Was heißt »Au­gen­blick« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Au­gen­blick« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • ogenblik (sächlich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Einen Augenblick...

Een ogenblikje...

Einen Augenblick, bitte.

Een ogenblikje, alstublieft.

Erdbeben können jeden Augenblick geschehen.

Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.

Die ganze Angelegenheit dauerte nur einen Augenblick.

De ganse aangelegenheid duurde maar een ogenblik.

Er kann jeden Augenblick ankommen.

Hij kan ieder moment komen.

Hij kan ieder moment aankomen.

Hij kan elk moment aankomen.

Augenblick mal!

Een secondje.

Wacht even.

Nütze den Augenblick!

Profiteer van het moment!

Grijp het moment!

Keinen Augenblick ist es unserer Entschlusskraft gegönnt zu ruhen. Selbst wenn wir verzweifelt geschehen lassen, was geschieht, haben wir beschlossen, nicht zu beschließen.

Het is ons niet toegestaan om ons vastberadenheid ook maar een moment te laten rusten. Zelfs wanneer we wanhopig laten gebeuren wat er gebeurt, hebben we besloten niet te beslissen.

Ich liebe solche Augenblicke.

Ik hou van zo'n soort momenten.

Ik houd van zulke momenten.

Ik hou van zulke momenten.

Ik hou van dat soort momenten.

Das ist im Augenblick nicht von Bedeutung.

Dat maakt momenteel niet uit.

Einen Augenblick!

Een moment!

Momentje!

Vor einem Augenblick stand ich noch unter der Dusche.

Een moment geleden stond ik nog onder de douche.

Er hat die Sitzung im letzten Augenblick abgesagt.

Op het laatste moment heeft hij de vergadering afgelast.

Er tut alles im letzten Augenblick.

Hij doet alles op het laatste moment.

Es tut mir leid, dass ich den Termin im letzten Augenblick absagen muss.

Het spijt mij dat ik de afspraak op het laatste moment moet afzeggen.

Es ist kein Augenblick zu verlieren.

We hebben geen moment te verliezen.

Er is geen tijd te verliezen.

Tom entschuldigte sich einige Augenblicke später.

Tom bood een paar ogenblikken later zijn excuses aan.

Der Zug wird jeden Augenblick ankommen.

De trein zal binnen enkele ogenblikken arriveren.

De trein zal over enkele ogenblikken aankomen.

Ihr kommt gerade im richtigen Augenblick.

Precies op het juiste moment!

Synonyme

Mo­ment:
moment
tijdstip
Se­kun­de:
seconde
secunde

Antonyme

Ewig­keit:
eeuwigheid
Wei­le:
poos

Niederländische Beispielsätze

  • Het kan ons elk ogenblik aanvallen.

  • Ik heb niets te doen voor het ogenblik.

  • Voor het ogenblik ben ik op dieet.

  • Ik heb niet genoeg geld voor het ogenblik.

  • Mijn vader is voor het ogenblik in de tuin.

  • Wat is op dit ogenblik het meest gelezen boek ter wereld?

  • De heer Tanaka is op het ogenblik niet op zijn kantoor.

  • Wat spelen jullie op het ogenblik?

  • Tom en Maria keken elkaar een ogenblik aan.

  • Een ogenblik alsjeblief. Er klopt iemand aan de deur.

  • Op dat ogenblik leek het voorval niet belangrijk.

  • Een ogenblik geduld alstublieft.

  • Een ogenblik geduld alsjeblieft

  • Tom staat op het ogenblik goed aangeschreven bij Maria.

  • Ik wil een ogenblik met je over Tom spreken.

  • Wacht een ogenblik. Ik zal Jimmy eens bellen.

  • Tom aarzelde een ogenblik voor hij antwoord gaf.

  • Op dat ogenblik was ik thuis.

  • We zijn op het ogenblik aan het werk.

Augenblick übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Augenblick. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Augenblick. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 429850, 591220, 753168, 1220791, 1620346, 1851542, 1889127, 2437857, 2474083, 4310058, 4699819, 4738151, 5502488, 6863836, 6863837, 6981481, 7456794, 8176406, 8861554, 2775413, 804637, 760067, 750863, 741206, 662042, 3530560, 3829589, 4249379, 4911517, 5095537, 7550289, 7550296, 7817967, 8102424, 8237206, 8303688, 8332654 & 10371328. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR