Was heißt »furcht­bar« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Dieses Fahrrad ist furchtbar; es ist zu schwer.

Deze fiets is verschrikkelijk; hij is te zwaar.

Ich hatte einen furchtbaren Traum.

Ik heb afschuwelijk gedroomd.

Rauchen ist furchtbar für deine Gesundheit.

Roken is verschrikkelijk voor uw gezondheid.

Als sie die furchtbare Nachricht hörte, fiel sie in Ohnmacht.

Toen ze het verschrikkelijke nieuws hoorde, viel ze in zwijm.

Das ist furchtbar.

Dat is verschrikkelijk.

Nach der Scheidung ihren Haushalt alleine zu führen muss ihr furchtbar schwer fallen.

Het moet enorm moeilijk voor haar zijn het huishouden alleen te runnen na de scheiding.

Eine halbe Stunde lang hatten wir einen furchtbaren Wolkenbruch.

Een half uur lang hadden we een vreselijke stortregen.

Ein Krieg ist eine furchtbare Sache.

Een oorlog is een verschrikkelijke zaak.

Es ist furchtbar kalt heute.

Het is verschrikkelijk koud vandaag.

Das war furchtbar.

Dat was vreselijk.

Viele Schönheitschirurgen sind furchtbar hässlich.

Veel plastisch chirurgen zijn vreselijk lelijk.

Kannst du ein bisschen leiser sprechen? Ich habe einen furchtbaren Kater.

Kan je een beetje zachter praten? Ik heb een hevige kater.

Das ist furchtbar nett von dir.

Dit is erg aardig van je.

Das Erdbeben war eine furchtbare Erfahrung.

De aardbeving was een vreselijke belevenis.

Synonyme

ab­scheu­lich:

abominabel

arg:

erg

slecht

au­ßer­ge­wöhn­lich:

buitengewoon

ongebruikelijk

schitterend

uitzonderlijk

au­ßer­or­dent­lich:

schitterend

be­son­ders:

apart

bit­ter:

bitter

ent­setz­lich:

abominabel

er­schre­ckend:

schrikbarend

fürch­ter­lich:

vreselijk

ganz:

gaaf

heel

onbeschadigd

ongebroken

schreck­lich:

schrikkelig

tief:

diep

über­trie­ben:

overdrijver

un­glaub­lich:

ongelofelijk

ver­dammt:

doemen

zu:

te

Niederländische Beispielsätze

• Je handschrift is verschrikkelijk.

• Het is echt verschrikkelijk.

• Ze heeft zich heel verschrikkelijk gedragen.

• Jouw Nederlands is verschrikkelijk.

• Eens leefde hier een verschrikkelijk monster.

• Hoe verschrikkelijk!

• Mijn Duits is verschrikkelijk.

• De atoombom is een verschrikkelijk wapen.

• Iedereen vergeven is net zo verschrikkelijk als niemand.

• Biscuitjes met mosterd smaken verschrikkelijk.

• Zo een bedrog is verschrikkelijk.

• Het eten is verschrikkelijk.

• Het is verschrikkelijk weer vandaag.

• Deze wijn is verschrikkelijk zuur.

• Er is een verschrikkelijk ongeval gebeurd op de hoek.

• Dokter Patterson: Ja. Het was verschrikkelijk.

• Het is verschrikkelijk koud deze avond.

• Dit is inderdaad verschrikkelijk.

• Gisteren was het verschrikkelijk koud.

• De treinen in Servië zijn verschrikkelijk langzaam.