Was heißt »spät« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ein bisschen zu spät ist viel zu spät.

Een beetje te laat is veel te laat.

Könntest du bitte später zurückrufen?

Zou je misschien later kunnen terugbellen?

Kan je me later bellen, alsjeblieft?

Zu spät.

Te laat.

Ich bin zu spät in die Schule gekommen.

Ik was te laat op school.

Ik kwam te laat op school.

Es ist nie zu spät zum Lernen.

Het is nooit te laat om te leren.

Je bent nooit te oud om te leren.

Es ist spät.

Het is laat.

Ich bin heute Morgen spät aufgestanden.

Ik ben vanmorgen laat opgestaan.

Ik ben vanochtend laat opgestaan.

Ich ruf dich später an.

Ik bel je later.

Ich frage mich, wieso er zu spät ist.

Ik vraag mij af waarom hij te laat is.

Früher oder später müssen wir alle sterben.

Vroeg of laat moeten we allemaal sterven.

Ich rufe dich später an.

Ik bel je later terug.

Besser spät als nie.

Beter laat dan nooit.

Ich bin später als gewöhnlich angekommen.

Ik ben later dan gebruikelijk aangekomen.

Sie war überrascht, dass es schon so spät war.

Ze was verbaasd dat het al zo laat was.

Er kommt oft zu spät.

Hij komt dikwijls te laat.

Beeilt euch, sonst kommt ihr zu spät zum Mittagessen.

Haast u, of ge mist het middagmaal.

Sie beeilte sich, um nicht zu spät zu kommen.

Ze haastte zich zodat ze niet te laat zou zijn.

Wir alle sterben früher oder später.

Vroeg of laat gaan we allemaal dood.

Bis später!

Tot later!

Tut mir leid, dass ich so spät komme.

Het spijt me dat ik zo laat ben.

Er kommt immer zu spät zur Schule.

Hij komt altijd te laat op school.

Er tauchte eine Stunde später auf.

Hij verscheen een uur later.

Vielleicht später.

Misschien later.

Schneller, sonst kommst du zu spät.

Vlugger, anders ben je te laat.

Beeil dich, sonst kommst du zu spät zur Schule.

Haast u of ge zijt te laat op school.

Haast je, of je bent te laat op school.

Schon so spät?

Is het al zo laat?

Sie ist spät aufgestanden.

Ze is laat opgestaan.

Der Bus kam zehn Minuten zu spät.

De bus kwam tien minuten te laat.

Alles was fliegt, fällt früher oder später runter.

Alles wat vliegt, valt vroeg of laat naar beneden.

Komm nicht wieder zu spät zur Schule.

Kom niet weer te laat op school.

Ich werde ein bisschen später ankommen.

Ik zal een beetje laat aankomen.

Ich kam zu spät zu der Besprechung mit dem Ergebnis, dass ich das Wichtigste verpasst hatte.

Ik was te laat op de vergadering met als gevolg dat ik het belangrijkste deel gemist heb.

Kann mir jemand sagen, wie spät es ist?

Kan iemand mij zeggen hoe laat het is?

Wie es öfter der Fall ist, kam Mike für die Sitzung, heute Nachmittag, zu spät.

Zoals wel vaker het geval is, was Mike deze namiddag te laat op de afspraak.

Wie spät ist es jetzt in London?

Hoe laat is het nu in Londen?

Steh auf. Es ist schon sehr spät.

Sta op. Het is al heel laat.

Drei Jahre später begann der Krieg.

De oorlog begon drie jaar later.

Sie versprach, nicht wieder zu spät zu sein.

Zij beloofde niet opnieuw te laat te komen.

Ich stehe gewöhnlich spät auf.

Meestal word ik laat wakker.

Ich frage mich, wie spät es ist.

Ik vraag me af hoe laat het is.

Je später der Abend, desto schöner die Gäste.

Hoe later op de avond, hoe schoner volk.

Komm nicht zu spät zur Arbeit!

Kom niet te laat op het werk!

In Spanien isst man sehr spät.

In Spanje eet men heel laat.

Tom kommt immer zu spät.

Tom komt altijd te laat.

Früher oder später wird sie den Schock überwinden.

Vroeg of laat zal zij de schok te boven komen.

Ab und zu kommt sie zu spät in die Schule.

Af en toe komt zij te laat naar school.

Sollte ich zu spät sein, wartet nicht auf mich!

Als ik te laat kom, wacht niet op mij!

Du bist immer zu spät.

Je bent altijd te laat.

Entschuldigung, wie spät ist es?

Pardon, hoe laat is het?

Sorry, hoe laat is het?

Du kamst zu spät zur Arbeit.

Je was te laat op je werk.

Er starb ein paar Stunden später.

Hij stierf enkele uren later.

Ich entdeckte zu spät, dass ich den wichtigsten Teil meiner Rede ausgelassen hatte.

Ik ontdekte te laat dat ik het belangrijkste deel van mijn toespraak had weggelaten.

Er kommt oft zu spät zur Schule.

Hij komt vaak laat op school.

Lieber spät als nie!

Liever laat dan nooit!

Ich muss los, es ist spät!

Ik moet ervandoor. Het is laat!

Jetzt nicht, aber später gerne!

Niet nu maar later, graag!

Es war schon spät, also bin ich nach Hause gegangen.

Het was al laat, dus ik ben naar huis gegaan.

Tom kommt selten zu spät zur Schule.

