deren Autos gestohlen wurden.

Dat is de vrouw wier auto's gestolen zijn.

Tom hat ein kostenloses Auto gewonnen.

Tom heeft een gratis auto gewonnen.

Sie weiß nicht, wie man ein Auto fährt.

Zij weet niet hoe men een auto moet besturen.

Synonyme

Kis­te:
kist
Kraft­wa­gen:
automobiel
Wa­gen:
wagen

Niederländische Beispielsätze

  • Hij werd geraakt door een auto en was op slag dood.

  • De wegen staan vol met auto's.

  • De auto is klaar.

  • Het bord geeft aan dat de politie je auto wegsleept als je hier parkeert.

  • Ik heb een auto gekocht.

  • Ze konden zich het leven zonder auto al niet meer voorstellen.

  • Mijn auto is niet rood, maar blauw.

  • Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?

  • Waar kan ik een auto huren?

  • In de meeste Europese landen moeten auto's rechts rijden.

  • Ik heb de nummerplaat van de auto niet kunnen noteren.

  • Ik ben de sleutel van mijn auto verloren.

  • Omdat de auto niet startte, zijn we met de bus gegaan.

  • Laten we met de auto gaan.

  • Deze fabriek produceert auto-onderdelen.

  • Deze auto is heel duur.

  • In zijn garage staan twee auto's.

  • De auto botste met de vrachtwagen.

  • Hij reed per auto naar Boston.

  • Een vriend van mij is laatst uitgegleden over een autootje dat zijn zoon had laten slingeren op de trap en heeft toen zijn grote teen gebroken.

Übergeordnete Begriffe

Kraft­wa­gen:
automobiel

Untergeordnete Begriffe

Dienst­au­to:
dienstauto
Feu­er­wehr­au­to:
brandweerauto

Auto übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Auto. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Auto. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 571, 953, 182048, 341362, 341909, 342611, 342660, 345388, 348412, 353300, 357159, 357475, 357480, 358113, 358612, 361032, 362197, 362693, 365639, 365809, 365839, 367433, 367491, 368572, 369846, 370414, 387224, 396260, 406416, 406940, 407170, 408451, 413925, 414199, 414308, 418988, 424675, 431445, 432623, 432834, 441617, 443559, 443626, 444725, 444927, 445936, 448942, 452193, 454123, 457230, 457353, 465571, 478486, 497269, 498137, 501349, 502051, 504627, 509799, 520004, 527177, 530245, 531561, 533819, 541255, 562123, 564226, 566029, 567413, 569898, 578421, 587366, 588733, 601444, 604460, 619888, 628609, 628825, 640149, 640276, 641094, 644018, 658459, 700014, 701749, 708568, 709735, 712277, 718919, 731075, 732739, 741676, 743668, 743969, 752073, 753700, 759023, 759026, 759317, 780053, 821400, 846649, 850708, 854569, 784184, 780160, 765301, 763450, 741438, 735743, 734872, 734864, 734862, 734860, 731510, 689581, 688790, 980573, 651463 & 623720. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR