Was heißt »springen« auf Niederländisch?
Das Verb »springen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- springen
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Er ist aus dem Fenster gesprungen.
Hij sprong het raam uit.
Der fette Mann sprang über den Graben und rutschte aus.
De dikke man sprong over de ondiepe sloot en struikelde.
Wie hoch kannst du springen?
Hoe hoog kun je springen?
Ein Hund sprang auf den Sessel und blieb während fünf Minuten bewegungslos sitzen.
Een hond sprong in de stoel en bleef daar vijf minuten onbeweeglijk zitten.
Der Dicke sprang über den Graben und fiel zu Boden.
De dikke man sprong over de gracht en viel op de grond.
Der Junge springt.
De jongen springt.
Das Pferd springt.
Het paard springt.
Das Mädchen springt.
Het meisje springt.
Er sprang nicht hoch genug, um einen Preis zu gewinnen.
Hij sprong niet hoog genoeg om een prijs te winnen.
Tom beging Selbstmord, indem er von einer Brücke sprang.
Tom pleegde zelfmoord door van een brug af te springen.
Tom sprang auf.
Tom sprong op.
Er sprang ins Schwimmbecken.
Hij sprong in het zwembad.
Der schnelle, braune Fuchs sprang nicht über den faulen Hund.
De vlugge bruine vos sprong niet over de luie hond.
Wegen der Kälte sprang mein Wagen nicht an.
Mijn auto startte niet vanwege de kou.
Er traute sich nicht, über den Bach zu springen.
Hij durfde niet over de beek springen.
Hij durfde niet over de beek te springen.
Tom sprang ins kalte Wasser.
Tom sprong in het koude water.
Ich werde springen.
Ik ga springen.
Ich springe.
Ik spring.
Warum kann er in Gottesnamen nicht einfach über seinen Schatten springen und endlich eine Entscheidung treffen?
In godsnaam, waarom kan hij gewoon niet van zijn hart een steen maken en eindelijk een beslissing nemen?
Synonyme
- gehorchen:
- gehoorzamen
Übergeordnete Begriffe
- bewegen:
- bewegen
- fortbewegen:
- bewegen
Untergeordnete Begriffe
- einspringen:
- invallen
- köpfen:
- onthoofden