Tom is zelden laat voor school.

Wie spät stehst du normalerweise auf?

Hoe laat staat ge gewoonlijk op?

Hoe laat sta je gewoonlijk op?

Sind Sie spät aufgestanden?

Bent u laat opgestaan?

Es ist schon spät.

Het is al laat.

Du bist zu spät gekommen.

Je kwam te laat.

Wie spät ist es nun in San Francisco?

Hoe laat is het nu in San Francisco?

Früher oder später werden wir es machen.

Vroeg of laat zullen we het doen.

Jims Vater kehrt spät heim.

Jims vader komt laat thuis.

Ich bin spät dran, nicht wahr?

Ik ben te laat, of niet?

Du bist zu spät.

Je bent laat.

Es ist viel später, als du denkst.

Het is veel later dan je denkt.

Er macht sich Sorgen, dass er vielleicht zu spät kommen könnte.

Hij is bezorgd dat hij misschien te laat komt.

Er arbeitet von früh bis spät.

Hij werkt van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.

Ich bin es nicht gewohnt, bis spät in die Nacht aufzubleiben.

Ik ben het niet gewend 's avonds laat op te blijven.

Er ist drei Tage später gestorben.

Hij stierf 3 dagen daarna.

Früher oder später werden wir sterben.

Vroeg of laat gaan we dood.

Vroeg of laat zullen we sterven.

Es ist bereits zu spät.

Het is al te laat.

Es wird spät.

Het wordt laat.

Jahrhunderte später gab es im All mehr Menschen als auf der Erde.

Eeuwen later waren er meer mensen in de ruimte dan er op Aarde waren.

Du kommst zu spät.

Je bent te laat.

Wenn du jetzt nicht anfängst, wirst du zu spät sein.

Als je nu niet begint, zul je te laat zijn.

Komm nicht zu spät!

Wees niet te laat!

Es ist spät – schalte den Fernseher aus!

Het is laat. Zet dus de tv af.

Ein Jahr später besuchte er die Sowjetunion.

Een jaar later bezocht hij de Sovjet-Unie.

Wir reden später.

We spreken later verder.

Bis später, Leute!

Tot later, jongens!

Tot straks, jongens!

Tot straks, allemaal!

Ich habe es zu spät erfahren.

Ik kwam er te laat achter.

Tom kam oft zu spät zur Schule.

Tom kwam vaak te laat op school.

Wir können Tom nicht so spät nachts Klavier üben lassen.

We kunnen Tom niet zo laat in de nacht op de piano laten oefenen.

Wie spät ist es bei dir?

Hoe laat is het bij jou?

Seine Mutter starb vier Jahre später.

Zijn moeder stierf vier jaar later.

Er wird mir alles erzählen, früher oder später.

Vroeg of laat zal hij me alles vertellen.

Ob deine Mutter dies will oder nicht, sie wird sich früher oder später mit dem Gedanken abfinden müssen, dass ihre Tochter erwachsen geworden ist.

Of je moeder dit nu wil of niet, vroeg of laat zal zij zich moeten neerleggen bij het idee dat haar dochter volwassen is geworden.

Einige kamen zu spät.

Sommigen kwamen te laat.

Zu Fuß kommen wir recht spät an.

Als we lopen komen we veel te laat.

Ich traf sie spät am Abend.

Ik heb haar laat in de avond ontmoet.

Deswegen ist er zu spät zur Schule gekommen.

Dat is de reden waarom hij te laat op school was.

Wir werden später auf die Sache zu sprechen kommen.

We bespreken deze kwestie later.

Wenn du nicht aufmerksam zuhörst, wirst du später Probleme bekommen.

Als je niet aandachtig luistert, ga je later in de problemen geraken.

Ich komme möglicherweise ein bisschen zu spät.

Ik ben misschien wat te laat.

Die Hilfe kam zu spät.

De hulp kwam te laat.

Drei Monate später haben sie geheiratet.

Ze zijn drie maanden later getrouwd.

Wie spät ist es jetzt in Boston?

Hoe laat is het nu in Boston?

Antonyme

früh:

pril

vroeg

pünkt­lich:

stipt

zei­tig:

bijtijds

op tijd

tijdig

vroeg

Niederländische Beispielsätze

• Hoe laat ga je doorgaans van huis weg?

• Je bent drie uur te laat.

• Hoe laat komt zij thuis?

• Want een mens die in tijden van aarzeling zijn verstand laat wankelen, vergroot het kwaad en verspreidt het verder en verder; maar wie onwankelbaar is in zijn verstand, die vormt de wereld.

• Hoe laat ben je van plan weg te gaan?

• Het is nu te laat om Tom te bellen.

• Het ziet er naar uit dat de boekwinkel ook laat open zal zijn.

• Hoe laat zal ik komen?

• Mijn geheugen laat me vaak in de steek.

• Hoe laat kom je me ophalen?

• Niemand was te laat.

• Hoe laat denk je dat je ongeveer aankomt?

• Breng op smaak met zout en peper en laat ongeveer 10 minuten koken, af en toe roeren.

• Hoe laat begint de eerste mis van de dag?

• Kom niet te laat!

• "Hoe laat is het?" "Het is twintig over drie."

• Hoe laat eet u ontbijt?

• Je komt te laat op school als je niet snel eet.

• Ik weet niet eens hoe ze heet, laat staan dan waar ze woont!

• Vroeg of laat zal dat gebeuren.