Was heißt »satt« auf Niederländisch?
Das Adjektiv »satt« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- vol
- verzadigd
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Ich bin schon satt, vielen Dank.
Ik heb genoeg gehad, erg bedankt.
Nein, es ist genug. Ich bin satt.
Nee, het is genoeg. Ik zit vol.
Ich habe dieses nasse Wetter satt.
Ik heb mijn buik vol van dat natte weer.
Ich habe es satt, in Restaurants zu essen.
Ik heb er genoeg van, in restaurants te eten.
Ich habe all seine Beschwerden satt.
Ik ben al zijn klachten moe.
Bist du satt?
Heb je je buik vol gekregen?
Zit je vol?
Heb je genoeg gehad?
Ich habe ihre Beschwerden satt.
Ik heb genoeg van haar klachten.
Ich kann nicht mehr essen, ich bin satt.
Ik kan niet nog meer eten, ik zit vol.
Die Menschen hatten Gewalt satt.
De mensen hadden de buik vol van geweld.
Der Junge war satt.
De jongen zat vol.
Synonyme
- genügend:
- voldoende
- genug:
- genoeg
- gut:
- goed
- kräftig:
- krachtvol
- zufrieden:
- tevreden
Sinnverwandte Wörter
- ordentlich:
- netjes
- überdrüssig:
- vervelend
Antonyme
Niederländische Beispielsätze
De tuin stond vol met gele bloemen.
De muur staat vol met graffiti.
Het restaurant zit altijd vol.
Deze jungle zit vol met slangen en spinnen.
De bus was vol.
Haar hart was vol vreugde.
Mijn huis staat vol met dingen die ik nooit gebruik.
Ik kan veel hebben maar ooit is de maat vol.
De velden staan vol met wilde bloemen.
Ik zit vol met pijntjes.
De wereld is vol dwazen.
Appelen zitten vol vitamines.
De vuilnisbak is vol.
De emmer zit vol met water.
De tak is vol met bladeren.
Het hotel is vol van buitenlanders.
Tatoeba is een doosje vol geweldige ervaringen en verrassingen!
Tom is kaal als een knikker, maar hij had vol haar toen hij jong was.
Ik ben verzadigd.
De emmer is vol.