Was heißt »lang­wei­lig« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Die Party war total langweilig.

Het feest was heel saai.

Wenn es keine Bücher gäbe, wäre das Leben langweilig.

Als er geen boeken waren, zou het leven maar vervelen.

Er ist ein reicher, aber langweiliger, Mann.

Hij is een rijke maar saaie man.

Gestern bin ich ein Gott geworden, fand das aber etwas langweilig, also bin ich heute ein Teufel geworden.

Gisteren werd ik een god, maar ik vond dat te vervelend, dus vandaag werd ik een duivel.

Symmetrie ist langweilig.

Symmetrie is saai.

Das ist so langweilig.

Dit is zo saai.

Dieser Roman ist langweilig.

Deze roman is saai.

Das ist langweilig.

Het is saai.

Ist Perfektion langweilig?

Is perfectie saai?

Zuhause zu bleiben ist langweilig.

Thuis blijven is saai.

Aber versuche ja nicht, eine Frau zu finden, die nicht beschwerlich ist. Sie wird dir langweilig werden. Was eine Frau zu einer guten Bettgenossin macht, macht es ihr unmöglich, allein zu leben.

Maar probeer niet een vrouw te vinden die niet vervelend is. Je zult je bij haar vervelen. Wat een vrouw tot een goede bedgenote maakt, maakt het haar onmogelijk om alleen te leven.

Mein Leben ist langweilig.

Mijn leven is saai.

Dieser Satz ist langweilig.

Deze zin is saai.

Ich bin langweilig.

Ik ben saai.

Dieser Film ist langweilig.

Die film is saai.

Wenn uns langweilig ist, spielen wir Galgenmännchen.

Als we ons vervelen, spelen we galgje.

Heute ist ein langweiliger Tag.

't Is een saaie dag vandaag.

Unregelmäßige Verben lernen finde ich total langweilig.

Onregelmatige werkwoorden leren vind ik heel vervelend.

Das sieht so langweilig aus.

Dat ziet er zo saai uit.

Zu Hause ist mir nie langweilig.

Thuis verveel ik me nooit.

Facebook ist langweilig.

Facebook is saai.

Dieses Buch ist echt langweilig.

Dit boek is echt saai.

Die Vorlesung war sehr langweilig.

De lezing was erg saai.

De lezing was heel saai.

Er war langweilig.

Hij was saai.

Sie war langweilig.

Ze was saai.

Synonyme

blass:

bleek

tanig

ein­fäl­tig:

argeloos

naïef

farb­los:

bleek

kleurloos

grau:

grauw

grijs

lahm:

lam

mo­no­ton:

monotoon

Antonyme

in­te­r­es­sant:

belangwekkend

boeiend

interessant

span­nend:

boeiend

Niederländische Beispielsätze

• Zonder kleur ziet de wereld er grauw en saai uit.

• Het was zo saai dat ik bijna gaapte.

• Dit begint saai te worden.

• Je bent saai.