Was heißt »an­bie­ten« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Er hat angeboten, mitzuhelfen.

Hij heeft aangeboden me te helpen.

Mir wurde angeboten, zwischen Tee oder Kaffee zu wählen.

Ik kreeg de keus tussen thee en koffie.

Darf ich dir ein weiteres Stück Kuchen anbieten?

Mag ik u nog een stukje gebak aanbieden?

Die Tabletten werden in einer Blisterverpackung angeboten.

Deze tabletten worden in een blisterverpakking aangeboden.

Anstatt mir Kaffee anzubieten, hat er mir Tee angeboten.

In plaats van me koffie aan te bieden, heeft hij me thee aangeboden.

Mir ist deine Stelle angeboten worden.

Ik heb je baan aangeboden gekregen.

Tom hat angeboten, Maria nach Hause zu bringen.

Tom heeft aangeboden Mary naar huis te brengen.

Tom war der allererste, der mir je Hilfe angeboten hat.

Tom was de allereerste die me zijn hulp heeft aangeboden.

Synonyme

auf­tra­gen:

aandragen

opscheppen

be­reit­stel­len:

beschikbaar

be­wer­ben:

solliciteren

emp­feh­len:

aanbevelen

aanprijzen

aanraden

adviseren

indruk

maken

op

opvallen

presenteren

recommanderen

verlaten

hin­stel­len:

neerzetten

plaatsen

kan­di­die­ren:

kandideren

lie­fern:

verstrekken

ser­vie­ren:

serveren

zei­gen:

tonen

Niederländische Beispielsätze

• Ik wou gewoon mijn excuses aanbieden.

• Mag ik je een drankje aanbieden?

• U moet uw excuses aanbieden aan Tom.

• Je moet je excuses aanbieden aan Tom.

• Ik moet mijn verontschuldigingen aanbieden aan Ann.