Was heißt »schrei­en« auf Niederländisch?

Das Verb »schrei­en« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • roepen
  • schreeuwen

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich hörte eine Frau schreien.

Ik hoorde een vrouw schreeuwen.

In dem Moment, als sie ihre Mutter sah, begann sie mit lauter Stimme zu schreien.

Toen zij haar moeder zag, begon zij luid te schreeuwen.

Er schrie mit lauter Stimme: "Hilfe!"

Met luide stem riep hij "Help!"

Kentucky schreit "ficken".

Kentucky schreeuwt "fuck".

"Komm zurück!", schrie er.

"Kom terug!" riep hij.

Mayuko schrie laut.

Mayuko schreeuwde hardop.

Ich würde laut schreien, wenn ich einen Skorpion in meinem Zimmer fände.

Ik zou hard schreeuwen als ik een schorpioen in mijn kamer zou vinden.

Du trägst immer einen Schlips, der zum Himmel schreit.

Je draagt altijd een schreeuwerige stropdas.

Er schreit viel.

Hij schreeuwt veel.

"Feuer!", schrie er.

"Vuur!" schreeuwde hij.

Ich schrie, ich heulte.

Ik schreeuwde, ik huilde.

Er schrie sich heiser.

Hij schreeuwde zich schor.

Der Säugling schreit.

Het kind huilt.

De zuigeling huilt.

Die Säuglinge schreien.

De baby's schreeuwen.

De zuigelingen schreeuwen.

Tom schreit.

Tom schreeuwt.

Hör auf zu schreien!

Hou op met schreeuwen!

Bitte bitte Tom darum, nicht zu schreien.

Vraag alsjeblieft aan Tom om niet te schreeuwen.

Er schrie vor Schmerz.

Hij schreeuwde van de pijn.

Wir schreien.

Wij schreeuwen.

Wij gillen.

Ich schreie.

Ik schreeuw.

Ein Kind schrie um Hilfe.

Een kind schreeuwde om hulp.

Das Kind schrie um Hilfe.

Het kind schreeuwde om hulp.

Ein Kind hat um Hilfe geschrien.

Een kind had om hulp geroepen.

Ich habe Sie schreien gehört.

Ik heb u horen roepen.

Das Baby hörte auf zu schreien.

De baby hield op met huilen.

Hoffnung ist eine kleine Stimme, die „Vielleicht!“ flüstert, wenn die ganze Welt „Nein!“ zu schreien scheint.

Hoop is een zachte stem die "misschien" fluistert, als de hele wereld "nee!" lijkt te roepen.

Einer der Jugendlichen schrie.

Een van de jongeren schreeuwde.

Jemand schrie.

Iemand schreeuwde.

Meine Mutter schreit mich in einem fort grundlos an.

Mijn moeder blijft zonder reden tegen me schreeuwen.

Er hat angefangen zu schreien.

Hij begon te roepen.

Ich werde schreien.

Ik zal schreeuwen.

Sami schreit.

Sami schreeuwt.

Sami gilt.

Layla schrie.

Layla schreeuwde.

Layla gilde.

Warum schreien Sie?

Waarom schreeuwt u?

Er schrie.

Hij schreeuwde.

Synonyme

joh­len:
joelen
kra­kee­len:
krakeelen
wei­nen:
blèren
huilen

Sinnverwandte Wörter

to­ben:
razen
tieren
woeden
ver­lan­gen:
verlangen

Antonyme

flüs­tern:
fluisteren
spre­chen:
spreken

Niederländische Beispielsätze

  • Als ik je paspoort vind, zal ik je roepen.

  • Men moet geen mosselen roepen, eer zij aan de kaai zijn.

  • Ik zal je roepen om zeven uur.

  • Ik hoorde iemand op straat mijn naam roepen.

  • Hij reed net met zijn fiets voorbij toen hij om hulp hoorde roepen.

  • Niet schreeuwen!

  • Mary hoorde Tom haar naam roepen.

  • Wie heeft me laten roepen?

Schreien übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: schreien. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: schreien. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 340947, 379943, 396349, 411110, 589882, 689867, 739305, 739363, 775175, 1255009, 1301217, 1508398, 1662878, 1665968, 1713521, 1909917, 1933279, 2175028, 2204089, 2204090, 2560078, 2560080, 2560084, 2633609, 2942570, 2966361, 4268689, 4941765, 5388604, 7060151, 7277211, 7696739, 7696842, 8115234, 8961678, 848918, 452732, 423590, 7706592, 8317559, 8666962, 9142217 & 11164704. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR