Was heißt »Bahn­hof« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Bahn­hof« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • station

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Wie lange braucht man bis zum Bahnhof?

Hoelang duurt het om naar het station te gaan?

Hoelang duurt het om het station te bereiken?

Der Zug aus Genf wird in den Bahnhof einfahren.

De trein vanuit Genève zal het station binnenkomen.

De trein vanuit Genève zal het station binnenrijden.

Könnten Sie mir den Weg zum Bahnhof zeigen?

Kunt u mij de weg naar het station wijzen?

Wie weit ist es von hier zum Bahnhof?

Hoe ver is het van hier tot het station?

Er fuhr mich freundlicherweise zum Bahnhof.

Hij was zo vriendelijk om me een lift naar het station te geven.

Hij was zo vriendelijk om me met de auto naar het station te brengen.

Meine Schule liegt ungefähr zehn Minuten vom Bahnhof entfernt.

Mijn school ligt op ongeveer tien minuten van het station.

Ich wohne kilometerweit entfernt vom nächsten Bahnhof.

Ik woon kilometers van het volgende station.

Ist das der Bahnhof?

Is dat het station?

Nein, das ist nicht der Bahnhof.

Nee, dat is niet het station.

Die Schule ist weiter entfernt als der Bahnhof.

De school is verder dan het station.

Dieser Zug hält an jedem Bahnhof.

Deze trein stopt op alle stations.

Wo ist der nächste Bahnhof?

Waar is het dichtstbijzijnde treinstation?

Waar is het dichtstbije station?

Waar is het dichtstbijzijnde spoorwegstation?

Wo ist der Bahnhof?

Waar is het treinstation?

Sie fuhren mit dem Auto zum Bahnhof.

Ze reden naar het station per auto.

Mein Haus ist ein Stück vom Bahnhof entfernt.

Mijn huis ligt een eindje van het station.

Wir haben uns zufällig am Bahnhof getroffen.

We hebben elkaar toevallig ontmoet aan het station.

Meine Eltern sind gerade am Bahnhof angekommen.

Mijn ouders zijn net op het station aangekomen.

Vergiss nicht, mich vom Bahnhof abzuholen!

Vergeet niet mij aan het station te ontmoeten.

Er rannte zum Bahnhof und konnte den Zug nehmen.

Hij liep naar het station en kon de trein nemen.

Vor dem Bahnhof stehen gewöhnlich Taxis.

Meestal staan er taxi's voor het station.

Vergiss bitte nicht, mich am Bahnhof abzuholen.

Vergeet alsjeblieft niet om me van het station af te halen.

Der Bahnhof ist in der Nähe.

Het treinstation is dichtbij.

Es ist praktisch, so nah am Bahnhof zu wohnen.

Het is handig om zo dicht bij het station te wonen.

Können Sie mir bitte sagen, wo der Bahnhof ist?

Kunt u mij alstublieft vertellen waar het treinstation is?

Zwei Kilometer vom Bahnhof entfernt ist eine Pension.

Twee kilometer van het station vandaan is een pension.

Der Bahnhof ist zehn Autominuten von hier entfernt.

Het station ligt op tien minuten rijden van hier.

Der Mann, den Sie am Bahnhof getroffen haben, ist mein Vater.

De man die ge bij het station ontmoet hebt, is mijn vader.

Nachdem ich am Bahnhof angekommen war, rief ich meinen Kollegen an.

Eenmaal op het station aangekomen, belde ik mijn vriend op.

Mein Haus ist nur fünf Minuten zu Fuß vom Bahnhof.

Mijn huis ligt op slechts vijf minuten lopen van het station.

Als ich am Bahnhof ankam, war der Zug schon abgefahren.

Toen ik in het station aankwam, was de trein al vertrokken.

Warum ging Jane zum Bahnhof?

Waarom ging Jane naar het station?

Dieser Zug hält an allen Bahnhöfen.

Deze trein stopt in elk station.

Ich ging zum Bahnhof.

Ik ging naar het station.

Ik ging naar het treinstation.

An welchem Bahnhof fährt der Zug ab?

Uit welk station vertrekt de trein?

Ich lasse dich von meiner Schwester am Bahnhof abholen.

Ik zal mijn zus je laten oppikken aan het station.

Wenn ich am Bahnhof ankomme, rufe ich dich an.

Ik zal je bellen zodra ik aan het station ben.

Der Bahnhof war verlassen.

Het station was verlaten.

Bist du unterwegs zum Bahnhof?

Ben je onderweg naar het station?

Der Tokioter Bahnhof ist der dritte Halt.

Tokio station is de derde halte.

Tom ist am falschen Bahnhof ausgestiegen.

Tom stapte op het verkeerde station uit.

Tom stapte in het verkeerde station uit.

Ich schlief gerade, als mein Zug im Bahnhof ankam. Daher bin ich nicht ausgestiegen.

Ik was aan het slapen toen mijn trein in het station aankwam. Daarom ben ik niet uitgestapt.

Der Dieb lief in Richtung Bahnhof davon.

De dief rende weg in de richting van het station.

Lass uns zum Bahnhof gehen und Fahrkarten kaufen.

Laten we naar het station gaan en kaartjes kopen.

Ich rufe dich an, wenn ich am Bahnhof ankomme.

Ik bel je op wanneer ik bij het station aankom.

Wie komme ich von hier zum Bahnhof?

Hoe kom ik van hier op het station?

Sein Haus ist ganz weit weg vom Bahnhof.

Zijn huis is heel ver van het station.

Wir wohnen gleich am Bahnhof.

We wonen dicht bij het station.

Unsere Schule ist gleich am Bahnhof.

Onze school is dicht bij het station.

Als er am Bahnhof ankam, rief er ein Taxi.

Toen hij aan het station aankwam, belde hij een taxi.

Ich bin gerade am Bahnhof angekommen.

Ik ben pas aangekomen in het station.

Weißt du, wo der Bahnhof ist?

Weet jij waar het treinstation is?

Eine Amerikanerin sprach mich am Bahnhof an.

Een Amerikaan sprak me op het station aan.

Op het station sprak een Amerikaan tegen me.

Kommst du noch mit zum Bahnhof?

Kom je nog mee naar het station?

Ga je nog mee naar het station?

Kom je mee naar het station?

Antonyme

Stre­cke:
afstand

Niederländische Beispielsätze

  • Ik ben in de buurt van het station.

  • Mijn huis is dicht bij een station.

  • U moet op het volgende station overstappen.

  • Het station bevindt zich ten westen van het hotel.

  • Ik stap uit in het volgende station.

  • Mijn huis staat in de buurt van het station.

  • Op het volgende station moet u overstappen.

  • Het station is dichtbij.

  • De BBC is mijn geliefkoosd station.

  • Is de bioscoop dicht bij het station?

  • Het is een uur lopen naar het station.

  • Stopt de trein bij het volgende station?

  • In het volgende station moet u overstappen.

  • U moet in het volgende station overstappen.

Untergeordnete Begriffe

Bus­bahn­hof:
busstation
Haupt­bahn­hof:
centraal station
Ran­gier­bahn­hof:
rangeeremplacement
rangeerstation
rangeerterrein

Bahnhof übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Bahnhof. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 389, 557, 360724, 366441, 369171, 380710, 396442, 403069, 403072, 445072, 454078, 481067, 544538, 566029, 581459, 601466, 637423, 642359, 809471, 916863, 941204, 941438, 987273, 1008085, 1008452, 1064849, 1090469, 1108971, 1475761, 1507896, 1525729, 1547689, 1615631, 1777532, 1865337, 1916589, 2290138, 2448743, 2937136, 3066532, 3164141, 3525427, 3541463, 3704283, 4164014, 4448523, 4791856, 4791879, 5855817, 6164371, 6719223, 6837691, 7457212, 1354165, 1447155, 950857, 813786, 738023, 419466, 402497, 2797304, 3231444, 6029916, 7694802, 7703716, 11040650 & 11040652. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR