Was heißt »zehn« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Es wird fünf bis zehn Jahre dauern, bis die Technologie bereit ist.

Het zal tussen vijf en tien jaar duren vooraleer de technologie klaar is.

Eins, zwei, drei, vier, fünf, sechs, sieben, acht, neun, zehn.

Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.

Es ist genau zehn Uhr.

Het is precies tien uur.

Alle zehn Minuten fährt ein Bus.

Iedere tien minuten gaat er een bus.

Ich habe mindestens zehn Bücher.

Ik heb ten minste tien boeken.

Nur zehn Leute sind zur Party erschienen.

Er zijn maar tien mensen opgedaagd voor het feest.

Nick schuldet mir zehn Dollar.

Nick is mij tien dollar verschuldigd.

Ich bin um zehn Uhr zurück.

Ik ben om tien uur terug.

Ich habe es für zehn Dollar verkauft.

Ik heb het voor tien dollar verkocht.

Es passierte zwischen acht und zehn.

Het gebeurde tussen acht en tien uur.

Meine Schule liegt ungefähr zehn Minuten vom Bahnhof entfernt.

Mijn school ligt op ongeveer tien minuten van het station.

Vater kam vor ungefähr zehn Minuten nach Hause.

Vader is ongeveer tien minuten geleden thuisgekomen.

Sei spätestens um zehn Uhr hier.

Kom hier tegen tien uur ten laatste.

Nein, sie geht pro Tag zehn Minuten vor.

Neen, het loopt per dag tien minuten voor.

Er kommt in zehn Minuten.

Hij komt over tien minuten.

Er wird in zehn Minuten da sein.

Hij zal er over tien minuten zijn.

In den Vereinigten Staaten findet alle zehn Jahre eine Volkszählung statt.

In de Verenigde Staten vindt om de tien jaar een volkstelling plaats.

In de Verenigde Staten vindt iedere tien jaar een volkstelling plaats.

Der Bus kam zehn Minuten zu spät.

De bus kwam tien minuten te laat.

Ich bin nicht die Person, die ich vor zehn Jahren war.

Ik ben niet de persoon die ik tien jaar geleden was.

Ich zähle bis zehn.

Ik tel tot tien.

Lassen Sie den Tee zehn Minuten lang ziehen.

Laat de thee tien minuten trekken.

Wir mussten zehn Minuten auf ihn warten.

We moesten tien minuten op hem wachten.

Abends gehe ich um zehn Uhr ins Bett.

's Avonds ga ik om tien uur naar bed.

Ich schulde dir zehn Dollar.

Ik ben je tien dollar schuldig.

Zum ersten Mal in zehn Jahren bin ich in meine Heimatstadt zurückgekehrt.

Voor het eerst in tien jaar ben ik teruggekomen naar mijn thuisstad.

Der Wecker geht zehn Minuten vor.

De wekker loopt tien minuten voor.

Die chinesische Regierung veröffentlicht täglich fünf bis zehn Nachrichten in Esperanto auf esperanto.china.org.cn.

De Chinese regering publiceert dagelijks vijf tot tien berichten in Esperanto op esperanto.china.org.cn.

Er wartete bis zehn Uhr auf ihn.

Hij wachtte op hem tot tien uur.

Sein Gehalt wurde um zehn Prozent erhöht.

Zijn wedde is met tien percent verhoogd.

Die Uhr geht zehn Minuten nach.

De klok loopt tien minuten achter.

Du musst vor zehn Uhr zurück sein.

Je moet voor 10 uur terug zijn.

Ken hat nicht mehr als zehn Bücher.

Ken heeft niet meer dan tien boeken.

Es sind jetzt zehn Grad unter null.

Het is momenteel 10 graden onder nul.

Ich bin nicht mehr so, wie ich vor zehn Jahren war.

Ik ben niet meer dezelfde als tien jaar geleden.

Es sind gerade zehn Grad und er geht nach draußen in einem T-Shirt. Ich fröstele, wenn ich ihn nur anschaue.

Het is maar tien graden, en hij loopt in een T-shirt buiten. Ik krijg het al koud als ik naar hem kijk.

Er wird in zehn Minuten zurückkommen.

Hij zal over tien minuten terug zijn.

Das Feuer vernichtete zehn Häuser.

Het vuur heeft tien huizen vernietigd.

Ich gehe gewöhnlich um zehn ins Bett.

