Was heißt »nie­mals« auf Niederländisch?

Das Adverb »nie­mals« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • nooit
  • nimmer

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Man ist niemals zu alt zum Lernen.

Men is nooit te oud om te leren.

Ich bekomme niemals die Gelegenheit, auch etwas vorzubringen, weil Emma mir immer das Wasser abgräbt.

Ik krijg nooit eens de gelegenheid om ook wat in te brengen, want Emma maait steeds het gras voor mijn voeten weg.

Drücken Sie niemals diesen Knopf.

Druk nooit op deze knop.

Die Mitglieder dieser Sekte essen niemals Blutwurst.

De leden van deze sekte eten nooit bloedworst.

Jeder von uns ist wie der Mond: wir alle haben eine dunkle Seite, die wir niemals zeigen.

Ieder van ons is als de maan: we hebben allemaal een donkere kant, die we nooit laten zien.

Dies ist ein Grund, weswegen ich das niemals wieder tun werde.

Dat is één reden waarom ik het nooit meer opnieuw zal doen.

Dat is één van de redenen waarom ik het nooit weer zal doen.

Ich gebe niemals auf.

Ik geef nooit op.

Ich trinke niemals Tee mit Zitrone.

Ik drink nooit thee met citroen.

Dies habe ich niemals gesagt!

Dat heb ik nooit gezegd!

Ich habe dich niemals geliebt.

Ik heb nooit van je gehouden.

Krokodile essen niemals Schokolade.

Krokodillen eten nooit chocola.

Wer niemals Korporal war, wird kein General werden.

Wie geen korporaal geweest is, zal geen generaal worden.

Einige sagen, er hätte niemals existiert.

Sommigen zeggen dat hij nooit bestaan heeft.

Vergleiche deine Gattin niemals mit einer anderen Frau.

Vergelijk nooit je vrouw met een andere vrouw.

Wirst du mir versprechen, dass du mich niemals verlassen wirst?

Wil je me beloven dat je me nooit zal verlaten?

Ach was, niemals!

Geen denken aan!

Wenn ihre Hilfe nicht gewesen wäre, hätten Sie es niemals geschafft.

Zonder haar hulp zou u het nooit gered hebben.

Als zij niet te hulp was geschoten, zou u het nooit gemaakt hebben.

Ich glaube, er wird niemals wiederkommen.

Ik denk dat hij nooit meer terugkomt.

Ich könnte dich niemals hassen.

Ik zou je nooit kunnen haten.

Eine gute Tat bleibt niemals ungestraft.

Een goede daad blijft nooit onbestraft.

Ich habe niemals Unrecht.

Ik heb nooit ongelijk.

Ich bin eine Schnecke, und Schnecken haben es niemals eilig.

Ik ben een slak en slakken haasten zich nooit.

Wir werden es niemals wissen.

We zullen het nooit weten.

Der Weise sagt niemals alles, was er denkt, überdenkt jedoch immer alles, was er sagt.

Een wijze zegt nooit alles wat hij denkt, maar overdenkt steeds alles wat hij zegt.

Ein Geheimnis bei mir behalten habe ich noch niemals gekonnt.

Een geheim bewaren heb ik nooit gekund.

Zweifle niemals daran!

Twijfel er nooit aan.

Ich wette, Tom hat niemals so mit dir geredet.

Ik durf wedden dat Tom nooit zo tegen jou gepraat heeft.

Tom wird dich niemals lieben.

Tom zal nooit van je houden.

Ich habe vor, niemals mehr zu trinken.

Ik ben van plan nooit meer te drinken.

Warst du niemals in Paris?

Ben je nooit naar Parijs geweest?

Ich habe niemals eine schönere Aussicht gehabt.

Ik heb nooit een mooier uitzicht gehad.

Hoffentlich vergessen wir niemals, dass wir Geschwister sind.

Hopelijk vergeten we nooit dat we broer en zus zijn.

Dieser Partei werde ich niemals meine Stimme geben.

Ik zal nooit voor die partij stemmen.

Noch niemals habe ich den Fuji erklommen.

Ik heb nog nooit de berg Fuji beklommen.

Ich vergesse niemals etwas.

Ik vergeet nooit iets.

Ich werde niemals fortgehen.

Ik zal nooit weggaan.

Ich hätte niemals gedacht, dass er so heftig reagieren würde.

Ik had nooit verwacht dat hij zo heftig zou reageren.

Sie wird niemals heiraten.

Ze zal nooit trouwen.

Sie sah ihre Mutter niemals wieder.

Ze zag haar moeder nooit meer terug.

Du hast niemals Zeit für die wichtigen Dinge.

Jij hebt nooit tijd voor de belangrijke dingen.

Ich hatte niemals Vertrauen in diese Affäre.

Ik heb nooit vertrouwen in deze affaire gehad.

Gib dein Passwort niemals an jemanden weiter.

Geef je wachtwoord nooit door aan iemand anders.

Ich habe ihm niemals wehgetan.

Ik heb hem nooit pijn gedaan.

Ich habe ihr niemals wehgetan.

Ik heb haar nooit pijn gedaan.

Tom hat niemals einen Bleistift bei sich.

Tom heeft nooit een potlood bij zich.

Tom macht das praktisch niemals.

Tom doet dat vrijwel nooit.

Sie sprechen praktisch niemals Französisch.

Ze spreken vrijwel nooit Frans.

Tom beklagt sich praktisch niemals über etwas.

Tom klaagt bijna nergens over.

Tom isst praktisch niemals mehr Fleisch.

Tom eet praktisch geen vlees meer.

Tom macht das praktisch niemals mehr.

Tom doet dat vrijwel niet meer.

Tom geht praktisch niemals in die Kirche.

Tom gaat vrijwel nooit naar de kerk.

Mein Bruder geht praktisch niemals in die Kirche.

Mijn broer gaat vrijwel nooit naar de kerk.

Sie verlässt nach Einbruch der Dunkelheit praktisch niemals das Haus.

Ze verlaat praktisch nooit het huis als het donker is.

Ze verlaat bijna nooit het huis na het invallen van het duister.

Er geht praktisch niemals ins Kino.

Hij gaat praktisch nooit naar de bioscoop.

Tom wird Maria niemals vergessen.

Tom zal Maria nooit vergeten.

Versprachst du nicht, niemals mehr zu lügen?

Beloofde je niet nooit meer te liegen?

Nein, ich werde sie niemals belügen.

Neen, ik zal nooit tegen haar liegen.

Für Wichtiges hast du niemals Zeit!

Jij hebt nooit tijd voor de belangrijke dingen!

Ich würde diese Stadt gerne verlassen und niemals zurückkehren.

Ik zou graag deze stad verlaten en nooit terugkeren.

Tust du niemals etwas anderes als Lesen?

Doe je nooit iets anders dan lezen?

Das vereinte Volk wird niemals besiegt werden.

Het verenigde volk zal nooit verslagen worden.

Synonyme

nie und nim­mer:
nooit en te nimmer

Niederländische Beispielsätze

  • Hij is nooit getrouwd.

  • Fietsen kan men nooit verleren.

  • Ik zie hem bijna nooit.

  • Leer nooit iets aan een kind waarvan je zelf niet zeker bent.

  • Ik heb nog nooit een roman in het Frans gelezen.

  • Raak nooit mijn spullen meer aan.

  • Tom heeft nooit een gebrek aan woorden.

  • Ik heb de Eiffeltoren nog nooit gezien.

  • Dit gesprek heeft nooit plaatsgehad.

  • Dit gesprek heeft nooit plaatsgevonden.

  • Ik drink nooit alleen.

  • Hij geeft nooit een cent van zijn geld weg.

  • Ik ken hem van gezicht maar ik heb nog nooit met hem gesproken.

  • Ik heb nog nooit een levende walvis gezien.

  • Dat is nooit gebeurd.

  • Ik ben hier nog nooit eerder gekomen.

  • Tom zal nooit weten dat jij het was die me het vertelde.

  • Tom zal nooit weten dat u het was die me het vertelde.

  • Ik koop bijna nooit meer iets met contant geld.

  • Het spijt me. Ik zal het nooit meer doen.

Niemals übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: niemals. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: niemals. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 341240, 393852, 609240, 632875, 644067, 701772, 719754, 900074, 942692, 1098538, 1301439, 1490803, 1597670, 1695662, 1898876, 1982130, 2187431, 2334354, 2658002, 2901134, 2981151, 3115505, 3196927, 3277973, 3622593, 3685548, 3754699, 3992498, 4131290, 4360963, 4647961, 4669421, 4857159, 4879904, 4961958, 5400291, 5614039, 5901603, 6042558, 6044487, 6127439, 6129592, 6766486, 6766487, 6767579, 6818988, 6818992, 6818993, 6818994, 6818995, 6818996, 6818997, 6818999, 6819004, 6819066, 6876226, 7835432, 7896089, 7935894, 8086176, 10772241, 5030135, 4940994, 5171601, 5195627, 4779255, 4722986, 4722931, 4720263, 5306759, 5306760, 4677076, 4635381, 4585473, 4581878, 4541315, 5460858, 5472188, 5472190, 4516733 & 4486231. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR