Was heißt »Banane« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Banane« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- banaan (männlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Was magst du lieber, Äpfel oder Bananen?
Wat heb je liever, appels of bananen?
Waar hou je meer van, appels of bananen?
Ich halte mehr von Bananen als von Äpfeln.
Ik houd meer van bananen dan van appelen.
Eine Banane ist gelb.
Een banaan is geel.
Warum ist die Banane krumm?
Waarom is de banaan krom?
Er aß Bananen und Äpfel.
Hij at bananen en appels.
Ich esse eine Banane.
Ik eet een banaan.
Bananen geben Energie.
Bananen geven energie.
Ich will Bananen kaufen.
Ik wil bananen kopen.
Was kostet diese Banane?
Hoeveel kost deze banaan?
Millie isst eine Banane.
Millie eet een banaan.
Wenn du Bananen in den Kühlschrank legst, wird die Schale ganz braun.
Als je bananen in de koelkast stopt, wordt de schil helemaal bruin.
Ich will keine Banane.
Ik wil geen banaan.
Diese Banane ist braun.
Deze banaan is bruin.
Diese Banane ist grün.
Deze banaan is groen.
Das ist eine Banane.
Dat is een banaan.
Orangen sind nicht so günstig wie Bananen.
Sinaasappels zijn niet zo goedkoop als bananen.
Bananen mag ich lieber als Äpfel.
Ik heb liever bananen dan appels.
Isst du lieber Äpfel oder Bananen?
Eet je liever appelen of bananen?
Ich habe Bananen gekauft.
Ik heb bananen gekocht.
Bananen sind erst grün, dann gelb und dann braun.
Bananen zijn eerst groen, dan geel en dan bruin.
Tom isst eine Banane.
Tom eet een banaan.