Was heißt »selbst« auf Niederländisch?
Das Demonstrativpronomen »selbst« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- zelf
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Letztendlich muss jeder selbst lernen.
Tenslotte moet iedereen zelf leren.
Ich will meine Ideen nicht verlieren, selbst wenn einige von ihnen ein bisschen extrem sind.
Ik wil mijn ideeën niet kwijtraken, zelfs als sommige ervan een beetje extreem zijn.
Ich bin so blöd... ich versuche, dir Dinge zu erklären, die ich selbst nicht verstehe.
Ik ben zo stom... Ik probeer je dingen uit te leggen die ik zelf niet begrijp.
An sich selbst zu zweifeln, ist das erste Zeichen von Intelligenz.
Aan zichzelf twijfelen is het eerste teken van intelligentie.
Primzahlen sind wie das Leben, sie sind völlig logisch, aber es ist unmöglich, Regeln für sie zu finden, selbst wenn man seine ganze Zeit dem Nachdenken darüber widmet.
Priemgetallen zijn als het leven, ze zijn helemaal logisch, maar het is onmogelijk er regels voor te vinden, zelfs als je al tijd wijdt aan het nadenken erover.
Das Problem hat sich von selbst gelöst.
Het probleem is vanzelf opgelost.
Het probleem heeft zichzelf opgelost.
Ich schäme mich für mich selbst.
Ik schaam me voor mezelf.
Ik ben beschaamd over mezelf.
Er sprach mit sich selbst.
Hij sprak in zichzelf.
Das hat sie selbst gesagt.
Dat heeft ze zelf gezegd.
Ich weiß es selbst.
Ik weet het zelf.
Er musste selbst am Sonntag arbeiten.
Hij moest zelfs op zondag werken.
Jane hat den Brief selbst geschrieben.
Jane heeft de brief zelf geschreven.
Warum bestehst du darauf, selbst die Studiengebühren zu bezahlen, obwohl deine Eltern dich gerne finanziell unterstützen würden?
Waarom wil je per se je schoolkosten zelf betalen, terwijl je ouders bereid zijn je financieel te steunen?
Gute Ware lobt sich selbst.
Goede koopwaar looft zichzelf.
Ich habe selbst schon mehrmals Bußgelder für widerrechtliches Parken bezahlt.
Ik heb zelf ook al een paar keer parkeerboetes betaald.
Wer anderen eine Grube gräbt, fällt selbst hinein.
Wie een put graaft voor een ander, valt er zelf in.
Haben Sie das selbst gemacht?
Heeft u het zelf gemaakt?
Es ist schlimm, andere Menschen zu betrügen, aber noch schlimmer, sich selbst zu betrügen.
Anderen bedriegen is slecht, maar jezelf bedriegen is nog veel slechter.
Ich werde das Buch selbst behalten.
Ik zal dat boek zelf houden.
Ik ga het boek voor mezelf houden.
Sie bewunderten sich selbst.
Ze bewonderden zichzelf.
Warum bringen Menschen sich selbst um?
Waarom doden mensen zichzelf?
Ich muß gehen, selbst wenn es regnet.
Ik moet gaan, zelfs wanneer het regent.
Hast du das selbst gemacht?
Heb je het zelf gemaakt?
Das Licht ging von selbst aus.
Het licht ging vanzelf uit.
Ich war die Ruhe selbst.
Ik was zo kalm als een komkommer.
Das ist eine Tasche, die sie selbst gemacht hat.
Dat is een tas die zij zelf heeft gemaakt.
Ich möchte die Arbeit selbst abschließen.
Ik wil het werk zelf afmaken.
Sie hat das Abendessen selbst zubereitet.
Ze heeft het avondeten zelf gekookt.
Erkenne dich selbst.
Ken jezelf.
Sie wollten selbst kommen.
Zij wilden zelf komen.
Ze wilden zelf komen.
Ihr müsst selbst denken.
Jullie moeten zelf denken.
Er hoffte, das Problem würde sich von selbst lösen.
Hij hoopte dat het probleem wel zou opgelost geraken.
Er hat sich selbst umgebracht.
Hij heeft zichzelf omgebracht.
Ich habe dieses Kleid selbst genäht.
Ik heb die jurk zelf gemaakt.
Dieses Mittel selbst ist kein Gift.
Dit middel is op zich geen vergif.
Nächstes Mal tue ich es selbst.
De volgende keer doe ik het zelf.
Ich habe das Problem selbst gelöst.
Ik heb het probleem zelf opgelost.
Sie hat sich gestern selbst umgebracht.
Ze heeft gisteren zichzelf gedood.
Sie hat versucht, sich selbst umzubringen.
Ze heeft geprobeerd zelfmoord te plegen.
Ich habe das Buch für mich selbst gekauft, nicht für meine Frau.
Ik heb dit boek voor mijzelf gekocht, niet voor mijn vrouw.
Ich habe das selbst gesehen.
Ik heb het zelf gezien.
Er macht gern alles selbst.
Hij doet graag alles zelf.
Der romantische Dichter Novalis schrieb: „Ein Kind ist eine sichtbar gewordene Liebe.“ Er selbst hatte kein Kind.
De romantische dichter Novalis schreef: "Een kind is een zichtbaar geworden liefde." Hijzelf had geen kind.
De romantische dichter Novalis schreef: ”Een kind is een zichtbaar geworden liefde”. Hij had zelf geen kind.
Er hat das selbst gemacht.
Hij heeft het zelf gedaan.
Das ist ein weiterer Schritt auf dem Weg zu mir selbst.
Het is een verdere stap op de weg naar mezelf.
Mache das selbst!
Doe het zelf.
Wenn du diese Wasserpistole haben willst, spar selbst dafür. Ich kann nicht weiter Spielsachen für dich kaufen. Auf meinem Rücken wächst kein Geld.
Als je dat waterpistool wilt hebben, moet je er zelf maar voor sparen. Ik kan geen speelgoed voor je blijven kopen. Het geld groeit niet op m'n rug.
Versuch es selbst.
Probeer het zelf maar.
Versuchen Sie es selbst.
Probeer het zelf.
Ich habe diesen Text nicht selbst übersetzt.
Ik heb deze tekst niet zelf vertaald.
Urteilen Sie selbst!
Oordeel zelf!
Ich kann nur für mich selbst sprechen.
Ik kan alleen voor mezelf praten.
Ich spreche ständig mit mir selbst.
Ik praat constant met mezelf.
Ich gehe, selbst wenn es morgen regnet.
Ik ga, zelfs als het morgen regent.
Selbstlosigkeit ist das Beste, was Sie für sich selbst tun können
Onbaatzuchtigheid is het beste wat je voor jezelf kan doen.
Ich mache es selbst.
Ik doe het zelf.
Sie sollte das Recht haben, selbst zu entscheiden.
Ze zou het recht moeten hebben om zelf te beslissen.
Du kannst dir selbst einen machen.
Je kan er zelf een maken.
U kan er een voor uzelf maken.
Je kunt er zelf een maken.
Wenn du mir nicht glaubst, dann geh und sieh selbst!
Als je me niet gelooft, ga dan zelf kijken.
Er kann nicht für sich selbst sorgen.
Hij kan niet voor zichzelf zorgen.
Der Lohn der Freundschaft ist sie selbst.
Het loon van de vriendschap is de vriendschap zelf.
Jeder denkt daran, die Welt zu verändern, aber niemand denkt daran, sich selbst zu verändern.
Iedereen denkt erover om de wereld te veranderen, maar niemand denkt erover om zichzelf te veranderen.
Ich habe dieses Kleidungsstück selbst gemacht.
Ik heb dit kledingstuk zelf gemaakt.
Ich kann nicht glauben, dass du das selbst gemacht hast.
Ik kan niet geloven dat je dit in je eentje gedaan hebt.
Wir müssen aufhören, uns selbst etwas vorzumachen.
Me moeten ermee ophouden onszelf te bedriegen.
Die Sonne scheint nicht für sich selbst.
De zon schijnt niet voor zichzelf.
Das versteht sich von selbst.
Het spreekt voor zich!
Bisweilen gehört nicht weniger Klugheit dazu, auf einen guten Rat zu hören, als sich selbst einen solchen zu geben.
Soms vergt het niet minder wijsheid om naar goede raad te luisteren dan om die aan zichzelf te verstrekken.
Maria verhängte selbst für kleinste Vergehen drakonische Strafen über ihren Sohn Tom.
Mary legde haar zoon Tom zware straffen op voor het plegen van zelfs de kleinste vergrijpen.
Katzen können selbst an dunklen Orten etwas sehen.
Katten kunnen zelfs op donkere plaatsen zien.
Ihre Eltern sind sehr schön, aber sie selbst hat nichts besonderes.
Haar ouders zijn heel mooi, maar zij zelf heeft niets speciaals.
Dieses Mal habe ich mich selbst übertroffen.
Dit keer heb ik mezelf overtroffen.
Manchmal hasse ich mich selbst.
Soms haat ik mezelf.
Hast du das selbst gezeichnet?
Heb je dit zelf getekend?
Kenne dich selbst!
