Was heißt »ver­let­zen« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich habe nie jemanden getötet oder verletzt.

Ik heb nog nooit iemand gedood of verwond.

Ich bin von vielen Leuten verletzt worden.

Veel mensen hebben mij pijn gedaan.

Sie wurde bei dem Unfall verletzt.

Zij raakte gewond bij het ongeval.

Er war an der Schulter verletzt.

Hij was aan de schouder gewond.

Niemand wurde verletzt.

Niemand is gewond geraakt.

Niemand werd gewond.

Niemand raakte gewond.

Er verletzte sich beim Rugby.

Hij raakte gewond bij het rugbyspel.

Ich kann nicht ausgehen, weil ich mich vor einer Woche bei einem Unfall verletzt habe.

Ik kan niet uitgaan omdat ik een week geleden gewond raakte in een ongeval.

Der Fahrer des Busses wurde leicht verletzt.

De buschauffeur was lichtgewond.

De buschauffeur raakte lichtgewond.

Sie verletzte sich am Fuß, als sie vom Fahrrad fiel.

Ze heeft haar voet bezeerd toen ze van haar fiets viel.

Tom wurde bei einem Autounfall verletzt.

Tom is gewond geraakt bij een auto-ongeluk.

Was verletzt dich?

Wat doet jou pijn?

Ich bitte um Entschuldigung, wenn ich dich verletzt habe.

Het spijt me als ik je gekwetst heb.

Tom hat sich verletzt.

Tom is gewond geraakt.

Sie wurde bei einem Autounfall verletzt.

Ze raakte gewond in een auto-ongeluk.

Tom stürzte und verletzte sein Knie.

Tom viel en bezeerde zijn knie.

Er verletzte sich mit einem Messer an der linken Hand.

Hij heeft zich aan de linkerhand gewond met een mes.

Der Soldat lag verletzt am Boden.

De soldaat lag gewond op de grond.

Ich habe mich im Sportunterricht verletzt.

Ik heb me verwond tijdens de les van l.o.

Glücklicherweise wurde keiner der Passagiere verletzt.

Gelukkig raakte geen van de passagiers gewond.

Es tut mir leid! Es war nie meine Absicht, dich zu verletzen!

Het spijt me. Het was nooit mijn bedoeling je pijn te doen.

Es tut mir leid! Ich wollte dich wirklich nicht verletzen!

Het spijt me. Ik wou je niet kwetsen.

Glücklicherweise wurde niemand verletzt.

Gelukkig werd er niemand gewond.

Bist du verletzt?

Ben je gewond?

Manchmal ist Schweigen die einzige Möglichkeit, zuzugeben, wie verletzt man ist.

Soms is zwijgzaamheid de enige weg om te tonen hoe gekwetst men is.

Tom hat sich beim Training am linken Knie verletzt, so dass John für ihn spielen musste.

Tom raakte gekwetst aan zijn linkerknie tijdens de training, dus moest Jean in zijn plaats spelen.

Tom heeft zijn linkerknie gekwetst tijdens de training, bijgevolg heeft Jean zijn plaats moeten innemen.

Wurde Tom verletzt?

Raakte Tom gewond?

Darf man sich wundern, dass Geschöpfe, die der Gesetze bedürfen, um gerecht zu sein, auch fähig sind, sie zu verletzen?

Mogen we ons afvragen of wezens die wetten nodig hebben om rechtvaardig te zijn, ook in staat zijn ze te overtreden?

Tom wurde schwer verletzt.

Tom was zwaar gewond.

Bist du sicher, dass du nicht verletzt bist?

Ben je zeker dat je niet gewond bent?

Es tut mir leid, wenn ich deine Gefühle verletzt habe.

Het spijt me als ik je heb gekwetst.

Sorry als ik je heb gekwetst.

Er war schwer verletzt.

Hij was zwaar gewond.

Sonst wurde niemand verletzt.

Verder raakte niemand gewond.

Er würde seine Pflicht verletzen, wenn er diese Aufgabe nicht erledigte.

Hij zou zijn plicht verzaken als hij die taak niet volbracht.

Er ist schwer verletzt.

Hij is zwaargewond.

Hij is ernstig gewond.

Synonyme

be­lei­di­gen:

beledigen

bre­chen:

breken

brüs­kie­ren:

schofferen

ver­seh­ren:

verwonden

Antonyme

hei­len:

helen

pfle­gen:

plegen

verplegen

verzorgen

Niederländische Beispielsätze