Was heißt »schneiden« auf Niederländisch?
Das Verb »schneiden« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- snijden
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Ich kann mir nicht gleichzeitig die Nägel schneiden und bügeln!
Ik kan niet tegelijk mijn nagels knippen en de strijk doen!
Nimm das Messer und schneide die Spitze ab.
Neem het mes en snij de punt eraf.
Schälen Sie die Karotten und schneiden Sie sie in Streifen.
Schil de wortelen en snij ze in reepjes.
Er hat sich die Haare kurz schneiden lassen.
Hij liet zijn haar kort knippen.
Meine Mutter hat mir die Haare zu kurz geschnitten.
Mijn moeder heeft mijn haar te kort geknipt.
Du solltest dir die Haare schneiden.
Je moet je haar eens laten knippen.
Geh zum Barbier und lass dir die Haare schneiden.
Ga naar de kapper en laat je haar snijden.
Diese Scheren schneiden nicht gut.
Deze scharen knippen niet goed.
Er schnitt einen Ast vom Baum ab.
Hij knipte een tak van de boom.
Ich habe mich beim Rasieren geschnitten.
Ik heb mij verwond bij het scheren.
Sie schnitt den Apfel mit einem Messer.
Zij sneed de appel met een mes.
Jemand hat den Faden von meinem Drachen geschnitten.
Iemand heeft draad van mijn vlieger afgeknipt.
Er schnitt ein Stück Fleisch ab.
Hij sneed een stuk vlees af.
Er hat mit seinem Messer einen Zweig von dem Baum geschnitten.
Hij sneed een tak van de boom met zijn mes.
Ich habe mir gerade in den Finger geschnitten.
Ik heb zojuist in mijn vinger gesneden.
Der Gärtner hat die Hecke gerade geschnitten.
De tuinier heeft de haag recht gesnoeid.
Ich habe mich mit einem Messer geschnitten.
Ik heb mij verwond aan een mes.
Ich habe mir mit einem Messer in meinen Finger geschnitten.
Ik heb me met een mes in mijn vinger gesneden.
Er lässt sich einmal im Monat die Haare schneiden.
Hij laat zijn haar eens per maand knippen.
Hast du das Papier geschnitten?
Heb je het papier gesneden?
Tom schneidet Grimassen.
Tom trekkebekt.
Tom schneidet das Brot.
Tom snijdt het brood.
Ich habe mich geschnitten.
Ik heb mezelf gesneden.
Ich muss mir die Haare schneiden lassen.
Ik moet mijn haar laten knippen.
Maria hat sich geschnitten, während sie Zwiebeln kleinhackte.
Maria heeft zich gesneden terwijl ze uien aan het fijnhakken was.
Du solltest dir mal die Nägel schneiden.
Je zou je nagels eens moeten snijden.
Er hat das Fleisch mit dem Messer geschnitten.
Hij sneed het vlees met een mes.
Ich muss mir bald die Haare schneiden lassen.
Ik moet mijn haar binnenkort laten knippen.
Tom schnitt Maria die Haare.
Tom knipte Maria's haar.
Er schnitt den Apfel in zwei Hälften.
Hij sneed de appel in twee helften.
Wir haben die Tomaten geschnitten.
We hebben de tomaten gesneden.
Tom hat sich sein Haar sehr kurz schneiden lassen.
Tom had zijn haar heel kort laten knippen.
Ich schneide, du hast die Wahl.
Ik snij, jij kiest.
Der Gärtner hat gerade die Hecke geschnitten.
De tuinman had net de haag gesnoeid.
Er schnitt es mit dem Messer, das er von seinem Bruder geschenkt bekommen hatte.
Hij sneed het met het mes dat hij van zijn broer cadeau had gekregen.
Synonyme
Niederländische Beispielsätze
Kun je mijn sandwich door het midden snijden?
Kun je mijn sandwich door midden snijden?
Kun je mijn boterham door midden snijden?