Was heißt »Zucker« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Zucker« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- suikerziekte (weiblich)
- suiker (männlich)
- bloedsuikerspiegel (männlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Wir haben keinen Zucker.
We hebben geen suiker.
Zucker löst sich in Wasser.
Suiker lost op in water.
Fügen Sie dann 80g Zucker und den Grand Marnier hinzu.
Voeg 80 gram suiker toe en wat Grand Marnier.
Einen Kaffee mit Zucker und Kaffeesahne, bitte.
Een koffie met koffieroom en suiker, alstublieft.
Een koffie met koffieroom en suiker, alsjeblieft.
Sie verkaufen Zucker und Salz in dem Laden.
Ze verkopen suiker en zout in die winkel.
Zij verkopen suiker en zout in de winkel.
Bitte reiche mir den Zucker.
Geef me alsjeblieft de suiker.
Wir haben keinen Zucker mehr.
We hebben geen suiker meer.
Ich bin es nicht gewohnt Kaffee ohne Zucker zu trinken.
Ik ben niet gewend om koffie zonder suiker te drinken.
Der ganze Zucker ist auf die Erde gefallen.
Alle suiker is op de grond gevallen.
Möchten Sie Zucker oder Milch?
Wilt u suiker of melk?
Milch? Zucker?
Melk? Suiker?
Tust du keinen Zucker rein?
Voeg je geen suiker toe?
Doe je er geen suiker bij?
Möchtest du Zucker?
Wil je wat suiker?
Zucker ist wasserlöslich.
Suiker is wateroplosbaar.
Zucker löst sich in einem Glas Wasser schnell auf.
Suiker lost snel op in een glaasje water.
Tom vermischt Mehl mit Zucker.
Tom mengt bloem met suiker.
Zucker ist süß.
Suiker is zoet.
Unser Land produziert viel Zucker.
Ons land produceert veel suiker.
Ich kann Haferflocken nur mit viel Zucker essen.
De enige manier waarop ik havermout kan eten is met veel suiker.
De enige manier waarop ik havermoutpap kan eten is met veel suiker.
Das ist kein Zucker.
Dit is geen suiker.
Möchten Sie Zucker und Milch?
Had u graag suiker en melk?
Möchtest du Zucker und Milch?
Had je graag suiker en melk?
Sie geben keinen Zucker in Ihren Kaffee.
U doet geen suiker in uw koffie.
Sie geben keinen Zucker in ihren Kaffee.
Zij doen geen suiker in hun koffie.
Sie geben selten Zucker in ihren Kaffee.
Ze doen zelden suiker in hun koffie.
Wir geben selten Zucker in unseren Kaffee.
We doen zelden suiker in onze koffie.
Ich gebe selten Zucker in meinen Kaffee.
Ik doe bijna nooit suiker in mijn koffie.
In meinem Tee ist kein Zucker.
Er is geen suiker in mijn thee.
Ameisen fressen gerne Zucker.
Mieren houden van suiker.
Zucker.
Suiker.
Sie brachte mir eine Tasse Tee ohne Zucker.
Ze bracht me een kopje thee zonder suiker.
Tom hat mir zu viel Zucker in den Kaffee getan.
Tom heeft te veel suiker in mijn koffie gestopt.
Wie viel Zucker ist gesund?
Hoeveel suiker is gezond?
Das Eiweiß mit dem Rest des Zuckers schlagen und dann den Likör nach und nach hinzufügen.
Klop het eiwit op met de rest van de suiker, en voeg er daarna beetje bij beetje de likeur aan toe.
Wie viel Zucker hast du gekauft?
Hoeveel suiker heb je gekocht?
Wie viel Zucker habt ihr gekauft?
Hoeveel suiker hebben jullie gekocht?
Wie viel Zucker haben Sie gekauft?
Hoeveel suiker hebt u gekocht?
Ist das Zucker?
Is dat suiker?
Synonyme
- Diabetes:
- diabetes
Antonyme
- Salz:
- zout
Niederländische Beispielsätze
Tom drinkt zijn koffie met veel suiker.
Ik heb suikerziekte.
Übergeordnete Begriffe
- Krankheit:
- ziekte
Untergeordnete Begriffe
- Invertzucker:
- invertsuiker
- Rohrzucker:
- rietsuiker
- Würfelzucker:
- klontsuiker