Was heißt »ein­la­den« auf Niederländisch?

Das Verb »ein­la­den« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • uitnodigen
  • inviteren

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich war zu ihrer Hochzeit eingeladen.

Ik was uitgenodigd op hun huwelijksfeest.

Ich habe meinen Nachbarn zum Abendessen eingeladen.

Ik heb mijn buren voor het diner uitgenodigd.

Ich habe sie zur Party eingeladen.

Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.

Hast du ihn eingeladen?

Heb je hem uitgenodigd?

Vielen Dank, dass Sie uns zum Abendessen eingeladen haben.

Hartelijk dank omdat u ons voor het avondeten hebt uitgenodigd.

Ich frage mich, wen ich einladen soll.

Ik vraag mij af, wie ik zou uitnodigen.

Außer mir war jeder eingeladen.

Met uitzondering van mij was iedereen uitgenodigd.

Ich wurde von einem alten Freund eingeladen.

Ik werd door een oude vriend uitgenodigd.

Wir sind zum Abendessen eingeladen.

We zijn uitgenodigd voor het avondeten.

Ich habe alle meine Freunde eingeladen.

Ik heb al mijn vrienden uitgenodigd.

Sie hat mich zu sich nach Hause eingeladen.

Ze nodigde me uit bij haar thuis.

Sie wurde zu einer Party eingeladen.

Ze was uitgenodigd voor een feestje.

Ich habe ihn herzlich eingeladen, aber er ist noch nicht gekommen.

Ik heb hem hartelijk uitgenodigd, maar hij is nog niet gekomen.

Warum hast du Tom auf die Party eingeladen?

Waarom heb je Tom uitgenodigd voor het feestje?

Warum habt ihr Tom auf die Party eingeladen?

Waarom hebben jullie Tom uitgenodigd voor het feestje?

Du darfst einladen, wen du willst.

Je mag iedereen uitnodigen die je wenst.

Wen willst du noch zur Party einladen?

Wie wil je nog uitnodigen voor het feest?

Tom ist nicht eingeladen worden.

Tom was niet uitgenodigd.

Ein paar Freunde haben mich zum Abendessen eingeladen.

Een paar vrienden hebben me voor het avondeten uitgenodigd.

Bin ich eingeladen?

Ben ik uitgenodigd?

Ich kann mich nicht erinnern, dich hierher eingeladen zu haben.

Ik kan me niet herinneren jou hier te hebben uitgenodigd.

Warst du eingeladen?

Was je uitgenodigd?

Waren Sie eingeladen?

Was u uitgenodigd?

Wart ihr eingeladen?

Waren jullie uitgenodigd?

Fast jeder war eingeladen.

Bijna iedereen was uitgenodigd.

Ich bin zum Mittagessen eingeladen.

Ik ben uitgenodigd voor het middageten.

Er wird nie zu Partys eingeladen.

Hij wordt nooit uitgenodigd op feestjes.

Ich war eingeladen.

Ik was uitgenodigd.

Wie viele Leute hast du auf deine Feier eingeladen?

Hoeveel mensen heb je uitgenodigd voor je feestje?

Darf ich Sie einladen?

Mag ik u uitnodigen?

Darf ich dich zum Mittagessen einladen?

Mag ik je voor de lunch uitnodigen?

Hat sie dich eingeladen?

Heeft ze je uitgenodigd?

Ich habe meine Freunde eingeladen.

Ik heb mijn vrienden uitgenodigd.

Einladen übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: einladen. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 343656, 359667, 363356, 410206, 439711, 455455, 533751, 540406, 551666, 568204, 761366, 761392, 776528, 1511535, 1511536, 2881407, 3305341, 3472260, 3682384, 5500155, 5528745, 5594836, 5594838, 5594841, 5594848, 5594853, 5594860, 6024010, 6392502, 7809976, 7987275, 8248280 & 8761985. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR