Was heißt »Durst« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Haben Sie keinen Durst?

Heeft u geen dorst?

Habt ihr keinen Durst?

Hebben jullie geen dorst?

Ich habe Durst. Ich hätte gerne eine Tasse Kaffee.

Ik heb dorst. Ik had graag een kopje koffie.

Ich habe Durst.

Ik heb dorst.

Ich hatte großen Durst und ich wollte etwas Kaltes trinken.

Ik had grote dorst en ik wou iets kouds drinken.

Habt ihr Durst?

Hebben jullie dorst?

Haben Sie Durst?

Hebt u dorst?

Er hatte Durst.

Hij had dorst.

Am Ende der Exkursion hatten wir schon großen Durst.

Tegen het einde van de excursie hadden we al erg veel dorst.

Hast du Durst?

Heb je dorst?

Wir hatten nicht nur Hunger, sondern litten auch Durst.

We hadden niet alleen honger, maar we leden ook dorst.

Ich sterbe vor Durst.

Ik sterf van de dorst.

Er sagte, dass er Hunger hatte und fügte dann hinzu, dass er auch Durst hatte.

Hij zei dat hij honger had en voegde daaraan toe dat hij ook dorst had.

Ich habe keinen Durst.

Ik heb geen dorst.

Bohre den Brunnen, ehe du Durst hast.

Boor de put alvorens dorst te hebben.

Warum hast du Tom nicht gesagt, dass du Durst hast?

Waarom heb je Tom niet verteld dat je dorst had?

Es ist kalt und ich habe Durst.

Het is koud, en ik heb dorst.

Das Pferd hat Durst.

Het paard heeft dorst.

Sie sagten, dass sie Durst hätten.

Ze zeiden dat ze dorst hebben.

Ja, ich habe Durst.

Ja, ik heb dorst.

Ich hatte Durst.

Ik had dorst.

Jeder hat Durst.

Iedereen heeft dorst.

Sieht aus, als hättest du Durst.

Het lijkt alsof je dorst hebt.

Synonyme

Be­dürf­nis:

behoefte

Be­gier­de:

begeerte

Sehn­sucht:

begeren

drang

verlangen

Wunsch:

wens

Antonyme

Hun­ger:

honger

Niederländische Beispielsätze

• Ze hadden dringend iets nodig om de dorst te lessen, want ze verbleven al lange tijd in een hete woestijn.

• Ik heb op het moment geen dorst.

• Ik heb zo'n dorst.

• Tom had dorst.

• De man kwam om van de dorst in een droge streek.

• We hadden dorst.

• Ons volk dorst naar onafhankelijkheid.

Übergeordnete Begriffe

Ge­fühl:

gevoel