Was heißt »Lärm« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

"Ich kann bei diesem Lärm nicht denken", sagte sie auf die Schreibmaschine starrend.

"Ik kan niet nadenken met al dit lawaai," zei ze, starend naar de typemachine.

Wir können wegen des Lärms nicht schlafen.

We kunnen niet slapen vanwege het lawaai.

Sie machen zu viel Lärm, ich kann mich nicht konzentrieren.

Ze maken te veel lawaai. Ik kan me niet concentreren.

Ich kann diesen Lärm nicht mehr ertragen.

Ik kan dit lawaai niet meer verdragen.

Ik kan deze herrie niet langer verdragen.

Ich bin an den Lärm gewöhnt.

Ik ben gewend aan het lawaai.

Ik ben het lawaai gewend.

Der Lärm wird immer lauter.

Het lawaai wordt steeds harder en harder.

Mach keinen Lärm.

Maak geen lawaai.

Dieser Lärm ist unerträglich.

Dit lawaai is ondraaglijk.

Mach nicht so viel Lärm.

Maak niet zoveel lawaai.

Mach bitte nicht so viel Lärm.

Maak alstublieft niet veel lawaai.

Maak alstublieft niet zoveel lawaai.

Die dicken Mauern dämpfen den Lärm von außen.

De dikke muren dempen het geluid van buitenaf.

Du sollst im Klassenzimmer keinen Lärm machen.

Je mag in de klas geen lawaai maken.

Ich kann mich bei dem Lärm nicht auf meine Arbeit konzentrieren.

Door het lawaai kan ik mij niet concentreren op mijn werk.

Ich kann mich bei dem Lärm nicht konzentrieren.

Ik kan mij niet concentreren door het lawaai.

Dieser Lärm macht mich verrückt.

Ik word gek van dit geluid.

Er beschwerte sich über den Lärm.

Hij klaagde over de herrie.

Er hat sich über den Lärm beschwert.

Hij heeft geklaagd over het lawaai.

Ich kann bei dem ganzen Lärm nicht schlafen.

Ik kan niet slapen met al dit lawaai.

Ik kan niet slapen met dit rumoer.

Dieser Lärm stört.

Dit lawaai stoort.

Ich höre nichts wegen des Lärms.

Ik hoor niks door het lawaai.

Ik hoor niets vanwege het lawaai.

Tom klagte über den massiven Lärm.

Tom klaagde over het buitensporige lawaai.

Tom beklagte sich am Empfang über den Lärm.

Tom beklaagde zich bij de receptie over het lawaai.

Der Lärm lenkt mich ab.

Het lawaai leidt me af.

Der Lärm macht mich verrückt.

Het lawaai maakt me gek.

Sie macht Lärm.

Ze maakt lawaai.

Ich mag keinen Lärm! Meine Ohren sind sensibel.

Ik hou niet van lawaai. Mijn oren zijn gevoelig.

Zeitgenössische Musik ist für mich oft nur Lärm.

Hedendaagse muziek is voor mij vaak gewoon lawaai.

Muss man unbedingt so viel Lärm machen?

Is het nodig zoveel lawaai te maken?

Ich hasse Lärm.

Ik haat lawaai.

Ich hörte Lärm aus der Küche.

Ik hoorde herrie uit de keuken.

Die Jungen machen Lärm.

De jongens maken lawaai.

Der Lärm verursacht mir Kopfschmerzen.

Het lawaai bezorgt mij hoofdpijn.

Mach keinen Lärm! Sei still!

Maak geen lawaai. Wees stil.

Synonyme

Auf­ruhr:

beroering

oproer

Auf­stand:

opstand

rel

Auf­wand:

inspanning

Ge­döns:

gedoe

The­a­ter:

theater

Wel­le:

golf

Antonyme

Ru­he:

rust

Stil­le:

stilte

Niederländische Beispielsätze

• Wat een lawaai toch op die straat!

• Ik kon het lawaai niet meer verdragen.

• De vervallen toren stortte met lawaai in elkaar.

• De deur viel plots dicht met veel lawaai.

• Toen hij het lawaai hoorde begon mijn broer te huilen.

• Het lawaai wordt al maar luider.

• De vogels vlogen weg vanwege het lawaai.

• Het lawaai wordt steeds harder.

• Alsjeblieft, maak niet zoveel lawaai.

• Maak niet zoveel lawaai!

Untergeordnete Begriffe

Höl­len­lärm:

hels kabaal