Was heißt »Taxi« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Taxi« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- taxi (männlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Könnten Sie mir ein Taxi bestellen?
Kunt ge een taxi voor mij bestellen?
Taxis in China sind kostenlos, man muss nur schnell rennen.
Taxi's in China zijn gratis, je hoeft alleen maar snel te rennen.
Können Sie mir ein Taxi rufen?
Kunt u een taxi voor me bestellen?
Kunt U een taxi voor mij bestellen?
Sie nahm ein Taxi zum Krankenhaus.
Ze nam een taxi naar het ziekenhuis.
Vor dem Bahnhof stehen gewöhnlich Taxis.
Meestal staan er taxi's voor het station.
Er brauchte kein Taxi rufen.
Hij hoefde geen taxi te bellen.
Sie nahm das Taxi zum Museum.
Ze nam de taxi naar het museum.
Er ist mit dem Taxi nach Kawogoe gefahren.
Hij is per taxi naar Kawogoe gegaan.
Nimm ein Taxi zum Hotel!
Neem een taxi naar het hotel.
Lass uns ein Taxi nehmen!
Laten we een taxi nemen.
Ich musste laufen, weil es keine Taxis gab.
Ik moest lopen, omdat er geen taxi's waren.
Rufen Sie bitte ein Taxi!
Bel een taxi alstublieft.
Ein Taxi wartet.
Er wacht een taxi.
Ich brauche ein Taxi!
Ik heb een taxi nodig!
Das Taxi wartet draußen.
De taxi wacht buiten.
Warum nimmst du kein Taxi?
Waarom neem je geen taxi?
Ich nehme ein Taxi.
Ik neem een taxi.
Wir haben noch reichlich Zeit, aber lasst uns sicherheitshalber ein Taxi nehmen.
We hebben nog genoeg tijd, maar laat ons voor de zekerheid een taxi nemen.
Fahren wir mit dem Taxi!
Laten we met de taxi gaan!
Warum fahren Sie nicht mit dem Taxi?
Waarom neemt u geen taxi?
Als er am Bahnhof ankam, rief er ein Taxi.
Toen hij aan het station aankwam, belde hij een taxi.
Sie nahm ein Taxi.
Ze nam een taxi.
Leyla bezahlte fürs Taxi.
Leyla betaalde voor de taxi.
Wir brauchen ein Taxi.
We hebben een taxi nodig.
Tom fährt ein gelbes Taxi.
Tom rijdt in een gele taxi.
Sinnverwandte Wörter
Niederländische Beispielsätze
"Is dit een illegale taxi?", vroeg ik hem.
Übergeordnete Begriffe
- Fahrzeug:
- voertuig