Was heißt »nennen« auf Niederländisch?
Das Verb nennen (veraltet: nännen & nännte) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- noemen
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Der Roggen wurde Arme-Leute-Getreide genannt.
Rogge werd het gewas der armen genoemd.
Rogge werd het armeluisgewas genoemd.
Einen Mann, dessen Ehefrau gestorben ist, nennt man Witwer.
Een man wiens echtgenote overleden is, heet een weduwnaar.
Dieser Tee nennt sich grüner Tee.
Deze thee noemt men groene thee.
Hundert Jahre nennt man ein Jahrhundert.
100 jaar wordt een eeuw genoemd.
Einen Winkel von 90 Grad nennt man einen rechten Winkel.
Een hoek van 90 graden noemt men een rechte hoek.
Wir nennen unseren Hund Pochi.
We noemen onze hond Pochi.
Ich nenne ihn Mike.
Ik noem hem Mike.
Sie nennt mich Kenji.
Zij noemt mij Kenji.
Der Fluss Kiso wird oft der Rhein Japans genannt.
De Kiso wordt vaak de Japanse Rijn genoemd.
Die Leute nennen ihn Dave.
Mensen noemen hem Dave.
Er nannte mich Ichiro.
Hij noemde me Ichiro.
Aber daheim nennen wir ihn Tony.
Maar thuis noemen we hem Tony.
Mike nannte seinen Hund Spike.
Mike heeft zijn hond Spike genoemd.
Mike noemde zijn hond Spike.
Man nennt mich Bob.
Ze noemen me Bob.
Sie nennen ihn Jim.
Ze noemen hem Jim.
Die Nationalflagge der Vereinigten Staaten wird Sternenbanner genannt.
De nationale vlag van de VS heet de "Stars and Stripes".
Ein Schiff, das Öl transportiert, wird Öltanker genannt.
Een schip dat olie transporteert, wordt een olietanker genoemd.
Alle nennen ihn Jeff.
Iedereen noemt hem Jeff.
Sie ist das, was man ein Genie nennt.
Zij is wat men een genie noemt.
Der alte Mann nannte die Holzpuppe Pinocchio.
De oude man noemde de houten pop Pinokkio.
Der Löwe wird König der Tiere genannt.
De leeuw wordt de koning der dieren genoemd.
Wie nennt man dieses Gemüse auf Englisch?
Hoe noemt men deze groente in het Engels?
Der Hund wird von der Familie "Spot" genannt.
De hond wordt door de familie Spot genoemd.
Warum nennt man New York "Großer Apfel"?
Waarom wordt New York “De Grote Appel” genoemd?
Er wurde von seinen Freunden Ted genannt.
Zijn vriendinnen noemden hem Ted.
Eine Frau, deren Mann gestorben ist, wird Witwe genannt.
Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.
Een vrouw, wier echtgenoot is overleden, noemt men weduwe.
Ich nannte sie Cathy.
Ik noemde haar Cathy.
Ich nannte Einzelheiten.
Ik gaf details.
Könnten Sie mir eine ungefähre Zahl nennen?
Kunt u mij een schatting geven van het aantal?
Die eine Seite einer Münze nennt man Kopf, die andere Zahl.
Een zijde van een muntstuk noemt men "kop", de andere "munt".
Er ist das, was wir einen Pionier nennen.
Hij is wat wij een pionier noemen.
Sie nennen diesen Planeten „Erde“.
Ze noemen deze planeet 'Aarde'.
Wir nennen unseren Hund Johnnie.
We noemen onze hond Johnnie.
Er wurde wütend auf mich, weil ich ihn Shorty genannt hatte.
Hij werd boos op me omdat ik hem Shorty noemde.
Sie nannte ihre Katze Tatoeba.
Ze heeft haar kat Tatoeba genoemd.
Pingpong nennt man auch Tischtennis.
Het pingpong wordt ook tafeltennis genoemd.
Wer wurde Ihnen als Kontaktperson genannt?
Wie was de contactpersoon die u werd toegewezen?
Pommes frites, auch Pommes oder Fritten genannt, sind fritierte fingerlange Kartoffelstäbchen. Sie stammen aus Belgien und werden heute in der ganzen Welt als Beilage oder Imbiss gegessen.
Frieten, ook friet of patat genoemd, zijn gebakken vingervormige stukjes aardappel. Ze komen oorspronkelijk uit België en worden nu over de hele wereld gegeten als bijgerecht of als tussendoortje.
Kann ich dich Tom nennen?
Mag ik je Tom noemen?
Sie nennen Robert "Bob".
Ze noemen Robert „Bob”.
Ich möchte ein Mädchen, und ich werde sie Yagmur nennen.
Ik wil een meisje hebben en ik zal haar Yagmur noemen.
Wie heißt die Dame, die nicht genannt werden darf?
Hoe heet die dame waarvan men de naam niet mag zeggen?
Ihr Junge wurde Edward genannt.
Hun zoon heette Edward.
Ze noemden hun zoon Edward.
Wen nennst du einen Esel?
Wie noem jij een ezel?
Wie nennt man jemanden, der sich um die Schafe auf der Weide kümmert?
Hoe noem je iemand die voor de schapen op de wei zorgt?
Das nennst du einen Kuss?
Noem jij dat een kus?
Beyoncé und Jay-Z haben ihre Tochter Blue Ivy genannt.
Beyoncé en Jay-Z noemden hun dochter Blue Ivy.
Halbbruder und Halbschwester nennt man die Kinder, die dieselbe Mutter aber einen anderen Vater haben.
Een halfbroer en halfzus noemt men die kinderen die dezelfde moeder hebben maar een andere vader.
Tom nannte Mozart einen seiner Lieblingskomponisten.
Tom zei dat Mozart een van zijn favoriete componisten is.
Wie würdest du dein nichtbinäres Elter nennen?
Hoe zou je je non-binaire ouder noemen?
Wir nennen ihn Tom.
Wij noemen hem Tom.
Ich glaube nicht, dass er uns seinen richtigen Familiennamen nannte.
Ik geloof niet dat hij zijn echte achternaam genoemd heeft.
Die Erde wird wegen ihrer Form Weltkugel genannt.
De aarde wordt vanwege haar vorm aardbol genoemd.
Seinen richtigen Namen hat er mir nicht genannt.
Hij heeft me zijn echte naam niet gegeven.
Wir haben ihn einen „Helden“ genannt, aber er hat uns verraten.
We noemden hem een 'held', maar hij heeft ons verraden.
Die Muslime nennen Jesus Isa.
De moslims noemen Jezus "Isa".
Tom nennt keine Namen.
Tom noemt geen namen.
Wir leben auf einem Planeten, Erde genannt.
We leven op een planeet genaamd aarde.
Synonyme
- angeben:
- aangeven
- auflisten:
- oplijsten
- heißen:
- heten
Sinnverwandte Wörter
- taufen:
- dopen
Niederländische Beispielsätze
Mijn naam is William, maar jij mag me Bill noemen.
De astronomen noemen de dag- en nachtevening de equinox.
Zou je jezelf dom noemen?
Zou je jezelf een ochtendmens noemen?
De koning was wat je tegenwoordig een psychopaat zou noemen.
Hij is wat wij een wandelend woordenboek noemen.
"Ik heb verschrikkelijke haast... om redenen die ik niet kan noemen," antwoordde Dima de vrouw. "Laat me alstublieft gewoon dat pak daar passen."
Untergeordnete Begriffe
- benennen:
- benoemen