Was heißt »nutz­los« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Entschuldigungen sind nutzlos.

Verontschuldigingen zijn nutteloos.

Italienisches Fernsehen ist nutzlos.

Italiaanse televisie is nutteloos.

Du bist nutzlos.

Je bent een nietsnut.

Sie sind nutzlos.

Ze zijn nutteloos.

Zij zijn nutteloos.

Dieses Wörterbuch ist vollkommen nutzlos.

Dit woordenboek is volstrekt nutteloos.

Er ist nutzlos.

Hij is nutteloos.

Es ist nutzlos.

Het is zinloos.

Het heeft geen zin.

Synonyme

mü­ßig:

onnodig

vrij

werkeloos

über­flüs­sig:

overbodig

um­sonst:

gratis

un­nö­tig:

onnodig

overbodig

ver­geb­lich:

tevergeefs

zweck­los:

zinloos

Antonyme

er­folg­reich:

geslaagd

succesrijk

succesvol

voorspoedig

wirk­sam:

doeltreffend

effectief

rechtsgeldig

werkzaam

Niederländische Beispielsätze

• Toms laatste hebbedingetje is leuk, maar nutteloos.

• In het echt zijn koningen machtig, maar met schaken zijn ze vrijwel nutteloos.

• Daarnaartoe gaan is nutteloos.

• Weerstand is nutteloos.