Ik ga gewoonlijk om tien uur naar bed.

Der neue E10-Treibstoff besteht zu zehn Prozent aus Bioethanol.

De nieuwe E10-brandstof bestaat voor tien procent uit bioethanol.

Es ist schon zehn Uhr abends.

Het is al tien uur 's avonds.

Wenn du von zehn vier wegnimmst, dann hast du sechs.

Als je vier van tien aftrekt, krijg je zes.

Er kommt in zehn Minuten zurück.

Hij is over tien minuten terug.

Ich kenne ihn seit mehr als zehn Jahren.

Ik ken hem al meer dan tien jaar.

Ich habe das Buch für zehn Dollar gekauft.

Ik heb het boek gekocht voor tien dollar.

Das Hemd kostet zehn Dollar.

Dit hemd kost tien dollar.

Die erste Ausgabe ist vor zehn Jahren herausgekommen.

De eerste uitgave verscheen tien jaar geleden.

Um zehn Uhr abends schlafe ich schon.

Om tien uur 's avonds slaap ik al.

Ich habe das für zehn Dollar gekauft.

Ik heb het gekocht voor tien dollar.

Ich habe zehn Dollar für das Buch bezahlt.

Ik heb tien dollar betaald voor dit boek.

Nach zehn Minuten war alles wieder in Ordnung.

Na tien minuten was alles terug in orde.

Na tien minuten was alles weer in orde.

Mein Sohn ist zehn Jahre alt.

Mijn zoon is tien jaar oud.

Er redete zehn Minuten lang ohne Unterbrechung.

Hij sprak tien minuten zonder onderbreking.

Es ist zehn vor acht Uhr morgens.

Het is tien voor acht 's ochtends.

Er ist zehn Kilogramm schwerer als ich.

Hij is tien kilogram zwaarder dan ik.

Hij weegt tien kilo meer dan ik.

Er spricht zehn Sprachen.

Hij spreekt 10 talen.

Der Bahnhof ist zehn Autominuten von hier entfernt.

Het station ligt op tien minuten rijden van hier.

Als du zwei Jahre alt warst, konntest du schon bis zehn zählen.

Wanneer je twee jaar oud was, kon je al tot tien tellen.

Diese CD kostet zehn Dollar.

Deze cd kost tien dollar.

Als das große Erdbeben war, war ich erst zehn Jahre alt.

Toen de grote aardbeving gebeurde, was ik pas tien jaar.

Acht plus zwei ist zehn.

Acht plus twee is tien.

Heute sind wir zehn Jahre alt.

Vandaag worden we tien.

Sie kann von eins bis zehn zählen.

Ze kan van een tot tien tellen.

Sie versenkten zehn feindliche Schiffe.

Ze brachten tien vijandelijke schepen tot zinken.

Sie hat ihren Mann zehn Jahre überlebt.

Ze heeft haar man tien jaar overleefd.

Die letzten zehn Jahre seines Lebens waren eine Tortur.

De laatste tien jaar van zijn leven waren een marteling.

Unser Yachtclub hat zehn Mitglieder.

Onze jachtclub heeft tien leden.

Ich studiere seit zehn Monaten in China.

Ik studeer sinds tien maanden in China.

Haben Sie ein Tatami-Zimmer für zehn Personen?

Heeft u een tatami-kamer voor tien personen?

Bist du zehn?

Ben je tien jaar?

Andere Menschen brauchen neun oder zehn Stunden Schlaf.

Andere mensen hebben negen of tien uur slaap nodig.

Brasilien grenzt an zehn Länder und den Atlantik.

Brazilië grenst aan tien landen en de Atlantische oceaan.

Gestern hat sie über zehn Stunden geschlafen.

Gisteren heeft ze meer dan tien uur geslapen.

Er ist zehn Jahre älter als du.

Hij is tien jaar ouder dan jij.

Die Vorstellung endete um zehn Uhr abends.

De voorstelling was om tien uur ‘s avonds afgelopen.

Das Fest hörte um zehn Uhr auf.

Het feest eindigde om tien uur.

Das letzte Mal, das ich sie gesehen habe, war vor zehn Jahren.

De laatste keer dat ik haar zag was tien jaar geleden.

Das Dorf hat sich im Vergleich zu vor zehn Jahren sehr verändert.

Het dorp is vergeleken met tien jaar geleden, erg veranderd.

Das Ganze kostete zehn Dollar.

