Was heißt »verabschieden« auf Niederländisch?
Das Verb »verabschieden« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- afscheid nemen
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Das Rindfleischetikettierungsüberwachungsaufgabenübertragungsgesetz wurde unter geändertem Namen verabschiedet.
De rundvleesetiketteringsbewakingstaakoverdrachtswet is onder gewijzigde naam aangenomen.
Er verabschiedete sich von ihr mit einem Kuss.
Hij nam afscheid van haar met een kus.
Sie verabschiedete sich.
Ze nam afscheid.
Er hat sich für immer von ihr verabschiedet.
Hij zei haar voor altijd vaarwel.
Er ging, ohne sich von mir zu verabschieden.
Hij ging weg zonder dag tegen me te zeggen.
Gehe nicht, ohne dich zu verabschieden.
Ga niet weg zonder afscheid te nemen.
Gehen Sie nicht, ohne sich zu verabschieden.
Ga niet weg zonder gedag te zeggen.
Ich hätte mich gerne von dir verabschiedet. Wo warst du?
Ik had graag afscheid van je willen nemen. Waar was je?
Er verabschiedete sich und reiste ab.
Hij nam afscheid en vertrok.
Sie lächelte und verabschiedete sich.
Ze glimlachte en nam afscheid.
Erika verschwand, ohne sich zu verabschieden.
Erika verdween zonder afscheid te nemen.
Er ging weg, ohne sich zu verabschieden.
Hij ging weg zonder afscheid te nemen.
Während er aus dem Bus ausstieg, verabschiedete er sich laut von mir.
Terwijl hij de bus verliet, nam hij luidop afscheid van mij.
Obwohl sie viel zu tun hatte, kam sie mich verabschieden.
Ook al had ze het druk, ze kwam me vaarwel zeggen.
Er hat sich noch nicht einmal von mir verabschiedet.
Hij heeft niet eens afscheid van me genomen.
Synonyme
- empfehlen:
- aanbevelen
- aanbieden
- aanprijzen
- aanraden
- adviseren
- indruk
- maken
- op
- opvallen
- presenteren
- recommanderen
- verlaten
- vergessen:
- vergeten
Antonyme
- begrüßen:
- begroeten