Was heißt »be­reit« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Es wird fünf bis zehn Jahre dauern, bis die Technologie bereit ist.

Het zal tussen vijf en tien jaar duren vooraleer de technologie klaar is.

Das Leben beginnt, wenn du bereit bist, es zu leben.

Het leven begint wanneer je klaar bent om het te leven.

Ist das Bad bereit?

Is het bad klaar?

Seid ihr alle bereit?

Zijt ge allemaal klaar?

Wir sind alles andere als bereit für den kalten Winter.

We zijn allesbehalve klaar voor de koude winter.

Bist du bereit anzufangen?

Zijt ge klaar om te beginnen?

Ich bin bereit, alles für dich zu tun.

Ik ben bereid alles voor je te doen.

Der Wagen steht bereit.

De auto is klaar.

Ich bin schon bereit.

Ik ben er klaar voor.

Ich bin ständig bereit zu sterben.

Ik ben altijd klaar om te sterven.

Experten sagen, dass der Kaffeepreis hauptsächlich deshalb steigt, weil die Leute bereit sind, mehr zu bezahlen.

Experts zeggen dat de koffieprijzen voornamelijk stijgen omdat mensen bereid zijn er meer voor te betalen.

Er hat meine Idee sofort verstanden, und er ist bereit, alles zu tun, um sie zu verwirklichen.

Hij heeft mijn idee meteen begrepen, en hij is bereid alles te doen om het te realiseren.

Ich bin bereit, Ihr Angebot anzunehmen.

Ik ben bereid uw offerte te aanvaarden.

Ich bin bereit, euer Angebot anzunehmen.

Ik ben bereid jullie offerte te aanvaarden.

Er erschien immer bereit, alles zu besprechen, und war sehr tolerant.

Hij was altijd bereid voor een gesprek en zeer verdraagzaam.

Ich denke, alles ist bereit.

Ik denk dat alles klaar is.

Mache dich bereit zu sterben!

Bereid je voor om te sterven.

Ich bin bereit zu sterben.

Ik ben bereid te sterven.

Bist du bereit, für deine Ideale zu sterben?

Zijt gij bereid te sterven voor uw idealen?

Ben je bereid voor je idealen te sterven?

Bist du bereit, Verantwortung zu übernehmen?

Ben je er klaar voor om de verantwoordelijkheid te nemen?

„Selbstverständlich bin ich bereit, für meine Ideale zu sterben“, sagte der Präsident.

"Vanzelfsprekend ben ik bereid te sterven voor mijn idealen", zei de president.

Bist du bereit, die schlechte Nachricht zu hören?

Ben je klaar om het slechte nieuws te horen?

Sind wir dazu bereit?

Zijn we daartoe bereid?

Bist du bereit, das zu machen?

Ben je bereid om dit te doen?

Tom sagt, er sei umsonst dazu bereit.

Tom zegt dat hij het voor niets wil doen.

Sag Tom, dass ich bereit bin.

Zeg Tom dat ik klaar ben.

Ich bin bereit zu antworten.

Ik ben bereid om te beantwoorden.

Ik ben gereed om antwoord te geven.

Möglicherweise ist Tom bereit, das zu tun.

Wellicht is Tom bereid om dat te doen.

Wellicht is Tom daartoe bereid.

Tom ist bereit anzufangen.

Tom is klaar om te beginnen.

Sie sind bereit.

Ze zijn klaar.

Zij zijn klaar.

Meine Englischkenntnisse reichen nicht aus, um das angemessen zu übersetzen. Ich hoffe daher, es findet sich jemand bereit, es zu übersetzen.

Mijn kennis van het Engels is niet voldoende om dat juist te vertalen. Dus ik hoop dat iemand bereid is het te vertalen.

Bist du bereit zu arbeiten?

Ben je klaar om te werken?

Synonyme

klar:

sereen

kom­plett:

allesomvattend

compleet

volledig

Niederländische Beispielsätze

• "Ben je klaar?" "Integendeel ik ben net begonnen"

• Zijn we er allemaal klaar voor?

• Het is zo goed als klaar.

• Is de afwas klaar?

• Voeg het poeder toe, roer en klaar is Kees.

• Tom was als tweede klaar.

• Meteen als ik klaar ben met werken, moet ik mijn kleren uit de wasserij halen.

• Mijn werk is zo goed als klaar.

• Ik betwijfel of we op tijd klaar zullen zijn voor Kerstmis.

• Zijn jullie al klaar?

• Wacht even tot ik klaar ben.

• Is mijn was klaar?

• Ben je klaar voor de lente?

• Bent u al klaar?

• Lunch is klaar.

• Ze maakt het avondeten klaar.

• Bijna klaar.

• Ik zal je opbellen als ik klaar ben met inkopen.

• Ben je al klaar?

• We zijn hier klaar.

Untergeordnete Begriffe

ein­schalt­be­reit:

bedrijfsklaar