Das Substantiv »Polizei« (veraltet: Policei) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
politie(weiblich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Die Polizei wird euch dazu bringen, die Kugeln zu finden.
De politie zal jullie dwingen de kogels te vinden.
Die Polizei ist gut darin zu verstehen, dass jemand meine Kreditkarte gestohlen hat und viel Geld abgehoben hat. Es ist viel schwieriger, ihnen beizubringen, dass „jemand mein magisches Schwert gestohlen“ hat.
De politie is er heel goed in om te begrijpen dat iemand mijn creditcard gestolen heeft en een heleboel geld heeft opgenomen. Het is veel moeilijker om ze bij te brengen dat "iemand mijn magische zwaard gestolen heeft".
Die Polizei hat den zu schnell fahrenden Motorradfahrer angehalten.
De politie heeft de snel rijdende motorrijder aangehouden.
Die Polizei untersucht den Mord.
De politie doet onderzoek naar de moord.
Die Polizei konnte den Verbrecher finden.
De politie kon de crimineel vinden.
Die Polizei sucht.
De politie zoekt.
Er meldete seinen Unfall der Polizei.
Hij meldde zijn ongeval bij de politie.
Wie immer konnte ich nur hoffen, die Polizei hält mich nicht an.
Zoals altijd kon ik slechts hopen dat de politie me niet zou aanhouden.
Um sich vor der Polizei zu verstecken, verbrachte Dima die Nacht in einem Müllcontainer.
Om zich voor de politie te verstoppen, bracht Dima de nacht door in een vuilcontainer.
Die Polizei riegelte die das Hotel umgebenden Straßen ab, als sie nach der Bombe suchten.
De politie sloot de straten rondom het hotel af, toen ze op zoek naar de bom waren.
Die Polizei hat das Gebäude umstellt.
De politie heeft het gebouw omsingeld.
Die Polizei beschuldigte Sachiyo des Mordes.
De politie beschuldigde Sachiyo van de moord.
In diesem Falle rufe die Polizei.
In dat geval, bel de politie.
Soll die Polizei kommen?
Zal de politie komen?
Ich fuhr mit 120 Stundenkilometern, als die Polizei mich anhielt.
Ik reed 120 kilometer per uur toen de politie mij aanhield.
Die Polizei verhaftete den auf frischer Tat ertappten Taschendieb.
De politie arresteerde de zakkenroller op heterdaad.
Dorenda erpresst mich; wenn ich ihr mein Geheimnis erzähle, wird sie mich nicht bei der Polizei anzeigen gehen.
Dorenda chanteert me; als ik haar mijn geheim vertel, gaat ze me niet aangeven bij de politie.
Die Polizei untersucht die Unfallursache.
De politie onderzoekt de oorzaak van het ongeval.
Rufe die Polizei!
Roep de politie!
Die Polizei hat seit Jahren nach Tom gesucht.
De politie is al jaren op zoek naar Tom.
Die Polizei fand das Fahrrad von Tom.
De politie heeft Toms fiets gevonden.
Ihr solltet besser warten, bis die Polizei kommt.
Jullie kunnen beter wachten tot de politie komt.
Warum ist die Polizei hier?
Waarom is de politie hier?
Tom hat Angst davor, dass die Polizei ihn verhaften möchte.
Tom vreest dat de politie hem wil aanhouden.
Die Polizei nahm ihn wegen Trunkenheit am Steuer fest.
De politie arresteerde hem wegens dronkenschap achter het stuur.
Tom wird von der Polizei gejagt.
Tom wordt opgejaagd door de politie.
Die Polizei verhörte Liisa die ganze Nacht.
De politie ondervroeg Liisa de hele nacht.
Das Schild besagt, dass die Polizei dein Auto entfernen wird, wenn du hier parkst.
Het bord geeft aan dat de politie je auto wegsleept als je hier parkeert.
Die Polizei nimmt den Dieb fest.
De politie arresteert de dief.
Hat die Polizei Tom festgenommen?
Arresteerde de politie Tom?
Ich will die Polizei nicht rufen.
Ik wil de politie niet bellen.
Ich werde dich bei der Polizei melden.
Ik ga jou aangeven bij de politie.
Die Polizei duldet den Verkauf weicher Drogen.
De politie gedoogt de verkoop van softdrugs.
Tom traut der Polizei nicht.
Tom heeft geen vertrouwen in de politie.
Die Polizei wird bald am Ort des Verbrechens eintreffen.
De politie zal straks aankomen op de plaats van de misdaad.
Die Polizei ist hier.
De politie is hier.
Die Polizei hat nichts gefunden.
De politie heeft niets gevonden.
Die Polizei setzte Pfefferspray und Schlagstöcke ein.
De politie maakte gebruik van pepperspray en de wapenstok.
Tom ist ein alter Bekannter für die Polizei.
Tom is een oude bekende van de politie.
Rufe in einem Notfall die Polizei an.
Bel de politie in geval van nood.
Wir haben die Polizei verständigt.
We hebben de politie verwittigd.
Rufen Sie bitte die Polizei!
Roep alstublieft de politie.
Tom ist flüchtig und wird von der Polizei gejagt.
Tom is voortvluchtig en wordt opgejaagd door de politie.
Wenn ihr nicht verschwindet, rufe ich die Polizei!
Als je niet vertrekt, dan roep ik de politie.
Die Polizei hat seit der Verhaftung versucht, die Identität der Opfer festzustellen.
De politie heeft sinds de arrestatie geprobeerd om de identiteit van de slachtoffers te achterhalen.
Die Polizei schloss Toms Limonadenstand.
De politie sloot Toms limonadekraam.
Hilfe! Polizei! Zu Hülf!
Help! Politie! Help!
Die Polizei hat Dan den Führerschein abgenommen.
De politie nam Dan zijn rijbewijs in beslag.
Wir haben die Polizei noch nicht angerufen.
We hebben de politie nog niet gebeld.
Die Polizei geht davon aus, dass Tom entführt wurde.
De politie gaat ervan uit dat Tom ontvoerd werd.
De politie gaat ervan uit dat Tom ontvoerd is.
Tom erzählte der Polizei, was geschehen ist.
Tom vertelde de politie wat er gebeurd was.
Die Polizei sucht den Dieb.
De politie zoekt de dief.
Der Mann war so unruhig, dass die Polizei ihm nicht die Handschellen anlegen konnte.
De man was zo opgewonden dat de politie er niet in slaagde hem de handboeien om te doen.
De man was zo onrustig dat de politie hem niet in de boeien kon slaan.
Du wirst von der Polizei gesucht.
Je wordt gezocht door de politie.
Polizei!
Politie!
Die Polizei betrachtet seinen Tod als einen Mordfall.