Was heißt »teuer« auf Niederländisch?
Das Adjektiv »teuer« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- duur
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Ein Klavier ist teuer, aber ein Auto ist noch teurer.
Een piano is duur, maar een auto is duurder.
Das ist zu teuer!
Dat is te duur!
Gerechtigkeit ist teuer.
Gerechtigheid is duur.
Der Journalist hat eine Wohnung gemietet, die sehr teuer ist.
De journalist heeft een appartement gehuurd, dat heel duur is.
Diese Gitarre ist so teuer, dass ich sie nicht kaufen kann.
Die gitaar is zo duur dat ik hem niet kan kopen.
Die gitaar is zo duur dat ik ze niet kan kopen.
Das Leben wird immer teurer.
Het leven wordt steeds duurder.
Das Problem ist, dass es zu teuer ist.
Het probleem is dat het te duur is.
Das ist zu teuer.
Dat is te duur.
Meine Mutter hat alles, was ihr lieb und teuer war, verkauft.
Mijn moeder verkocht alles wat haar dierbaar was en duur.
Mijn moeder verkocht alles wat haar dierbaar was.
Es war nicht teuer.
Het was niet duur.
Das Buch ist zu teuer.
Het boek is te duur.
Wenn ich mal was finde, was mir gefällt, ist es immer zu teuer.
Steeds wanneer ik iets vind dat me bevalt, is het te duur.
Was sie kaufte, war sehr teuer.
Wat ze kocht was heel duur.
Das Problem ist, dass Sonnenenergie zu teuer ist.
Het probleem is, dat zonne-energie te duur is.
Forschung zu den Ursachen von Krebs ist sehr teuer.
De oorzaken van kanker onderzoeken is zeer duur.
Es ist sehr teuer.
Het is erg duur.
Das Motorrad von Tom ist teurer als meins.
De moto van Tom is duurder dan de mijne.
Das blaue Auto ist teuer.
De blauwe auto is duur.
Diese Uhr ist teuer.
Dit horloge is duur.
Im Winter sind Erdbeeren teuer.
Aardbeien zijn in de winter duur.
Das ist sehr teuer!
Dat is zeer duur!
Autos sind teuer.
Auto's zijn duur.
Wie teuer!
Hoe duur!
Wat duur!
Guter Rat ist teuer.
Goede raad is duur.
Das wird dich teuer zu stehen kommen!
Het zal je duur komen te staan!
Qualitativ hochwertiges Obst ist im Winter selten und teuer.
Kwaliteitsfruit is schaars in de winter en het kost veel.
Dieses Restaurant ist zu teuer.
Dit restaurant is te duur.
Dat restaurant is te duur.
Das ist nicht teuer.
Dat is niet duur.
Meine Uhr ist nicht so teuer wie Ihre.
Mijn horloge is minder duur dan het uwe.
Sie ist mir lieb und teuer.
Ze is me dierbaar.
Die Krawatte ist zu teuer.
De stropdas is te duur.
Gegenwärtig sind Baumaterialien sehr teuer.
Bouwmaterialen zijn tegenwoordig heel duur.
Hamburger sind diese Woche teurer geworden.
Hamburgers zijn deze week duurder geworden.
Ist es teurer, sich gesund zu ernähren?
Is het duurder om gezond te eten?
Wie teuer war das Bier?
Hoeveel kostte dat bier?
Es ist teuer, in Japan zu leben.
In Japan wonen is duur.
Holzstühle sind teuer.
Houten stoelen zijn duur.
Buchweizen ist teurer geworden.
Boekweit is duurder geworden.
Hochzeiten sind teuer.
Een huwelijk is duur.
Dieses Auto ist sehr teuer.
Deze auto is heel duur.
Diese Kekse sind nicht teuer, schmecken aber ausgezeichnet.
Deze koekjes zijn niet duur, maar ze smaken uitstekend.
Die Schuhe sind mir zu teuer.
Die schoenen lijken me te duur.
Die besten Dinge im Leben sind teuer.
De beste dingen in het leven zijn duur.
Der Käse ist nicht billig, er ist teuer.
De kaas is niet goedkoop, hij is duur.
Erfahrung ist die beste Lehrmeisterin. Nur – das Schulgeld ist teuer!
Ervaring is de beste leermeester. Slechts - het studiegeld is duur!
Ist das Restaurant teuer?
Is het restaurant duur?
Himbeeren sind sehr teuer.
Frambozen zijn heel duur.
Gold ist teurer als Blei.
Goud is duurder dan lood.
Restaurants sind teuer.
Restaurants zijn duur.
Gute Schuhe sind teuer.
Goede schoenen zijn duur.
Das Fleisch ist teuer.
Het vlees is duur.
Hundefutter ist teuer.
Hondevoer is duur.
Wie kannst du es wagen, Tom zu kritisieren, Ungläubiger! Das wird dich teuer zu stehen kommen!
Hoe durf je het wagen Tom te becrisiseren, jij ongelovige! Dat zal je duur te staan komen!
Diese Faltencreme ist sehr teuer.
Deze antirimpelcrème is erg duur.
Aluminium wurde teurer als Gold.
Aluminium werd duurder dan goud.
Das wird teuer sein.
Dat gaat aardig wat kosten.
Das Leben ist teuer hier.
Het leven hier is duur.
Hier ist das Leben teuer.
Hier is het leven duur.
Das Essen war ausgezeichnet, aber sehr teuer.
De maaltijd was uitstekend maar erg duur.
Synonyme
Antonyme
- billig:
- goedkoop
- preiswert:
- goedkoop
Niederländische Beispielsätze
De Japanse regering drukt er steeds op dat kernenergie minder duur is dan andere energiebronnen.
De pret was niet van lange duur.
Waarom kocht je dat duur woordenboek?
Dat is een duur restaurant.
Op den lange duur heeft heeft slechts de bekwame geluk.
Ze gingen lunchen in een duur restaurant.
Waan is van korte duur, maar spijt duurt een lange tijd.
?Waar heb je die kleren vandaan? Van de kringloopwinkel?” – „Dat is vandaag modern, mama. Die waren echt duur.” – „Dat is toch niet te geloven! Mijn moeder had me zo niet het huis uit laten gaan!”
Waarom kocht je zo'n duur woordenboek?
Ik kan het mij niet veroorloven in zo een duur restaurant te eten.
Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.
Untergeordnete Begriffe
- sauteuer:
- peperduur