Was heißt »Fuchs« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Fuchs« (auch: Fux) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Füchse sind Wildtiere.: Vossen zijn wilde dieren.; Vossen zijn in het wild levende dieren.
Sie jagten Füchse.: Ze jaagden op vossen.; Zij jaagden op vossen.
Ein Fuchs hat die Küken aus dem Stall gestohlen.: Een vos heeft de kuikens uit de stal geroofd.
Der schnelle, braune Fuchs sprang nicht über den faulen Hund.: De vlugge bruine vos sprong niet over de luie hond.
Siehst du den Fuchs?: Zie je de vos?
Sie jagten Hirsche und Füchse.: Ze jaagden op herten en vossen.
Der Fuchs schleicht ums Haus.: De vos sluipt rond het huis.
Die Waldtiere waren pünktlich, nur der Fuchs kam zu spät.: De bosdieren waren op tijd, alleen de vos kwam te laat.
Toms Fell-Ich ist ein Fuchs namens Neon.: Toms fursona is een vos genaamd Neon.
Der Jäger hat einen Fuchs erlegt.: De jager heeft een vos gedood.

Een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken.