Was heißt »Schü­ler« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Schü­ler« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • scholier (männlich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Kein Schüler beschwert sich je, Schmerzen im Frontallappen der linken Gehirnhälfte zu haben.

Geen enkele leerling klaagt over pijn in de frontale kwab van de linker hemisfeer.

Die Schüler haben dem Lehrer die Übung gegeben.

De studenten hebben de oefening aan de docent gegeven.

Ich habe bereits mit diesem Schüler gesprochen.

Ik heb al met deze student gesproken.

In unserer Klasse sind vierzig Schüler.

Er zitten veertig leerlingen in onze klas.

Sind Sie Lehrer oder Schüler?

Bent u leraar of leerling?

Die meisten Schüler gehen zu Fuß zur Schule.

De meeste studenten gaan te voet naar school.

Der Lehrer und die Schüler sind im Museum.

De leraar en de leerlingen zijn in het museum.

Ich bin kein Schüler.

Ik ben geen leerlinge.

Alle Schüler von dieser Schule müssen außer Englisch noch eine andere Fremdsprache lernen.

Alle leerlingen van deze school moeten naast Engels nog een andere vreemde taal leren.

Er ist ein Schüler an der Yushu High School.

Hij is leerling aan het Yushu-college.

Der Lehrer hat die neuen Schüler begrüßt.

De leraar verwelkomde de leerlingen.

Unsere Schule hat ungefähr tausend Schüler.

Onze school heeft ongeveer duizend studenten.

Die Schüler lachten.

De leerlingen lachten.

Heute sind viel mehr Schüler im Klassenzimmer als gestern.

Er zijn vandaag veel meer leerlingen in het schoollokaal dan gisteren.

Die Schulordnung schreibt vor, dass die Schüler Schuluniformen tragen.

Het schoolreglement verplicht de leerlingen tot het dragen van een schooluniform.

Die Schüler haben das Gedicht auswendig gelernt.

De studenten leerden dit gedicht uit hun hoofd.

Dieser Schüler ist faul.

Die student is lui.

Alle Schüler auf unserer Schule lernen Französisch.

Alle leerlingen op onze school leren Frans.

Sie hat sich in einen ihrer Schüler verliebt.

Ze werd verliefd op één van haar leerlingen.

Tom sieht eher wie ein Lehrer als wie ein Schüler aus.

Tom lijkt meer op een leraar dan op een leerling.

Ich war einer der besten Schüler der Klasse.

Ik was een van de beste leerlingen van de klas.

Die Schüler dürfen diese Rechner benutzen.

De leerlingen mogen deze computers gebruiken.

Der Schüler kennt die gebräuchliche Bezeichnung der Acetylsalicylsäure.

De leerling kent de gewone naam voor acetylsalicylzuur.

Der Lehrer hat überhaupt keine Autorität bei seinen Schülern.

De leraar heeft helemaal geen gezag over zijn leerlingen.

Alle Schüler in Finnland müssen beide Landessprachen lernen.

Alle studenten in Finland moeten beide landstalen leren.

Du bist bloß ein Schüler.

Je bent gewoon een scholier.

Natürlich werde ich ein guter Schüler sein.

Natuurlijk zal ik een goede leerling zijn.

Man sagte den Schülern, dass sie das Gedicht auswendig lernen sollten.

De leerlingen werden gezegd dat ze het gedicht uit het hoofd moesten leren.

Du bist der schlechteste Schüler in der Klasse.

Jij bent de slechtste leerling in de klas.

Der alte Mathematiklehrer, Herr Müller, hat ein schickeres Fahrrad als die meisten seiner Schüler.

De oude wiskundeleraar, meneer Müller, heeft een mooiere fiets dan de meeste van zijn leerlingen.

Hier müssen alle Schüler Französisch lernen.

Hier moeten alle leerlingen Frans leren.

Hier zijn alle leerlingen verplicht Frans te leren.

Die Schüler gehen ihren Schulweg zu Fuß.

De leerlingen gaan te voet naar school.

Die Schüler haben sich über Toms Witz kaputtgelacht.

De studenten lachten zich rot om Toms grap.

Der Lehrer kann mit seinen Schülern gut umgehen.

De leraar kan goed met zijn leerlingen omgaan.

In der Klasse gibt es 45 Schüler.

Er zitten 45 scholieren in de klas.

Nicht jeder Schüler hat eine Sonntagsschrift.

Niet elke leerling heeft een zondagsschrift.

Wie viele Schüler hast du?

Hoeveel leerlingen heb je?

Ich bin kein schlechter Schüler.

Ik ben geen slechte leerling.

Antonyme

Leh­rer:
leraar
Meis­ter:
baas
groot vakman
kampioen
meester
patroon
Stu­dent:
student

Niederländische Beispielsätze

  • Die scholier is Amerikaanse.

  • Bent u een middelbare scholier?

Schüler übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Schüler. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 444, 332157, 451316, 526587, 728069, 761258, 764158, 797382, 860236, 868319, 915251, 1281153, 1391372, 1434825, 1692589, 2014521, 2030504, 2578039, 2705422, 3083492, 3278576, 3289477, 3472976, 5064919, 5843547, 6121662, 6200232, 6290357, 6785154, 6786887, 6819057, 6839933, 7362057, 7856620, 8059481, 8164099, 8443054, 10108914, 684545 & 7266785. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR