Was heißt »flei­ßig« auf Niederländisch?

Das Adjektiv »flei­ßig« (auch: fleissig) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • naarstig
  • bezig

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Er ist aufrichtig und fleißig, aber sein Bruder ist genau das Gegenteil.

Hij is eerlijk en vlijtig, maar zijn broer is helemaal het tegenovergestelde.

Du musst nur fleißiger arbeiten.

Het enige wat je moet doen is harder werken.

Du musst nur fleißig arbeiten.

Ge moet alleen hard werken.

Je moet alleen hard werken.

Alle Männer sind fleißig.

Alle mannen zijn ijverig.

Sie ist sehr fleißig.

Zij is heel ijverig.

Sie arbeitet fleißig und beschwert sich nie.

Ze werkt hard en klaagt nooit.

Du musst viel fleißiger lernen.

Je moet veel harder studeren.

Er hat fleißig studiert und die Prüfung bestanden.

Hij heeft hard geleerd en de toets gehaald.

Die meisten Studenten studieren fleißig.

De meeste studenten studeren hard.

Wir müssen einfach sehr fleißig arbeiten.

We moeten gewoon heel hard werken.

Die Studenten bereiten sich fleißig auf die Prüfung vor.

De studenten zijn bezig het examen voor te bereiden.

Sie pflegte fleißig zu sein.

Ze was altijd ijverig.

Synonyme

be­sorgt:
bezorgd
eif­rig:
ijverig
en­ga­giert:
geëngageerd
lei­den­schaft­lich:
bevlogen
fervent
hartstochtelijk
tüch­tig:
duchtig
ferm
flink

Niederländische Beispielsätze

  • Ze zijn allebei bezig.

  • Rijkswaterstaat is bezig met een herziening van het ontwerp van de straten en stoepen om ze voetgangervriendelijker te maken.

  • Lopen op het perron terwijl je met iets anders bezig bent is levensgevaarlijk.

  • Tom zegt dat hij bezig is.

  • Ik was bezig.

  • Mama was bezig met haar naaiwerk.

  • Ik was druk bezig.

  • Ik ben vandaag heel druk bezig.

  • Ik ben momenteel bezig.

  • Ik was dikwijls te druk bezig met andere dingen.

  • Ik ben er nog mee bezig.

  • Zij hielden zich bezig met het ontwerp van nieuwe zonnecellen.

  • Ik weet dat hij bezig was.

  • Bent u bezig?

  • Was u bezig?

  • Was je bezig?

  • Waren jullie bezig?

  • Ik ben bezig.

  • Ik was druk bezig deze week.

  • Hij houdt zich bezig met zijn eigen zaken.

Fleißig übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: fleißig. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: fleißig. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 424726, 642311, 651830, 838190, 896149, 1935259, 3553309, 5458621, 5458630, 5538947, 5552833, 8059450, 4782343, 4684235, 4581948, 4177816, 3686126, 5984590, 3611454, 3610310, 6058386, 6060162, 3552837, 3550127, 6089695, 3415550, 3307877, 3307875, 3307874, 3237748, 3122890 & 6742998. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR