Was heißt »weinen« auf Niederländisch?
Das Verb »weinen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- huilen
- blèren
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Er weinte und weinte.
Hij huilde en huilde.
Aber im Ernst, die Episode 21 hat mich fast vor Lachen weinen lassen.
Maar even serieus, om aflevering 21 moest ik zowat huilen van het lachen.
Wieso weinst du?
Waarom huil je?
Meine Schwester weint oft.
Mijn zus huilt vaak.
Sie weinte vor Freude, als sie erfuhr, dass ihr Sohn den Flugzeugabsturz überlebt hatte.
Ze huilde van blijdschap toen ze hoorde dat haar zoon de vliegtuigcrash had overleefd.
Sie hat die ganze Nacht geweint.
Ze heeft de hele nacht geweend.
Ze huilde de hele nacht.
Kinder weinen oft nur, um Aufmerksamkeit zu bekommen.
Kinderen huilen vaak alleen maar om de aandacht te trekken.
Sie fing an zu weinen.
Ze begon te wenen.
Sie weint ständig.
Zij weent voortdurend.
Ze huilt voortdurend
Es ist nicht schlimm, du brauchst nicht weinen.
Het is niet erg, je hoeft niet te huilen.
Ich weine nicht einfach.
Ik huil niet snel.
Es bringt nichts, zu weinen.
Huilen heeft geen zin.
Bitte weine nicht.
Niet huilen alsjeblieft.
Ich fing an zu weinen.
Ik begon te huilen.
Warum weint das Baby?
Waarom huilt de baby?
Das Baby weinte die ganze Nacht.
De baby huilde de hele nacht door.
Warum weinst du, Liebling?
Waarom huil je, liefje?
Das Baby weint.
De baby huilt.
De baby is aan het huilen.
Sie weinte bitterlich.
Zij huilde bitterlijk.
Warum weinst du?
Waarom ben je aan het huilen?
Ich weiß nicht, ob ich lachen oder weinen soll.
Ik weet niet of ik moet lachen of wenen.
Warum weint ihr?
Waarom huilen jullie?
Warum weinen Sie?
Waarom huilt u?
Er weinte nur.
Hij huilde gewoon.
Ich weine jedes Mal, wenn ich dieses Lied höre.
Ik ween elke keer wanneer ik dat lied hoor.
Sie weinte vor Rührung.
Ze huilde van ontroering.
Sie weinte.
Ze huilde.
Warum hast du geweint?
Waarom huilde je?
Waarom heb je gehuild?
Ich habe Lust zu weinen.
Ik zou willen wenen.
Ik heb zin om te huilen.
Ich habe die ganze Nacht geweint.
Ik heb de hele nacht geweend.
Ik heb de hele nacht gehuild.
Sie weint sogar, wenn niemand zusieht.
Ze weent zelfs wanneer niemand het ziet.
Tom hätte fast angefangen zu weinen.
Tom begon te huilen.
Sie weint.
Ze huilt.
Sie weinte weiter.
Ze bleef huilen.
Sie hat die ganze Nacht lang geweint.
Ze heeft de hele nacht gehuild.
Ja, ich weine.
Ja, ik huil.
Wir sehen wer lacht, aber nicht wer weint.
We zien wie lacht; wie huilt, dat zien we niet.
Wir weinen.
We huilen.
Mama weinte.
Mama huilde.
Bill weinte stundenlang.
Bill schreide urenlang.
Meine Freundin weinte.
Mijn vriendin huilde.
Mein Freund weint.
Mijn vriend is aan het huilen.
Alle weinen.
Iedereen huilt.
Hexen weinen nicht.
Heksen huilen niet.
Warum weinen sie?
Waarom zijn ze aan het huilen?
Warum weine ich gerade?
Waarom ben ik aan het huilen?
Sie weinte immer lauter.
Zij huilde steeds harder.
Er weinte.
Hij huilde.
Ich möchte weinen!
Ik zou willen huilen!
Mein Bruder begann zu weinen, als er das Geräusch hörte.
Toen hij het lawaai hoorde begon mijn broer te huilen.
Tom weinte die ganze Nacht hindurch.
Tom weende de hele nacht lang.
Tom wusste nicht, ob er lachen oder weinen sollte.
