Was heißt »schüt­zen« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Man muss einen Helm aufsetzen, um den Kopf zu schützen.

Men moet een helm opzetten om het hoofd te beschermen.

Die Einrichtung muss geschützt werden.

De instelling moet beschermd worden.

De apparatuur moet worden beschermd.

Gott schütze die Königin.

God bescherme de koningin.

Unwissenheit schützt nicht vor Strafe.

Onwetendheid beschermt niet tegen straf.

Ozon schützt uns.

Ozon beschermt ons.

Jeder kann sein Scherflein dazu beitragen, die Umwelt zu schützen.

Iedereen kan zijn steentje bijdragen aan de bescherming van het milieu.

Ich musste unter einen Baum gehen, um mich vor dem Regen zu schützen.

Ik moest onder een boom gaan schuilen voor de regen.

Ich bin nur ein Einwanderer, der das Englische vor seinen Muttersprachlern schützen will.

Ik ben maar een immigrant die de Engelse taal wil beschermen tegen zijn moedertaalsprekers.

Wir müssen unsere Kinder schützen.

We moeten onze kinderen beschermen.

Raumanzüge schützen Weltraumfahrer vor den gefährlichen Gegebenheiten des Alls.

Ruimtepakken beschermen ruimtereizigers tegen de gevaarlijke omstandigheden in de ruimte.

Synonyme

ab­schot­ten:

afschermen

be­wa­chen:

bewaken

im­mu­ni­sie­ren:

immuniseren

Antonyme

an­grei­fen:

aanvallen

be­dro­hen:

bedreigen

Niederländische Beispielsätze

• Ik geloof dat het mijn plicht is om deze kinderen te beschermen.

• Wij kunnen Tom beschermen.

• Ik kan haar beschermen.

• Ik kan hen beschermen.

• Wij beschermen jullie.

• Wij beschermen u.

• Wij beschermen je.

• Ik kan je beschermen.

• Tom had Maria moeten beschermen.

• Ik zal jullie beschermen.

• Ik zal je beschermen!

• Ik zal u beschermen!

• Ik beloof dat ik je zal beschermen.

• Anders dan vogels, die hun jongen voeden en beschermen, verlaten vissen hun kroost.

• Iedereen moet zijn eigen familie beschermen.