Alles bij elkaar kostte het tien dollar.

Het totaal kwam op tien dollar.

In der Regel kommt er morgens gegen halb zehn ins Büro.

Meestal komt hij 's morgens om half tien op kantoor.

Er hat zehn Bücher geschrieben, doch veröffentlicht hat er deren keines.

Hij heeft tien boeken geschreven, maar heeft er geen enkele van uitgegeven.

Null, eins, zwei, drei, vier, fünf, sechs, sieben, acht, neun, zehn.

Nul, een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.

Es ist zehn Jahre her, dass er in Amerika war.

Het is tien jaar geleden dat hij in Amerika was.

Mein Großvater mütterlicherseits ist vor zehn Jahren von uns gegangen.

Mijn grootvader aan moeders kant is tien jaar geleden gestorven.

Der Zug hatte zehn Minuten Verspätung.

De trein had tien minuten vertraging.

Ich geh etwa um zehn ins Bett.

Ik ga slapen rond tien uur.

Ein Staatsmann ist ein Politiker, der seit zehn oder fünfzehn Jahren tot ist.

Een staatsman is een politicus die al tien of vijftien jaar dood is.

Die Flutschäden belaufen sich auf zehn Millionen Dollar.

De schade veroorzaakt door de overstroming bedraagt tien miljoen dollar.

Ich wartete zehn Minuten.

Ik heb tien minuten lang gewacht.

Könntest du mir zehn Minuten behilflich sein?

Kan je me tien minuten helpen?

Zou je me tien minuten kunnen helpen?

Maria ist eine wunderschöne Frau. Auf einer Skala von eins bis zehn ist sie eine Elf.

Maria is een zeer mooie vrouw. Op een schaal van een tot tien behaalt ze een elf.

Er legt jede Woche zehn Dollar zur Seite.

Hij legt elke week tien dollar opzij.

Er kam nicht vor zehn Uhr zurück.

Hij kwam niet voor tien uur terug.

Meine Mutter ist vor zehn Minuten fortgegangen.

Mijn moeder is 10 minuten geleden weggegaan.

Die Schule fängt um zehn nach acht an.

School begint om 8:10.

Wenn du deine Frisur ändern würdest, könntest du zehn Jahre jünger aussehen.

Als je je kapsel zou veranderen, dan zou je er tien jaar jonger kunnen uitzien.

Schusswaffen sind mit vier von zehn Morden die am häufigsten benutzten Mordwaffen.

Schietwapens zijn de meest gebruikte moordwapens bij vier op tien moorden wereldwijd.

Sie wohnen schon zehn Jahre hier.

Ze wonen hier al tien jaar.

Zähle von eins bis zehn!

Tel van een tot tien.

Frühstück ist um halb zehn.

Het ontbijt is om half tien.

Das Verteilen der Stimmzettel dauerte zehn Minuten.

De verdeling van de stembiljetten duurde tien minuten.

Niederländische Beispielsätze

• Ik ga iedere avond om tien uur slapen.

• Ik ga iedere avond om tien uur naar bed.

• Mijn verjaardag is op tien november.

• Hij vertrok ongeveer tien minuten geleden.

• We vragen nieuwe patiënten een medische vragenlijst in te vullen, dus gelieve tien minuten voor de afgesproken tijd in het ziekenhuis aanwezig te zijn.

• Hoe laat vertrekt de trein? Om tien voor.

• ?Wanneer vertrekt de bus?” „Om twintig voor en om tien over.”

• De experts vroegen aan tien deelnemers een rij van vijf getallen te onhouden die het ene na het andere in het midden van een scherm verschenen.

• Ik werd tien jaar geleden lid van de club.

• Tom laat Maria geen tv-kijken na tien uur 's avonds.

• Jack werd op tien augustus geboren.

• Ik zou graag tien dollar in munten wisselen.

• De school begint op tien april.

• Jupiter is ongeveer tien keer groter dan de aarde.

• De vakbond eist een loonsverhoging van tien percent.

• In april wordt hij tien jaar.

• Welkom bij onze gymnastiekles! Vandaag zullen we u tien buik-, been- en biloefeningen tonen die u zullen helpen uw lijf in vorm te krijgen.

• Het regende voor het eerst sinds tien dagen.

• Ik kan niet geloven dat Tom en Maria al tien jaar samen zijn.

• Een dwaas stelt meer vragen dan tien wijzen kunnen beantwoorden.