Tom wist niet of hij moest lachen of huilen.
Sie fing wieder an zu weinen.
Ze begon opnieuw te huilen.
Tom weinte sich die Augen aus.
Tom huilde tranen met tuiten.
Die Mädchen, die keine Puppen bekommen hatten, begannen zu weinen.
De meisjes die geen poppen hadden gekregen begonnen te huilen.
Niemand erkannte ihn, doch der Vogel begann zu pfeifen, das Pferd begann zu fressen und die Prinzessin hörte auf zu weinen.
Niemand herkende hem, maar de vogel begon te fluiten, het paard begon te eten, en de prinses hield op met wenen.
Tom wollte nicht, dass seine Freunde ihn weinen sahen.
Tom wou niet dat zijn vrienden hem zagen wenen.
Er weint.
Hij huilt.
Tom weinte viel.
Tom huilde veel.
Selbst Männer weinen manchmal.
Zelfs mannen huilen soms.
Sie tut nichts, außer zu weinen.
Zij doet niets anders dan wenen.
Kann ich weinen?
Mag ik huilen?
Hör auf zu weinen!
Stop met huilen!
Ich weine, weil ich dich liebe.
Ik ween omdat ik van je hou.
Bitte weine nicht!
Schreeuw alsjeblieft niet!
Wer viel lacht, ist glücklich, und wer viel weint, ist unglücklich.
Hij die veel lacht is gelukkig, en hij die veel huilt is ongelukkig.
Sie weinte herzzerreißend.
Ze huilde bitter.
Mein Bruder weint oft.
Mijn broer huilt vaak.
Tom fing sofort an zu weinen.
Tom begon meteen te huilen.
Warum weint Tom?
Waarom huilt Tom?
Tom weint nicht.
Tom huilt niet.
Ich hörte gerade jemanden weinen.
Ik hoorde net iemand huilen.
Tom zufolge weint Maria ständig.
Volgens Tom huilt Maria voortdurend.
Jesus weinte.
Jezus huilde.
Hast du geweint?
Was je aan het huilen?
Ich bin mir sicher, dass Tom weinen wird.
Ik ben er zeker van dat Tom gaat wenen.
Ik weet zeker dat Tom gaat huilen.
Emily weint.
Emily huilt.
Maria weint in ihrem Zimmer.
Maria huilt in haar kamer.
Maria is aan het huilen in haar kamer.
Ihr Kind weint nie.
Haar kind huilt nooit.
Das Mädchen fing zu weinen an.
Het meisje begon te wenen.
„Wenn ich doch nur einen Ausweg wüsste!“ weinte Maria. „Aber ich glaube, es gibt keinen mehr.“
?Als ik toch maar een uitweg wist!” huilde Maria. “Maar ik geloof dat er geen meer is”.
Ich kann nicht aufhören zu weinen.
Ik kan niet stoppen met huilen.
Ich weine selten.
Ik huil zelden.
Tom würde weinen.
Tom zou huilen.
Der kleine Junge weint.
Het jongetje is aan het huilen.
Wer weint hier?
Wie huilt er?
Wir haben zusammen geweint.
Wij hebben samen gehuild.
Maria weinte auf dem Heimweg.
Maria huilde op de terugweg naar huis.
Wenn Tom dich das tun sähe, würde er weinen.
Als Tom je dat zag doen, zou hij huilen.
Jeder weinte.
Iedereen huilde.
Tom weint nicht mehr.
Tom weent niet meer.
Er hat auf ihrer Beerdigung nicht geweint.
Hij heeft niet gehuild op haar begrafenis.
Besser lachen als weinen.
Beter lachen dan huilen.
Beter lachen dan wenen.
Versuche nicht zu weinen.
Probeer niet te huilen.
Probeer niet te wenen.
Synonyme
- beklagen:
- beklagen
- trauern:
- rouwen
Antonyme
Niederländische Beispielsätze
De wolvin is aan het huilen.
Ken je dat jongetje dat aan het huilen is?
Hij was gewoon aan het huilen.
De baby hield op met huilen.
Ik maakte haar aan het huilen.
Gisternacht heb ik honden horen huilen.
Tom begon plotseling te huilen.
Ik kon wel huilen.