Ken jezelf!
Du solltest selbst nachsehen gehen.
Je behoort zelf te gaan kijken.
Wer sich selbst nicht liebt, kann nicht andere gernhaben.
Wie zichzelf niet bemint, kan niet van anderen houden.
Er sucht bei anderen, was er bei sich selbst nicht finden kann.
Hij zoekt in anderen wat hij in zichzelf niet kan vinden.
Hast du diese Puppe selbst gemacht?
Heb jij deze pop zelf gemaakt?
Die Redaktion und Herausgabe dieser Zeitschrift besorgte ich selbst.
De redactie en de uitgave van dat tijdschrift verzorgde ik zelf.
Ich selbst habe 1976 begonnen, Musiksendungen aufzunehmen.
Ik ben zelf in 1976 begonnen met muziekprogramma’s op te nemen.
Es versteht sich von selbst, dass wir einander helfen.
Het spreekt vanzelf dat wij elkaar helpen.
Entscheide selbst!
Beslis zelf!
Bepaal zelf!
Besluit zelf!
Das kommt selbst in den besten Familien vor.
Dat gebeurt zelfs in de beste families.
Ich glaube, damit komme ich selbst klar.
Ik denk dat ik daar zelf wel in slaag.
Du musst aufhören, dich selbst zu belügen.
Je moet ophouden tegen jezelf te liegen.
Sie musste ihr Kleid selbst ändern.
Ze moest zelf haar jurk aanpassen.
Du selbst hast es mir gesagt.
Je hebt het me zelf verteld.
Wir lügen uns alle selbst an.
We liegen allemaal tegen onszelf.
Das können selbst kluge Kinder nicht verstehen.
Dat kunnen zelfs slimme kinderen niet begrijpen.
Ein Herr bleibt selbst in der Hölle ein Herr.
Een heer, zelfs in de hel, blijft een heer.
Zelfs in de hel blijft een heer een heer.
Heute werde ich das Abendessen selbst vorbereiten.
Vandaag maak ik zelf het avondeten.
Vandaag bereid ik het avondeten zelf voor.
Habt ihr denn keine Achtung vor euch selbst?
Hebben jullie dan helemaal geen zelfrespect?
Tom sagte, er habe nicht genug Zeit, um sich selbst das Mittagessen zuzubereiten.
Tom zei dat hij niet genoeg tijd had om zijn lunch zelf te bereiden.
Die Tatsachen sprechen für sich selbst.
De feiten spreken voor zich.
Hilf denen, die sich selbst nicht helfen können.
Help degenen die zichzelf niet kunnen helpen.
Help hen die zichzelf niet kunnen behelpen.
Primzahlen sind nur durch eins und sich selbst teilbar.
Priemgetallen zijn alleen deelbaar door één en door zichzelf.
Der Bär beißt sich selbst.
De beer bijt zichzelf.
Er hat für sich selbst beschlossen, dass er allein dort hingehen wird.
Hij heeft voor zichzelf beslist dat hij daar alleen heen zou gaan.
Hij heeft voor zichzelf beslist dat hij daar alleen naartoe zou gaan.
Es war nötig, selbst dorthin zu gehen.
Het was nodig zelf daarnaartoe te gaan.
Synonyme
- auch:
- ook
- eigenhändig:
- eigenhandig
- höchstpersönlich:
- hoogstpersoonlijk
- lebend:
- levend
- Personifikation:
- personificatie
- sogar:
- zelfs
Niederländische Beispielsätze
Dit is niet haar ware zelf.
Niets is geler dan geel zelf.
Dat zullen jullie zelf moeten doen.
Ze is eraan gewend zelf te koken.
Tom kan dat zelf doen.
Ik heb die beslissing zelf genomen.
Ik geloofde er zelf eerst ook in.
Ik heb besloten dat zelf te proberen.
Dat geloof je zelf niet.
Ik zou het je graag willen uitleggen, maar ik begrijp het zelf niet.
Je moet je problemen zelf oplossen.
Hij hoefde niet zelf te komen.
Hij had zelf niet hoeven komen.
Ik vraag me echter af, hoe hij er zelf tegenover staat.
De kat klom zelf op het dak van mijn huis.
Tom begon zelf zijn eten te koken om geld te besparen.
Tom en Maria hoefden er zelf niet heen te gaan.
Ik moest het zelf doen.
De enige die echt een ocelotvacht nodig heeft, is de ocelot zelf.
Liefde kan je aanleren. En niemand leert beter dan kinderen. Als kinderen opgroeien zonder liefde, kun je niet verbaasd zijn als ze zelf liefdeloos worden.