Was heißt »Com­pu­ter« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Com­pu­ter« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • computer (männlich)
  • rekenaar (männlich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Jeder Computer ist ein Rechner, aber nicht jeder Rechner ist ein Computer!

Elke computer is een rekenmachine, maar niet elke rekenmachine is een computer!

Mein Computer muss mir zu etwas nützen.

Mijn computer moet ergens goed voor zijn.

Das ist der Computer, auf dem er seine Artikel schreibt.

Dat is de computer waarop hij zijn artikels schrijft.

Dat is de computer, waarmee hij zijn artikel schrijft.

Ich habe einen Computer.

Ik heb een computer.

Der neue Computer ist zehnmal schneller als der alte.

De nieuwe computer is tienmaal sneller dan de oude.

Ich kann den Computer nicht reparieren.

Ik kan de computer niet repareren.

Ik kan de computer niet herstellen.

Ich habe meinen Computer reparieren lassen.

Ik heb mijn computer laten repareren.

Es ist von Vorteil, Computer bedienen zu können.

Het is een voordeel een computer te kunnen gebruiken.

Hast du zwei Computer?

Hebt u twee computers?

Computer werden oft mit dem menschlichen Gehirn verglichen.

Computers worden vaak vergeleken met het menselijk brein.

Ein Computer ist eine komplexe Maschine.

Een computer is een ingewikkelde machine.

Ein Computer kann sehr schnell rechnen.

Een computer kan heel snel rekenen.

Computer können eine sehr komplexe Arbeit im Bruchteil einer Sekunde erledigen.

Computers kunnen een heel ingewikkeld werk uitvoeren in een fractie van een seconde.

Argh! Mein Computer hat sich wieder aufgehängt.

Jemig! M'n computer is alweer vastgelopen!

Mein Computer ist kaputt und ich muss ihn reparieren lassen.

Mijn computer is kapot en ik moet hem laten repareren.

Computer werden ständig verbessert.

Computers worden steeds verbeterd.

Ich interessiere mich für Computer.

Ik ben geïnteresseerd in computers.

Das Modem war in den Computer eingebaut.

De modem was in de computer ingebouwd.

Ein Computer kann wahnsinnig schnell Dinge ausrechnen.

Een computer kan ontzettend snel dingen uitrekenen.

Nur sie kann den Computer benützen.

Alleen zij kan de computer gebruiken.

Personal Computer sind sehr nützlich.

Persoonlijke computers zijn heel nuttig.

Computer sind komplizierte Maschinen.

Computers zijn ingewikkelde machines.

Die Farbe des Computers ist rot.

De kleur van de computer is rood.

Können Computer literarische Werke übersetzen?

Kunnen computers literaire werken vertalen?

Dieser verdammte Computer funktioniert nicht.

Die verdomde computer doet het niet.

Tom weiß, wie man Computer repariert.

Tom weet hoe computers te herstellen.

Immer mehr Menschen haben einen Computer zu Hause.

Meer en meer mensen hebben een computer thuis.

Hacker brechen ohne Erlaubnis in Computer ein.

Hackers breken zonder toestemming in computers in.

Besitzen Sie einen Computer?

Heeft u een computer?

Ich habe einen Computer von der besten Qualität gekauft.

Ik heb een computer van de hoogste kwaliteit gekocht.

Mein Computer ist mein bester Freund.

Mijn computer is mijn beste vriend.

Wenn ich Geld hätte, würde ich mir einen Computer kaufen.

Als ik geld had zou ik een computer kopen.

Ein Virus hat Toms Computer infiziert.

Een virus heeft Toms computer besmet.

Ich muss meinen Computer reparieren lassen.

Ik moet mijn computer laten herstellen.

Ich kann meine Arbeit nicht ohne meinen Computer machen.

Ik kan mijn werk niet doen zonder mijn computer.

Der Computer erspart uns Zeitverlust und Probleme.

De computer spaart ons tijd en problemen.

De computer bespaart ons tijd en problemen.

Sie hat einen neuen Computer gekauft.

Ze heeft een nieuwe computer gekocht.

Dies ist mein Computer.

Dit is mijn computer.

Du warst diejenige, die vorgeschlagen hat, diesen Computer zu kaufen.

Jij bent degene die suggereerde deze computer te kopen.

Ich habe die Fotos von meinem Handy auf den Computer übertragen.

Ik heb de foto’s van mijn mobieltje op de computer overgezet.

Ich bin auf diesem Computer mit dem Internet verbunden.

Ik ben op deze computer met het internet verbonden.

Du kennst mich zwar nicht, doch ich habe viele Fotos von dir auf meinem Computer.

Je kent me weliswaar niet, maar ik heb veel foto's van jou op mijn computer.

Es ist herrliches Wetter, gehe doch lieber nach draußen! Der Computer läuft sicher nicht weg.

Het is heerlijk weer, ga toch lekker naar buiten! Die computer loopt heus niet weg.

Ich habe den Computer ausgeschaltet.

Ik heb de computer afgezet.

Er hat keinen Computer.

Hij heeft geen computer.

Mein Computer hat sich aufgehängt.

Mijn computer is bevroren.

Mein Computer ist eingefroren.

Mijn computer hangt vast.

Mijn computer zit vast.

Ist dieser Computer mit dem Internet verbunden?

Is deze computer met het internet verbonden?

Wie funktionieren Computer?

Hoe werken computers?

Mein Computer ist kaputtgegangen.

Mijn computer is kapotgegaan.

Hast du versucht, deinen Computer neu zu starten?

Heb je al geprobeerd je computer te herstarten?

Ich muss einen neuen Computer kaufen.

Ik moet een nieuwe computer kopen.

Computer sind Maschinen.

Computers zijn machines.

Wo ist mein Computer?

Waar is mijn computer?

Jeder Student an unserer Universität kann von dem Computer Gebrauch machen.

Iedere student in onze universiteit kan gebruikmaken van de computer.

Du hast den Computer beschädigt.

Je hebt de computer beschadigd.

Mein Computer stürzt oft ab.

Mijn computer crasht vaak.

Ich habe viele Bilder auf meinem Computer.

Ik heb veel foto's op mijn computer.

Die können Computer reparieren.

Zij kunnen computers repareren.

Synonyme

Elek­t­ro­nen­ge­hirn:
elektronische brein
elektronische geheugen

Niederländische Beispielsätze

  • Deze computer is beter dan die.

  • Tom denkt dat zijn computer bezeten is door een boze geest.

  • Heeft zij een nieuwe computer?

  • De computer is nieuw.

  • Ik kan deze computer niet herstellen.

  • Waar is Toms computer?

  • Waar is de computer van Tom?

  • Mijn hond Wolfgang slaapt altijd naast me op de bank als ik op de computer bezig ben.

  • Wat heb je met mijn computer gedaan?

  • Ik weet nog steeds niet hoe ik mp3-bestanden van mijn iPod naar mijn computer moet overzetten.

Übergeordnete Begriffe

Ma­schi­ne:
machine

Untergeordnete Begriffe

Ser­ver:
server

Computer übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Computer. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Computer. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 914011, 211, 333450, 343676, 366372, 368590, 370115, 402301, 429070, 437816, 444676, 444768, 444792, 477222, 480336, 562629, 575567, 585207, 603791, 652052, 661952, 672755, 696203, 715906, 741515, 755759, 1032521, 1105494, 1119197, 1463452, 1494817, 1511084, 1599133, 1634683, 1794331, 2151546, 2184775, 2346867, 2964521, 2976333, 3119143, 3145272, 3479149, 3533934, 3681932, 3697800, 3697801, 3897538, 4552793, 5171466, 5346552, 5611948, 5703433, 5868792, 5907083, 6133071, 10301495, 10871763, 11281612, 720782, 1497408, 3196358, 3610848, 4804651, 5810942, 5810944, 8555909, 9285757 & 9398584. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR