Was heißt »ernst« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Meinst du das ernst?

Meen je dat echt?

Meent ge dat?

Meen je dat serieus?

"Nein," erwiderte der Ladenbesitzer, "das meine ich schon ernst. Sie haben doch das Preisschild gesehen."

"Nee," antwoordde de winkelier. "Ik meen het. U heeft het prijskaartje gezien."

Sei doch nicht so ernst. Ist ja nur ein Spiel.

Wees toch niet zo serieus. Het is toch maar een spel.

Meint ihr das ernst?

Bent u serieus?

Meinen Sie das ernst?

Meent u dat echt?

Ich meine es ernst.

Ik meen het.

Wir müssen das sehr ernst nehmen.

We moeten dat ernstig nemen.

Das Spiel ist das einzige, was Männer wirklich ernst nehmen. Deshalb sind Spielregeln älter als alle Gesetze der Welt.

Het spel is de enige zaak die mannen ernstig nemen. Bijgevolg zijn spelregels ouder dan alle wetten ter wereld.

Wir müssen die Dinge lustiger nehmen, als sie es verdienen, zumal wir sie lange Zeit ernster genommen haben, als sie es verdienen.

Wij moeten de dingen lichter opvatten dan zij verdienen, temeer daar wij ze allang serieuzer hebben opgevat dan zij verdienen.

Du weißt, wie ernst die Lage ist, oder?

Je weet toch hoe serieus de zaak is?

Die Sache ist ernst.

De zaak is ernstig.

Das war ein Witz und nicht ernst gemeint. Was kann ich dafür, wenn Tom mich beim Wort nimmt?

Het was een grap en niet serieus bedoeld. Wat kan ik eraan doen dat Tom me op mijn woord gelooft?

Sei ernst.

Wees ernstig.

Sei mal ernst!

Even serieus.

Das ist ernst.

Dit is serieus.

Bitte sag mir, dass du das nicht ernst meinst.

Zeg me alsjeblieft dat je het niet serieus meent.

Machst du dich über mich lustig oder meinst du das ernst?

Hou je me voor de gek of denk je dat echt?

Hou je me voor de gek of meen je dat?

Das Verbot wird von keinem mehr ernst genommen.

Het verbod wordt door niemand meer ernstig genomen.

Nimm mich nicht ernst. Ich hab nur Spaß gemacht.

Neem me niet te serieus. Ik schertste zomaar wat.

Habt ihr das ernst gemeint?

Meenden jullie dat?

Ich versuchte, ernst zu bleiben.

Ik probeerde ernstig te blijven.

Synonyme

be­un­ru­hi­gend:

verontrustend

er­schre­ckend:

schrikbarend

ge­streng:

gestreng

groß:

groot

volwassene

hor­rend:

schrikbarend

hu­mor­los:

humorloos

kri­tisch:

cruciaal

kritisch

mas­siv:

masief

massaal

nüch­tern:

nuchter

schwer­wie­gend:

belangrijk

zwaarwegend

wich­tig:

belangrijk

Niederländische Beispielsätze

• Dat kan je toch niet ernstig menen.

• Heeft iemand hier ooit serieus over nagedacht?

• Microgolven kunnen ernstig schadelijk zijn.

• Men zegt dat hij ernstig ziek is.

• Wat velen als een aprilgrap zagen, bleek al snel ernstig te zijn.

• Maar even serieus, om aflevering 21 moest ik zowat huilen van het lachen.

• Tom zegt dat hij ons plan serieus in overweging neemt.

• Ze is een studente die serieus studeert.

• Jongens... serieus?

• Even serieus!

• Meen je dat nu serieus?

• Hij is ernstig gewond.

• Zij is ernstig gewond.

• Ze is ernstig gewond.

• Deze planeet verkeert in ernstig gevaar.