Was heißt »Macht« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Macht« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • macht (männlich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Unterschätze nicht meine Macht!

Onderschat mijn macht niet.

Onderschat mijn kracht niet.

Macht mir bitte eine Tasse Kaffee.

Maak mij alstublieft een kop koffie.

Möge die Macht mit dir sein!

Moge de kracht met je zijn.

Nikita Chruschtschow war auf dem Zenit seiner Macht.

Nikita Chroesjtsjov was op het hoogtepunt van zijn macht.

Wissen ist Macht.

Kennis is macht.

Macht es dir etwas aus, wenn ich die Türe aufmache?

Vind je het goed als ik de deur opendoe?

Macht und Geld sind untrennbar.

Macht en geld zijn onafscheidelijk.

Macht nichts!

Het geeft niet!

Macht korrumpiert.

Macht corrumpeert.

Macht die Flasche auf.

Open de fles.

Kein Geld, keine Macht.

Geen geld, geen zwitsers.

Der König hat seine Macht missbraucht.

De koning maakte misbruik van zijn macht.

Macht keine Gefangenen!

Neem geen gevangenen!

Reichtum erzeugt Macht.

Rijkdom brengt macht voort.

Wissen ist Macht!

Kennis is macht!

Macht zu, Mädchen! Ihr verspätet euch!

Schiet op, meiden, jullie komen nog te laat.

Ich werde alles in meiner Macht Stehende tun, um zu helfen.

Ik zal doen wat ik kan om te helpen.

Die Priester kamen an die Macht, und die Kirchen wurden Festungen.

De priesters kwamen aan de macht en de kerken werden vestingen.

Macht nichts. Hauptsache, es schmeckt.

Dat maakt niets uit. Als het maar smaakt.

Macht eure Taschen leer!

Maak jullie zakken leeg.

Macht keinen Quatsch, Kinder, eure Eltern werden bald zurück sein.

Rustig nou, jongens, jullie ouders komen zo terug.

Sprache ist Macht.

Taal is macht.

Macht Notizen.

Maak aantekeningen.

Maak notities.

Macht euch um den keine Sorgen!

Maken jullie je over hem maar geen zorgen!

Macht Tom das echt?

Doet Tom dat echt?

Geld ist Macht.

Geld is macht.

Der Charakter ändert sich, wenn man an die Macht kommt.

Karakter verandert als je aan de macht komt.

Synonyme

Ge­walt:
geweld
Ho­heit:
hoogheid
Stär­ke:
zetmeel

Sinnverwandte Wörter

Über­le­gen­heit:
meerderheid
overmacht
superioriteit

Niederländische Beispielsätze

  • Drie tot de derde macht is zevenentwintig.

  • De pen heeft meer macht dan het zwaard.

Untergeordnete Begriffe

See­macht:
zeemacht
Voll­macht:
machtiging
volmacht
volmachtbrief
Welt­macht:
wereldmacht
wereldmogendheid

Macht übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Macht. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Macht. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 263, 406836, 426504, 450490, 568458, 922726, 1004737, 1057493, 1187111, 1314653, 1389933, 1524548, 1691613, 1766254, 1778688, 2188591, 2579028, 2894934, 3518008, 6050636, 6476595, 6981536, 7064874, 7854567, 8097073, 8098738, 11527695, 408135 & 3661771. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR